Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 februari 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Stichting Scholengroep Spinoza voor Voortgezet Onderwijs, te Voorburg.
Rechtbank Den Haag
Op 3 februari 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 3 mei 2018 is verleend aan Stichting Scholengroep Spinoza voor Voortgezet Onderwijs voor het kappen van dertig bomen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door verweerder op 13 juli 2018. De rechtbank heeft eerder, op 23 oktober 2018, het beroep van eiser gegrond verklaard en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen. Echter, bij het bestreden besluit van 24 december 2018 werd het bezwaar van eiser opnieuw niet-ontvankelijk verklaard.
De behandeling van het beroep was oorspronkelijk gepland voor 20 maart 2020, maar door de coronamaatregelen is deze zitting niet doorgegaan. Partijen hebben toestemming gegeven voor een schriftelijke afdoening van de zaak. Eiser heeft op 5 mei 2020 een nadere toelichting gegeven, waarop verweerder op 30 november 2020 heeft gereageerd. De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens gesloten.
In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat de bomen al gekapt waren en dat er een herplantplicht was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang meer had, omdat het beroep betrekking had op een vergunning voor een eenmalige activiteit die reeds was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat het belang van eiser om te verzekeren dat alle betrokken belangen in toekomstige aanvragen worden meegewogen, geen procesbelang oplevert in deze zaak. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk.