Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de Eenmanszaak 1],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak gaat het om de verzuimverzekering van een eenmanszaak, opgericht door de overleden mevrouw [A]. Na haar overlijden op [datum] 2016, heeft haar zoon, [eiser], de nalatenschap zuiver aanvaard en de activiteiten van de eenmanszaak voortgezet. De Goudse, de verzekeraar, heeft echter de verzekering per 14 december 2016 beëindigd, omdat zij meende dat het verzekerd belang was opgehouden te bestaan. De rechtbank moest beoordelen of de verzekeringsovereenkomst van rechtswege was geëindigd en of [eiser] als erfgenaam recht had op dekking onder de polis.
De rechtbank oordeelde dat [eiser] door erfopvolging de eigenaar van de eenmanszaak was geworden en dat de loondoorbetalingsverplichting voor de werknemer, [de Klusjesman], op hem was overgegaan. De rechtbank concludeerde echter dat de verzekeringsovereenkomst per 14 december 2016 van rechtswege was geëindigd, omdat de eenmanszaak niet was voortgezet. De Goudse had op basis van de informatie van de assurantietussenpersoon en de accountant gegronde redenen om aan te nemen dat de activiteiten waren overgedragen aan een ander bedrijf, [het Bedrijf].
De rechtbank wees de vorderingen van [eiser] af en oordeelde dat De Goudse recht had op terugbetaling van onverschuldigde uitkeringen. De kosten van de procedure werden aan [eiser] opgelegd, omdat hij in het ongelijk was gesteld.