ECLI:NL:RBDHA:2021:3823
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wlz indicatie wegens gebrek aan medische noodzaak voor 24-uurs zorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een aanvraag had ingediend voor een indicatie voor beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz), en de Centrum Indicatiestelling Zorg (verweerder). Eiser had zijn aanvraag op 18 juli 2019 ingediend, maar deze was op 1 augustus 2019 afgewezen. Verweerder stelde dat eiser, ondanks zijn zorgbehoefte, in staat was om hulp te vragen en geen blijvende behoefte had aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Eiser ging in beroep tegen deze afwijzing, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder zorgvuldig had gehandeld en het medisch advies dat aan de afwijzing ten grondslag lag, volledig en zorgvuldig was. De rechtbank concludeerde dat er geen medische noodzaak was voor de gevraagde zorg, omdat eiser in staat werd geacht om op relevante momenten hulp in te roepen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af.