Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 november 2019;
- de akte in het geding brengen producties namens [eiser] , met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het tussenvonnis van 12 augustus 2020 met het verzoek aan partijen zich uit te laten over de wijze van voortzetten van de procedure;
- de akte vermeerdering eis namens [gedaagde] ;
- de akte overlegging producties namens [eiser]
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 maart 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- in 2006 een bedrag van € 517.000 aan aanschaf en verbouwing;
- vanaf 2007 tot en met 2011 een bedrag van € 105.949 aan verbouwing;
- vanaf 2012 tot en met 2016 een bedrag van € 25.362 aan verbouwing;
- in 2006 een bedrag van € 49.040,51 ten behoeve van verbouwingen;
- van 2008 tot en met 2016 een bedrag van € 111.807,86 ten behoeve van de verbouwingen;
- van 2008 tot en met 2016 een bedrag van € 57.651,18 ten behoeve van (klein) onderhoud;
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
envan het bedrag van € 25.000 dat hij in verband met de woning nog aan [gedaagde] verschuldigd is (zie onder 2.11.). [gedaagde] mocht er naar het oordeel van de rechtbank dan ook op vertrouwen, en [eiser] had moeten begrijpen, dat de contractuele verdeling waarover partijen bij het hof overeenstemming hadden bereikt, inhield dat [eiser] aan haar niet alleen de helft van de overwaarde van het appartement zou betalen maar ook het bedrag van € 25.000.
Zoals het hof hiervoor heeft overwogen, is het hof niet bevoegd ten aanzien van de geschillen met betrekking tot de aandelen van partijen in de SCI, alsmede de door de vrouw opgevoerde investeringen in de SCI uit privévermogen. Op basis van de statuten van de SCI is de Franse rechter exclusief bevoegd.”
- de vraag of een bepaalde bankrekening in Frankrijk is gebruikt voor betalingen aan de SCI;
- de vraag of een bepaalde betaling vanaf de ABN AMRO bankrekening van [gedaagde] een aanbetaling is voor de onroerende zaak van de SCI;
- de vraag of [eiser] eerder heeft erkend dat [gedaagde] bepaalde bedragen heeft besteed aan aanschaf en verbouwing van de onroerende zaak van de SCI;
- de vraag of [gedaagde] bepaalde bedragen heeft betaald ten behoeve van de verbouwingen en of het (klein) onderhoud van de onroerende zaak van de SCI.