In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 april 2021, wordt de echtscheiding uitgesproken tussen de vrouw, [X], en de man, [Y]. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken en heeft de zaak behandeld in een zitting waar beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig waren. De vrouw verzocht om echtscheiding met nevenvoorzieningen, waaronder de opname van een ouderschapsplan en de vaststelling van kinder- en partneralimentatie. De man heeft geen verweer gevoerd tegen de echtscheiding en de opname van het ouderschapsplan, maar heeft wel verweer gevoerd tegen de overige nevenverzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw gehuwd zijn onder huwelijkse voorwaarden en dat zij gezamenlijk gezag uitoefenen over hun minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank heeft het ouderschapsplan dat door beide partijen is ondertekend, opgenomen in de beschikking.
Wat betreft de kinderalimentatie heeft de rechtbank vastgesteld dat de man € 661,85 per kind per maand moet betalen, na toepassing van een zorgkorting van 15%. Voor de partneralimentatie is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de man € 5.031,- bruto per maand moet betalen, met een vermindering naar € 4.073,- bruto per maand na een jaar. De rechtbank heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken die betrekking hebben op de vernietiging van de huwelijkse voorwaarden, omdat de behandeling daarvan onnodige vertraging zou veroorzaken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van het uitspreken van de echtscheiding.