ECLI:NL:RBDHA:2021:2871
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot afwijzing van een Wob-verzoek en de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. De eiser had op 1 augustus 2019 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen. Na een bezwaarprocedure heeft verweerder op 30 oktober 2019 alsnog enkele documenten openbaar gemaakt, maar het bezwaar van eiser werd niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 15 februari 2021. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de afwijzing van het Wob-verzoek niet onterecht was, omdat de gevraagde informatie inmiddels openbaar was gemaakt. De rechtbank oordeelde dat eiser geen actueel en reëel belang had bij een inhoudelijke beoordeling van het bezwaar, aangezien hij al had gekregen wat hij vroeg. Bovendien heeft verweerder ter zitting het primaire besluit ingetrokken, waardoor de zorgen van eiser over toekomstige verwijzingen naar de afwijzing van het Wob-verzoek niet meer aan de orde zijn. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.