ECLI:NL:RBDHA:2021:406

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 januari 2021
Publicatiedatum
25 januari 2021
Zaaknummer
NL20.21670 en NL20.21672
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken

In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 januari 2021, in de zaken met de nummers NL20.21670 en NL20.21672, zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H.M. Schurink-Smit, hadden beroep ingesteld tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 17 december 2020 de asielaanvragen van de verzoekers niet in behandeling had genomen. De zitting vond plaats op 5 januari 2021, samen met de behandeling van andere zaken. De voorzieningenrechter oordeelde dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaken NL20.21669 en NL20.21671, een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De verzoeken werden om die reden afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.21670 en NL20.21672

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], verzoekers V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.M. Schurink-Smit), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

In de besluiten van 17 december 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting heeft, samen met de behandeling van de zaken NL20.21669 en NL20.21671, plaatsgevonden op 5 januari 2021. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. In de uitspraak van vandaag, zaaknummers NL20.21669 en NL20.21671, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op
07 januari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtpsraak.nl.
Mr. B. Fijnheer S. Westerhof
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.