ECLI:NL:RBDHA:2021:3778

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 april 2021
Publicatiedatum
15 april 2021
Zaaknummer
NL 21.3194
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herbeoordeling asielaanvraag van een Zimbabwaanse cricketspeler na afwijzing door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 9 april 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van een Zimbabwaanse cricketspeler, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De eiser, een bekende cricketspeler en coach, vreesde bij terugkeer naar Zimbabwe voor detentie of verdwijning vanwege zijn kritische uitlatingen over de politieke inmenging in cricketmanagement. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de vrees van eiser niet aannemelijk was. Eiser had zijn aanvraag onderbouwd met diverse documenten, waaronder e-mails van vrienden en een krantenartikel waarin hij als criticus werd genoemd. De rechtbank vond dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat de situatie voor critici in Zimbabwe veilig was, en dat de impact van eisers uitlatingen niet kon worden vergeleken met die van andere journalisten. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om de aanvraag opnieuw te beoordelen binnen zes weken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.3194

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.N. Schöning).

ProcesverloopBij besluit van 25 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2021. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen L. Totosashvili. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook is verschenen mr. R. Eilers.

Overwegingen

1. Eiser heeft de Zimbabwaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedag] 1987.
Aanleiding voor deze procedure
2.1
Eiser heeft op 21 augustus 2019 asiel gevraagd naar aanleiding van e-mails die hij enkele dagen daarvoor van zijn teamgenoten in Zimbabwe heeft ontvangen. Daarin wordt melding gemaakt van het feit dat ‘some guys from the state department’ naar de training zijn gekomen op zoek naar eiser. Ook gaat het in de e-mails over een (online) krantenartikel van medio augustus 2019 dat over eiser is verschenen. Hierin staat dat eiser als leidend criticus van corruptie en politieke inmenging in cricketmanagement ‘under attack’ is. In het krantenartikel staat verder dat de International Cricket Council (ICC) de geldstroom heeft gestopt en Zimbabwe heeft verbannen van (inter)nationale ICC-evenementen. Het aanzien van Zimbabwe daalde daardoor en grote aantallen mensen werden hierdoor direct geraakt. Eiser geeft verder aan dat hij professioneel cricketspeler, coach en sportcommentator is. Hij is bekend in zijn thuisland Zimbabwe. Hij heeft in het Zimbabwaanse nationale cricketteam gespeeld en speelt cricket en coacht in het buitenland. Op 12 april 2019 heeft eiser een radio-interview in Zimbabwe gegeven naar aanleiding van een cricketwedstrijd van de Verenigde Arabische Emiraten tegen Zimbabwe. In dat interview heeft hij zich kritisch uitgelaten over de politieke inmenging van de Zimbabwaanse overheid in het cricketmanagement in Zimbabwe. Omdat hij bij terugkeer naar Zimbabwe vreest voor detentie of verdwijning, heeft hij hier asiel aangevraagd.
2.2
Om zijn asielaanvraag te onderbouwen heeft eiser (onder meer) de volgende stukken overgelegd:
 een kopie van eisers journalistenpas van de Verenigde Arabische Emiraten-tour door Zimbabwe;
 het krantenartikel “Masvingo-bred cricketer ‘under attack’ for criticising political interference” van 14 augustus 2019 in de krant TellZim;
 e-mails van drie vrienden/voormalig teamgenoten van 13 en 15 augustus 2019;
 eisers retweets van tweets van de Nederlandse ambassadeur in Zimbabwe over diverse incidenten/misstanden/verdwijningen in Zimbabwe;
 artikelen van Amnesty International en BBC over de verdwenen journalist [naam 1] .
Voorts heeft eiser verweerder een USB stick aangeboden met daarop het interview van 12 april 2019.
Het bestreden besluit
3.1
Het asielrelaas van eiser bevat de volgende relevante elementen:
 identiteit, nationaliteit en herkomst;
 problemen wegens het eenmalig kritisch uitlaten over de autoriteiten op de radio. [1]
3.2
