4.3.Eiseres is ook tegengeworpen dat zij wisselend of tegenstijdig heeft verklaard over
het moment dat zij erachter kwam dat binnen haar gemeenschap besnijdenissen
plaatsvonden. Gedurende het nader gehoor heeft de gehoorambtenaar aan eiseres nadere
vragen gesteld die te maken hadden met het moment waarop eiseres erachter kwam dat
besnijdenissen plaatsvonden binnen haar gemeenschap. Eiseres verklaarde in haar vrije
relaas dat “toen zij opgroeide” iedereen begon te zeggen dat zij besneden moest worden. Zij
zei dat zij dat niet wilde (pagina 4). Verweerder heeft vervolgens gevraagd of zij altijd al
wist dat zij zou worden besneden. Eiseres verklaarde hierop dat zij dit niet wist toen zij
klein was. Toen zij zag dat meisjes naar het bos werden gebracht om te worden besneden en
kwamen te overlijden, was zij al groot (pagina 6). Op de vraag hoe oud zij was toen zij
begreep dat besnijdenissen plaatsvonden binnen haar gemeenschap, heeft eiseres
geantwoord dat zij negentien was. Verweerder heeft eiseres weliswaar niet tijdens het nader
gehoor hiermee geconfronteerd maar in de correcties en aanvullingen heeft eiseres er niets
over gezegd en noch in de zienswijze noch in de beroepsgronden of ter zitting heeft eiseres
op deze tegenwerping inhoudelijk gereageerd. Verweerder had een reactie van eiseres in de
correcties en aanvullingen of in de zienswijze kunnen geven, waarna verweerder die in het
bestreden besluit had kunnen meenemen. Ook in beroep (als dat in de zienswijze niet lukte)
had eiseres een reactie kunnen geven. Zij heeft in beroep met name op algemene informatie over besnijdenis in Nigeria gewezen en niet op verweerders stelling op dit punt. Eiseres is
dus op geen enkele wijze benadeeld. Onder deze omstandigheden vindt de rechtbank de
handelwijze van verweerder niet in strijd met genoemd artikel 16 van de Procedurerichtlijn.
Dat in de Afdelingsuitspraak van 14 december 2020 waar eiseres naar verwijst is overwogen
dat de mogelijkheid om correcties en aanvullingen in te dienen en om een zienswijze op het
voornemen uit te brengen onverlet laat dat de staatssecretaris eiser in die zaak had moeten
confronteren met de tegenstrijdigheden gaat, treft geen doel. Anders dan in dit geval ging
het in die zaak om een groot aantal tegenstrijdigheden, waarbij de eiser in die zaak met geen
enkele daarvan is geconfronteerd, terwijl dat wel van verweerder gevraagd had mogen
worden. Verweerder had de eiser in die zaak daarmee niet mogen overvallen. Zo’n situatie
is hier niet aan de orde.
5. Eiseres betoogt dat verweerder ten onrechte ongeloofwaardig acht dat zij is
gevlucht uit Nigeria vanwege haar aanstaande besnijdenis. Eiseres betoogt ook dat
verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat er voor haar en meer in het bijzonder haar
minderjarige dochter geen gegronde vrees voor vrouwenbesnijdenis is bij terugkeer naar
Nigeria. Daartoe voert eiseres als eerste aan dat verweerder in strijd heeft gehandeld met
artikel 10, derde lid, aanhef en onder b, van de Procedurerichtlijn door in zijn
besluitvorming geen nauwkeurige en actuele informatie uit verschillende bronnen te
betrekken, terwijl die er wel is. Hiertoe verwijst eiseres naar:
- het rapport van United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) over de
bescherming van ontheemden, van mei 2020;
- het rapport ‘Country Policy and Information Note Nigeria: Female Genital
Mutilation (FGM), van UK Home office, van augustus 2019;
- het antwoord op de vraag over de verspreiding van vrouwenbesnijdenis, wettelijke
voorschriften en organisaties in Nigeria van Austrian Centre for Country of Origin
& Asylum Research and Documentation (ACCORD), van 9 maart 2020;
- het rapport ‘Nigeria 2019 Human Rights Report’ van U.S. Department of State
(USDOS), van 11 maart 2020;
- het artikel ‘FGM in Nigeria: Combative Legislation and the Issue’s Impact on the Economic Growth of Women’ van Impakter van 25 juni 2019.
Verder stelt eiseres onder verwijzing naar het rapport ‘Country profile: FGM in Nigeria’ van
28 Too Many van oktober 2016 dat het mogelijk is dat zij alsnog wordt besneden. Eiseres
vindt in dit rapport eveneens steun voor haar verklaring dat zij zich meerdere malen heeft
gewend tot de politie voor bescherming tegen deze traditie, maar dat de politie haar niet
helpt. Ook uit het rapport ‘Nigeria: Law and FGM’ van 28 Too Many van juni 2018 en het
rapport ‘Nigeria: Freedom in the World 2017’ van Freedom House blijkt dat hoewel er
wetgeving bestaat die genitale verminking strafbaar stelt, de praktijk wijdverbreid blijft en
het lastig is om dergelijke wetgeving te handhaven, aldus eiseres.