ECLI:NL:RBDHA:2021:2725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder moet identiteitsbewijs betrekken bij AVG verwijderingsverzoek
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, een verwijderingsverzoek ingediend op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, heeft dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser niet kon worden geïdentificeerd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder twijfels had over de identiteit van eiser, maar dat deze twijfels niet voldoende gemotiveerd waren in het bestreden besluit. Tijdens de zitting is gebleken dat de handtekeningen op de kopie van het identiteitsbewijs en de volmacht van eiser van elkaar afwijken, wat aanleiding gaf voor verweerder om te twijfelen aan de identiteit van eiser. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek bevatte, maar dat dit gebrek kon worden gepasseerd omdat verweerder alsnog voldoende argumenten heeft aangedragen om de twijfels te onderbouwen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, maar verweerder is wel veroordeeld in de proceskosten van eiser en moet het griffierecht vergoeden.