ECLI:NL:RBDHA:2021:3399

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 maart 2021
Publicatiedatum
7 april 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 6973
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om handhavend optreden tegen geluidsnormen van de grote kerkklok in Voorschoten

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker tegen het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten. De verzoeker had een handhavingsverzoek ingediend omdat hij meende dat de geluidsnormen werden overschreden door het luiden van de grote kerkklok van de dorpskerk te Voorschoten. Het college had het handhavingsverzoek echter afgewezen, waarna de verzoeker bezwaar maakte en de voorzieningenrechter vroeg om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter overwoog dat op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, na beoordeling van de feiten en omstandigheden, concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen sprake was van zodanig ernstige geluidshinder dat een beslissing op het bezwaarschrift van de verzoeker niet kon worden afgewacht. De voorzieningenrechter merkte op dat de verzoeker geen spoedeisend belang had en dat de stelling dat het geluidsniveau tijdens het luiden toeneemt, niet leidde tot een ander oordeel.

Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/6973
uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 maart 2021 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 30 september 2020 heeft verweerder het handhavingsverzoek van verzoeker afgewezen.
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrecht verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1.1
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
1.2
Artikel 8:83, derde lid, van de Awb bepaalt dat de voorzieningenrechter uitspraak kan doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien hij kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
1.3
De voorzieningenrechter ziet aanleiding van deze bevoegdheid gebruik te maken.
2. Bij de beoordeling gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden. Verzoeker heeft verweerder verzocht handhavend op te treden tegen de overschrijding van geluidsnormen door het luiden van de grote kerkklok van de dorpskerk Voorschoten. Naar aanleiding van dit verzoek heeft verweerder een geluidsmeting verricht bij de woning van verzoeker. Op basis van deze geluidsmeting heeft verweerder geconcludeerd dat de geluidsvoorschriften zoals neergelegd in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet worden overschreden. Verweerder heeft het handhavingsverzoek afgewezen. Het hiertegen gerichte bezwaar houdt in de kern in dat verweerder ten onrechte alleen het geluidsniveau heeft gemeten op het moment dat de klokken beginnen met luiden, omdat het geluidsniveau van de grote kerkklok tijdens het luiden toeneemt. Hierdoor is verweerder ten onrechte voorbij gegaan aan het maximale geluidsniveau, aldus verzoeker.
3. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is in het onderhavige geval geen sprake van een situatie waarin onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, vereist dat een voorlopige voorziening wordt getroffen. De voorzieningenrechter is niet gebleken van zodanig ernstige geluidshinder dat een beslissing op het bezwaarschrift van verzoeker niet kan worden afgewacht. De stelling van verzoeker dat verweerder niet heeft onderkend dat het geluidsniveau van de grote kerkklok tijdens het luiden toeneemt, kan, wat daar ook van zij, niet tot een ander oordeel leiden. Ook anderszins heeft verzoeker geen belangen aangedragen die met zich brengen dat een beslissing op zijn bezwaarschrift niet kan worden afgewacht.
4. Nu verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening, zal de voorzieningenrechter het verzoek afwijzen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F. Janmaat, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2021.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.