3.2Eiser 1 heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Eiser 2, die het risico draagt voor de uitkering, heeft hiertegen ook bezwaar gemaakt. De arts bezwaar en beroep (b&b) G.M.J. Hanssen heeft in zijn rapport van 4 december 2019 de belastbaarheid van eiser 1 heroverwogen. Deze heroverweging is getoetst en akkoord bevonden door verzekeringsarts b&b R. Kox. Uit het rapport volgt dat de arts b&b een aantal aanvullende beperkingen heeft vastgesteld. Deze beperkingen hebben betrekking op de psychische klachten en de knieklachten van eiser 1 en staan vermeld in de aangepaste FML van 16 december 2019. De arbeidsdeskundige b&b heeft aan de hand van deze FML een herbeoordeling verricht. Hij vindt twee functies ongeschikt voor eiser 1 en heeft deze daarom laten vervallen. Omdat het gaat om twee reservefuncties blijft het arbeidsongeschiktheidspercentage onveranderd 76,87%. In het bestreden besluit heeft verweerder daarom het primaire besluit gehandhaafd.
4. Eiser 1 voert aan dat hij zich niet kan verenigen met de aangepaste FML omdat hij op meer punten beperkt is. Ook vindt hij de geduide functies niet passend gezien zijn beperkingen. Ter zitting is namens eiser 1 - kort samengevat - aangevoerd dat door de verzekeringsartsen bij het vaststellen van de beperkingen onvoldoende rekening is gehouden met de beschikbare medische informatie van de behandelaars van eiser 1 en van de bedrijfsarts. Er zijn diverse psychiatrische diagnoses op eiser 1 van toepassing. Ook de lichamelijke klachten zijn onderschat.
5. Het beroep van eiser 2 richt zich alleen op de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit. Hij voert - kort samengevat - aan dat de geduide functie huishoudelijk medewerker gebouwen (SBC-code 111334) de belastbaarheid van eiser 1 overschrijdt.
Beoordeling door de rechtbank.
6. De rechtbank moet aan de hand van de beroepsgronden beoordelen of het medisch onderzoek zorgvuldig is geweest en of het standpunt van verweerder met betrekking tot de geschiktheid van eiser 1 voor de geduide functies per de datum in geding juist is. Bij deze beoordeling geldt als uitgangspunt de datum 16 mei 2019. Dit is de datum in geding.
7. Verweerder heeft zijn besluiten gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Hij mag die rapporten volgen als aan drie voorwaarden is voldaan. De rapporten moeten dan:
- op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- geen tegenstrijdigheden bevatten, en;
- voldoende begrijpelijk zijn.
Als de eisende partij van mening is dat een rapport niet aan deze voorwaarden voldoet, dan moet hij uitleggen waarom hij dat vindt. Als hij het niet eens is met de beoordeling van de verzekeringsartsen, dan moet hij informatie van een andere arts inbrengen waaruit blijkt dat de beoordeling onjuist is. Het is niet genoeg als hij alleen zijn gezondheidsklachten noemt.
8. Verder stelt de rechtbank voorop dat het tot de deskundigheid van de verzekeringsartsen behoort om uit het geheel van medische onderzoeksbevindingen beperkingen voor arbeid voor de betrokkene af te leiden en in de FML op te nemen, ongeacht hoe eiser 1 zijn klachten ervaart en/of verwoordt.
Medische grondslag van het bestreden besluit