6.5Als uitgangspunt geldt dat de rechtbank de conclusies van de onafhankelijke, door haar ingeschakelde deskundige kan volgen indien de door deze deskundige gebezigde motivering haar overtuigend voorkomt. Deze situatie doet zich hier voor. Het rapport geeft blijk van een zorgvuldig onderzoek en is inzichtelijk en consistent. Nu de verzekeringsarts b&b de FML heeft aangepast overeenkomstig het advies van de deskundige, zal de rechtbank de verzekeringsarts b&b volgen in zijn medische conclusies over de belastbaarheid van eiser.
7. Naar aanleiding van de in beroep gewijzigde FML heeft de arbeidsdeskundige b&b op 5 augustus 2020 een rapport opgesteld. De arbeidsdeskundige b&b concludeert dat eiser evenzeer geschikt is te achten voor de in zijn rapport van 21 juni 2019 geduide functies. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige b&b in zijn rapport voldoende gemotiveerd waarom de geduide functies passend zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat deze functies, die zijn geduid aan de hand van de beperkingen van eiser in de FML, niet geschikt voor eiser zouden zijn. De rechtbank is daarom van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de geduide functies passen binnen de belastbaarheid van eiser.
8. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat verweerder eisers ZW-uitkering terecht met ingang van 21 oktober 2018 heeft beëindigd.
9. Aangezien verweerder naar aanleiding van het rapport van de deskundige de FML in beroep heeft aangepast, is het bestreden besluit in strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) tot stand gekomen. Het beroep is dan ook gegrond. Nu eiser ongewijzigd minder dan 35% arbeidsongeschikt is, ziet de rechtbank aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten.
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt zij dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.335,- (1 punt voor het indienen van een beroepschrift, 1 voor het verschijnen ter zitting en een 0,5 punt voor het geven van een schriftelijke zienswijze na het verslag van het deskundigenonderzoek, waarbij 1 punt wordt gewaardeerd op € 534,-).