Verweerder acht eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig. De problemen vanwege de kritische uitlating over de autoriteiten op de radio acht verweerder niet geloofwaardig. Verweerder heeft online onderzoek gedaan en stelt dat de objectieve aard van het medium onvoldoende betrouwbaar is. De inhoud van het artikel komt bovendien niet overeen met eisers verklaringen. Zo zou eiser, volgens het artikel, een leidende kritische rol hebben en zou eiser persoonlijk zijn bedreigd. Verweerder werpt ook tegen dat eiser legaal en probleemloos Zimbabwe heeft kunnen uitreizen. Verder stelt verweerder dat de maatregelen van de ICC tegen Zimbabwe inmiddels weer zijn opgeheven. De e-mails die eiser heeft overgelegd zijn niet afkomstig van objectief betrouwbare bronnen. Bovendien heeft eiser sinds de e-mails van 15 augustus 2019 niets meer gehoord en geen problemen gehad. Voorts heeft eiser stukken ingebracht die zien op situaties van andere personen. Deze zeggen dus niets over de persoonlijke situatie van eiser. Uit het geven van één radio-interview kan niet worden geconcludeerd dat eiser een zodanige leidende kritische rol heeft zoals de personen waar deze bronnen over gaan. Er is dus niet gebleken van een vrees bij terugkeer.
3.3
Verweerder heeft de aanvraag daarom afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000.
Standpunt eiser
4. Eiser voert aan dat verweerder zijn aanvraag ten onrechte heeft afgewezen. Eiser is in Zimbabwe een nationaal bekende sporter van dé sport van het land. Cricket is vergelijkbaar met voetbal in Nederland. Een kritisch radio-interview heeft dan impact, gelet op zijn status. De ICC heeft onderzoek ingesteld na het radio-interview en vervolgens maatregelen genomen. Inmiddels keert het ICC de gelden direct aan de sporters zelf uit. Zo zet het ICC het management buiten spel. Verweerder heeft, gelet op Werkinstructie 2020/17 [2] , onvoldoende inzicht gegeven in zijn onderzoek naar de krant TellZim op basis waarvan hij de conclusie trekt dat dit een onvoldoende betrouwbaar medium is. Eiser legt een brief van VluchtelingenWerk Nederland van 24 maart 2021 over met informatie over de krant TellZim en politieke statements van cricketers in Zimbabwe. Verder wijst eiser op [naam 2] en overlegt eiser een verklaring van [naam 3] , twee voormalig Zimbabwaans cricketers die na een politiek statement tijdens het wereldkampioenschap in 2003 het land zijn ontvlucht. Twee jaar later is een andere cricketer, [naam 4] , bedreigd na een kritische uitlating. Eiser wijst verder op de situatie voor journalisten in Zimbabwe. Uit de tweets van de Nederlandse ambassadeur komt ook een zorgelijk beeld naar voren. Eiser vreest bij terugkeer in detentie te worden gezet net zoals [naam 5] . Ook vreest hij vergiftigd te worden door het gevangenisvoedsel. Dat gebeurt volgens hem ook.
Reactie verweerder
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat hij bij terugkeer naar Zimbabwe te vrezen heeft vanwege zijn kritische uitlatingen in het radio-interview. Eiser heeft dit niet objectief onderbouwd. Zo is er bijvoorbeeld geen opsporingsbevel. Bovendien had eiser direct na het interview geen problemen en kon hij legaal het land uitreizen. Eiser heeft de uitlatingen gedaan als sporter en niet als criticus of journalist. Hij had kritiek op de geldstromen en niet rechtstreeks op het beleid van de overheid of de mensenrechtensituatie. Eiser heeft niet onderbouwd dat sport en politiek als één wordt gezien. Daarom kan de impact van eisers uitlatingen niet worden vergeleken met die van journalist [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] . Zij uitten zich over de mensenrechtensituatie in Zimbabwe. Omdat eiser geen journalist is, kan zijn situatie niet vergeleken worden met die van andere journalisten zoals [naam 1] en die genoemd in de tweets van de Nederlandse ambassadeur.
Oordeel van de rechtbank
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het niet aannemelijk is dat eiser te vrezen heeft bij terugkeer. De rechtbank zal hieronder uitleggen waarom.
7.1
Op de zitting is allereerst duidelijk geworden dat verweerder een aantal tegenwerpingen heeft laten vallen. Verweerder heeft erkend dat eiser een in Zimbabwe een nationale bekendheid is en dat hij het radio-interview heeft gegeven. Verweerder werpt ook niet langer tegen dat het krantenartikel in Tellzim onvoldoende objectief is en neemt aan dat het artikel uit een vooraanstaande krant komt. Ook gelooft verweerder dat er in het artikel naar eiser wordt gewezen als de persoon die ervoor heeft gezorgd dat de ICC de geldkraan tijdelijk heeft dichtgedraaid.
7.2
