Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.de Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie),
2.de besloten vennootschap
WWplus B.V.,
geopposeerde,
gemachtigde: mr. G.J. Knotter,
1.Procedure
- de inleidende dagvaarding van 29 januari 2020 met producties 1 tot en met 10;
- het tussen partijen onder zaak- en rolnummer 8314213 RL EXPL 20-2241 gewezen
2.Feiten
Artikel 17.1.2. Ontslaguitkering
Algemeen militair ambtenarenreglement, toevoeging ktr]waarop ingevolge het Besluit aanpassing arbeidsduur militairen buitengewoon verlof is verleend.
U gaat tijdens uw UGM-uitkering weer werken
3.Vordering
4.Verweer
5.Beoordeling
vanwege het verlenen van buitengewoon verlof, terwijl artikel 17.1.6 van het Pensioenreglement een eigen – en nagenoeg gelijkluidende – regeling bevat voor het berekenen van de deeltijdfactor van een deelnemer
met een ontslaguitkeringuit een deeltijddienstverhouding. Het is dus niet zo dat uit artikel 17.1.5 van het Pensioenreglement al voortvloeit dat artikel 17.1.6 lid 2 van het Pensioenreglement niet van toepassing is.
‘Voltijd- / deeltijdfactor’op de website van de vakbond voor burger en militair defensiepersoneel en naar de Handleiding Premie en Gegevens van het ABP (Uitgave april 2016), onder
‘Maximale deeltijdfactor’. Hierin staat achtereenvolgens:
“Werkt u voltijd? Dan telt elk kalenderjaar dat u werkt mee voor 1 jaar. Dat wordt uitgedrukt in een factor. Bij voltijd is dat dus factor 1 (…)”en
“Omdat het toch kan voorkomen dat u met uw werknemer (…) overeen komt dat hij of zij contractueel méér uren werkt dan voltijd, kunt u een hogere deeltijdfactor dan 1.00000 aanleveren”.
‘de deelnemer met een ontslaguitkering’. Er wordt geen afzonderlijk en uitdrukkelijk voorbehoud gemaakt wat betreft het al dan niet hebben van een ontslaguitkering uit een deeltijddienstverhouding.