ECLI:NL:RBDHA:2021:2997
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) na registratie van schadeauto
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een BMW Coupé 435d xDrive M Sport, een bedrag van € 1.648 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) aangegeven. Eiser baseerde de afschrijving op een taxatierapport dat aangaf dat de auto meer dan normale gebruiksschade had. De taxateur schatte de handelsinkoopwaarde van de auto op € 1.490,50 negatief. De Dienst Domeinen Roerende Zaken (DRZ) voerde echter een hertaxatie uit, waarbij de schade aan de auto volledig hersteld was en de handelsinkoopwaarde werd vastgesteld op € 38.160. Eiser ontving vervolgens een naheffingsaanslag Bpm van € 4.328, waartegen hij in beroep ging.
Tijdens de zitting op 8 maart 2021 werd de zaak behandeld. Eiser stelde dat de auto een schadeauto was en dat er een blijvende waardedaling van € 10.000 was door ex-schade. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat de auto daadwerkelijk schade had en dat de waardedaling niet onderbouwd was. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar terecht ontvankelijk was verklaard, maar dat het beroep ongegrond werd verklaard, omdat eiser niet kon aantonen dat de naheffingsaanslag onterecht was opgelegd.
De uitspraak werd gedaan door rechter mr. E. Kouwenhoven en is openbaar uitgesproken op 22 maart 2021. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.