Verweerder houdt vraagtekens bij het krantenartikel omdat daarin twee zaken niet overeenkomen met eisers verklaringen. Volgens het krantenartikel zou eiser een leidende kritische rol hebben, terwijl eiser verklaart dat hij eenmaal kritiek heeft geuit. Eiser heeft op zijn beurt gewezen op zijn rol, positie en bekendheid als topcricketer en sportjournalist in Zimbabwe. Daarmee heeft eiser, naar het oordeel van de rechtbank, een plausibele verklaring gegeven waarom de krant hem zo neerzet. Verder zou eiser volgens het krantenartikel persoonlijk bedreigd zijn terwijl eiser verklaart dat dit niet het geval is. Eiser stelt dat het krantenartikel niet in samenspraak met hem tot stand is gekomen. Hij is niet persoonlijk bevraagd door de journalist. In het artikel wordt verwezen naar 'reliable sources'. Ook deze uitleg acht de rechtbank plausibel.
7.3
Verweerder heeft tegengeworpen dat eiser na het interview op 12 april 2019 en met het uitreizen in mei 2019 geen problemen heeft ondervonden. Eiser heeft er op gewezen dat de ICC indertijd een onderzoek heeft gestart dat heeft geleid tot een verbod in juli 2019 en dat het krantenartikel waarin eiser als aanstichter wordt neergezet dateert van 14 augustus 2019. Eiser was toen al het land uit. De rechtbank vindt daarom dat verweerders tegenwerping, zonder nadere motivering, geen stand kan houden.
7.4
De rechtbank vindt verder dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eisers kritiek geen zodanige impact zou hebben dat de gevallen van de andere cricketers en journalisten waar eiser zich op beroept, niet vergelijkbaar zijn. De enkele tegenwerping dat eiser geen journalist is of dat hij zich niet direct tegen politiek beleid of de mensenrechtensituatie heeft uitgesproken, is hiervoor onvoldoende. Waarom het relevant is of eiser journalist is of niet, is de rechtbank niet duidelijk. Eiser is een bekendheid in Zimbabwe, heeft vanuit zijn positie kennis van zaken en heeft in die hoedanigheid ook commentaar gegeven. Het krantenartikel bestempelt eiser door zijn kritiek zelfs als aanstichter van het onderzoek en maatregelen van de ICC tegen Zimbabwe. Ook staat in het krantenartikel dat de ICC ‘recently suspended the country in protest against alleged political interference in de administration of local cricket’. Hieruit kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de kritiek een politiek karakter heeft, of in elk geval een politiek effect heeft (gehad). Ook al zijn de maatregelen van de ICC opgeheven, het onderzoek van de ICC heeft ertoe geleid dat de gelden nu direct aan de spelers worden uitbetaald en dat de bond wordt gepasseerd. Gelet daarop heeft verweerder ook ten onrechte tegengeworpen dat eiser zich maar één keer kritisch heeft geuit en dat het (ook) daarom niet aannemelijk is dat eiser te vrezen heeft.
7.5
De rechtbank stelt verder vast dat er geen algemeen ambtsbericht inzake Zimbabwe is waaruit kan worden afgeleid wat de situatie voor critici en/of journalisten in Zimbabwe is. Verweerder heeft zich niet op een individueel ambtsbericht, landeninformatie of andere bronnen gebaseerd bij zijn stelling dat het niet aannemelijk is dat eiser te vrezen heeft bij terugkeer. Daarentegen heeft eiser op allerlei manieren geprobeerd informatie te verzamelen en zijn relaas te onderbouwen. Uit de tweets van de Nederlandse ambassadeur in Zimbabwe blijkt dat er zorgen zijn over mensen die kritiek uiten op de overheid. In het licht van het voorgaande heeft verweerder ook onvoldoende gemotiveerd waarom de e-mails van eisers (voormalig) teamgenoten/vrienden zijn vrees niet (objectief) onderbouwen. Bij deze stand van zaken vindt de rechtbank dat de tegenwerping van verweerder, dat eiser sinds de e-mails in augustus 2019 niets meer heeft vernomen, onvoldoende is voor de conclusie dat eiser niet te vrezen heeft.
Conclusie
8. De aanvraag is ten onrechte afgewezen als ongegrond. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding zelf in de zaak te voorzien, omdat het aan verweerder is om opnieuw te beoordelen of eiser te vrezen heeft bij terugkeer naar Zimbabwe. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
9. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.068,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1). Indien aan eiser een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van plaatsing van deze uitspraak in het digitaal dossier een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, rechter, in aanwezigheid van mr. B.E. Giesen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Eiser heeft ook benoemd dat hij biseksueel is en verweerder heeft hem daarover ook gehoord. Eiser geeft echter uitdrukkelijk aan dat dit geen reden is geweest om asiel aan te vragen en dat het alleen om de problemen naar aanleiding van zijn kritische uitlatingen gaat. Dit aspect is daarom niet langer aan de orde in het bestreden besluit.
2.Beschikbaar op ind.nl/Documents/WI_2020-17.pdf.