ECLI:NL:RBDHA:2021:2499
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 maart 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, afkomstig uit Algerije, zijn asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen op 29 december 2020, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. De eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen tijdens de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, samen met een andere zaak, en heeft onmiddellijk na de zitting uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelde dat Algerije in het algemeen kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. De eiser betwistte echter of dit ook voor hem persoonlijk geldt. Hij voerde aan dat hij in slechte sociaal-economische omstandigheden leefde en dat hij benaderd werd om drugs te verkopen, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden geen asielrechtelijke relevantie hebben. De rechtbank stelde vast dat de eiser niet had aangetoond dat hij bedreigd of mishandeld werd en dat er geen feitelijke basis was voor zijn claim dat hij geen bescherming van de autoriteiten kon krijgen.
De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat Algerije voor hem geen veilig land van herkomst is. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag, en er werd een rechtsmiddel vermeld tegen de uitspraak, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.