In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. J. van Deurzen, van de besloten vennootschap The Real Estate Company B.V. (hierna: Real Estate Company), vertegenwoordigd door G.Ph. de Gouw, een bedrag van € 1.253,96 aan onverschuldigde bemiddelingskosten. Eiser stelt dat hij deze kosten onterecht heeft betaald, omdat Real Estate Company geen recht had op loon voor de bemiddeling bij de huurovereenkomst, aangezien zij volgens de wet 'twee heren' heeft gediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen kwalificeert als een bemiddelingsovereenkomst, waarbij eiser als consument wordt aangemerkt. De rechter oordeelt dat Real Estate Company geen loon in rekening kan brengen aan de huurder, omdat zij ook voor de verhuurder heeft opgetreden. Eiser heeft onverschuldigd een bedrag van € 504,25 betaald, dat door de kantonrechter wordt toegewezen, met wettelijke rente vanaf 24 januari 2020. De vordering tot terugbetaling van de huur over de periode van 22 januari tot en met 31 januari 2020 wordt afgewezen, omdat eiser vrijwillig de huurovereenkomst is aangegaan. Daarnaast worden buitengerechtelijke incassokosten toegewezen tot een bedrag van € 91,52. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 24 maart 2021.