ECLI:NL:RBDHA:2021:4791
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, afkomstig uit Noord-Macedonië, had een terugkeerbesluit ontvangen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, met een vertrektermijn van 28 dagen en een inreisverbod voor de duur van één jaar. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar was niet aanwezig op de zitting. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de rechtbank van oordeel was dat het terugkeerbesluit terecht was opgelegd. Eiser had de vrije termijn van 90 dagen overschreden, en er waren geen concrete aanknopingspunten dat hij na zijn inreis op 7 oktober 2020 het grondgebied van de Europese Unie had verlaten en opnieuw was ingereisd. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht een vertrektermijn van 28 dagen had gegeven, en dat de vermelding van andere gronden in het besluit niet afdeed aan de rechtmatigheid van het besluit. Ook het inreisverbod werd door de rechtbank als terecht beoordeeld, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.