Uitspraak
Gezag en zorgregeling
Beschikking op het op 15 april 2020 ingekomen verzoek van:
[X] ,
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek;
- het F9-formulier van 13 juli 2020 van de kant van de moeder;
- het F9-formulier van 20 juli 2020 van de kant van de vader;
- het F9-formulier van 19 november van de kant van de moeder:
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
cleanen is er geen nieuwe psychose opgetreden. De vader is zich bewust van zijn problemen. Hij wordt behandeld bij de Brijder en de Binnenvest en ook heeft hij een beschermingsbewindvoerder. Hij woont tijdelijk in een containerwoning in afwachting van een eigen woning eind 2021 en hij heeft begeleid werk. De afgelopen jaren hebben zich geen situaties voorgedaan waarbij het vanwege vaders psychische gesteldheid voor de moeder niet mogelijk bleek om belangrijke beslissingen over [voornaam minderjarige] te nemen. Hij heeft na een verzoek van de moeder altijd toestemming gegeven voor gezagsbeslissingen en hij zal dat in de toekomst ook blijven doen. Er is dan ook geen noodzaak om de moeder alleen met het gezag over [voornaam minderjarige] te belasten. De vader erkent dat zijn bijdrage in het leven van [voornaam minderjarige] beperkt is. Echter, hij vindt het wel belangrijk dat hij een rol blijft spelen in het leven van zijn zoon en dat hij geïnformeerd blijft worden. Als de moeder het eenhoofdig gezag krijgt, vreest hij dat hij geheel buiten beeld wordt geplaatst.
sparringspartneris, is ook geen grond voor wijziging van het gezag. Dat de vader al lange tijd een beperkte invulling geeft aan het gezag, is niet zijn eigen en bewuste keuze, maar is ingegeven door zijn problematiek waarvoor hij hulp zoekt en krijgt. In het op dit moment ontbreken van enige vorm van directe communicatie ziet de rechtbank ook geen reden voor het wijzigen van het gezag. Naar de rechtbank heeft begrepen was er voor de laatste psychose van de vader wel directe (basale) communicatie. Gedurende zijn psychose en in het kader van zijn behandeling is deze communicatie kennelijk indirect geworden. Waarom dit precies is, is niet onderbouwd. De rechtbank ziet dan ook geen redenen om aan te nemen dat hier sprake is van een dusdanig verstoorde communicatie, die niet voor verbetering vatbaar is en tot het toekennen van het eenhoofdig gezag aan de moeder moet leiden. De rechtbank wijst het verzoek van de moeder tot wijziging van het gezamenlijk gezag dan ook af.
Beslissing
4 mei 2021.