ECLI:NL:RBDHA:2021:2950
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardigheid van de verklaringen van eiser met betrekking tot politieke en religieuze vervolging in Irak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraakse nationaliteit, heeft op 23 juli 2019 een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelt dat hij Irak heeft moeten verlaten vanwege aanhoudende bedreigingen na een incident in een café, waar hij openlijk politieke opvattingen heeft geuit. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat de verklaringen van eiser ongeloofwaardig werden geacht. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing.
Tijdens de zitting op 18 februari 2021 heeft eiser zijn standpunten toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn, maar dat de andere elementen van zijn asielrelaas niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij problemen heeft ondervonden vanwege het openlijk uiten van politieke opvattingen en dat hij niet systematisch is blootgesteld aan discriminatie vanwege zijn soennitische overtuiging.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Staatssecretaris niet ten onrechte heeft gesteld dat de verklaringen van eiser ongeloofwaardig zijn en dat de aanvraag terecht is afgewezen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.