Naar het oordeel van de rechtbank wordt eiser niet ten onrechte niet gevolgd in de
gestelde problemen met de Algerijnse autoriteiten. Daartoe werpt verweerder eiser niet ten
onrechte tegen dat de informatie uit het vonnis ongerijmdheden bevat, waardoor niet van de
geloofwaardigheid ervan kan worden uitgegaan. Het vonnis dateert van 14 augustus 2019.
In het vonnis staat dat eiser is veroordeeld voor het verstoren van de militaire rechtbank en
het niet naleven van het verkiezingsbesluit van 12 december 2019. Dit zou betekenen dat
eiser is veroordeeld voor het niet naleven van een verkiezingsbesluit dat nog niet in werking
is getreden. Het bevreemdt ook dat het de militaire rechtbank is geweest die uitspraak heeft
gedaan en dat eiser, gelet op de in het vonnis genoemde artikelen, misdrijven ten laste zijn
gelegd die zien op gedeserteerde soldaten die in het buitenland verblijven. Naast dat dit niet
rijmt met hetgeen waarvoor eiser stelt te worden vervolgd, namelijk deelname aan
demonstraties, is dit vooral opmerkelijk omdat eiser door zijn slechte zicht stelt te zijn
vrijgesteld van de dienstplicht en dus nooit als beroepsmilitair heeft gediend. De door eiser
overgelegde brief van Vluchtelingenwerk Nederland van 9 april 2021, waarin een vraag
werd gesteld over arrestaties, beoordeling en bestraffing van demonstranten door militaire
rechtbanken, maakt dit niet anders. Uit de overgelegde brief en daarbij behorende bijlagen
blijkt in ieder geval niet dat de militaire rechtbanken ook individuen zoals eiser berechten of
dat zij zich buigen over niet militaire zaken, zoals van eiser. Uit het US Department of State:
2020 Country Reports on Human Rights Practices: Algeria, van 30 maart 2021 blijkt dat er
gevallen bekend zijn waarin mensen onder vage bepalingen zoals ‘het aanzetten tot een
gewapende bijeenkomst’ of ‘beledigen van een overheidslichaam’ zijn opgepakt en in
voorarrest hebben gezeten, maar niet dat zij zijn berecht door een militaire rechtbank.
Bovendien is eiser dit ook niet ten laste gelegd. De voorbeelden die in de brief en bijlagen
zijn aangehaald, zien op veroordelingen door militaire rechtbanken van personen met een
onderscheidende rol, zoals een voormalig parlementariër en activist, die is beschuldigd van samenzwering tegen het staatsgezag. Eiser heeft daarentegen verklaard dat hij net zoals alle
andere miljoenen mensen vrij meeliep, zonder spandoek, en dat hij geen organisator of
leider was. Ook is hij geen lid van een politieke partij en stemt hij niet. Eiser heeft ook
verder niet aannemelijk gemaakt waarom de autoriteiten hem persoonlijk zouden willen
vervolgen. Dat eiser in de plaats van zijn dochter is vervolgd omdat hij in april 2019 tegen
de Gendarmerie heeft geroepen dat hij ook aan demonstraties meedoet en op een ‘toon’
heeft gedreigd een filmpje op Youtube te zetten indien zijn dochter niet werd vrijgelaten en
toen in de ogen van de officier zag dat hij uit was op een wraakactie, wordt niet gevolgd.
Dat de Gendarmerie daarom uit is op wraak rijmt niet met de omstandigheid dat eiser in de
periode van april 2019 tot augustus 2019 niets heeft vernomen van de autoriteiten en dat zijn
vrouw en dochter (tot op hede)n geen problemen met de autoriteiten hebben ondervonden
(pagina 18, 20, nader gehoor). Hierdoor is het onaannemelijk dat eiser persoonlijk in de
negatieve belangstelling staat van de Algerijnse autoriteiten.