Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 maart 2020,
- de conclusie van antwoord van 1 juli 2020,
- het tussenvonnis van 28 oktober 2020,
- de rolbeslissing tot schriftelijk voortprocederen van 2 december 2020,
- de instructie ex art. 22 Rv van 23 december 2020,
- de schriftelijke toelichting van de zijde van Osbo/KSM van 3 februari 2021,
- de schriftelijke toelichting van de zijde van SMTB van 3 februari 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
- betaling van € 47.449,47 exclusief btw, zijnde het bedrag aan WGA-premie dat zij van september 2018 tot en met februari 2020 heeft uitgekeerd aan haar werknemer [de werknemer],
- alsmede tot betaling van de WGA-premie die zij aan [de werknemer] moet uitkeren vanaf maart 2020 tot het moment dat haar verplichting tot uitkering aan [de werknemer] eindigt,
4.De beoordeling
2.118,00(2,0 punt × tarief € 1.114)