ECLI:NL:RBDHA:2021:3971
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met problemen met occulte genootschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser, die problemen ondervond met een occulte genootschap. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij persoonlijk risico liep bij terugkeer naar Nigeria. De eiser had eerder een asielaanvraag ingediend, maar deze was niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling. De rechtbank stelde vast dat de verklaringen van de eiser inconsistent waren en dat hij niet had aangetoond dat hij daadwerkelijk problemen had ondervonden van het genootschap. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvraag ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor uitstel van vertrek. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees op het feit dat er geen proceskostenveroordeling nodig was.