6.2.1Verweerder stelt zich namelijk ten onrechte op het standpunt dat eiser in zijn gehoren onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn denkproces en zijn gevoelens over zijn seksuele geaardheid. De rechtbank wijst daartoe nadrukkelijk op de volgende citaten uit de gehoren, waarop eiser in zijn zienswijze en beroep ook heeft gewezen:
U raakte verliefd op een jongen [...] hoe was het voor u om als 16-jarige iets te hebben dat niet gebruikelijk is in Indonesië?
'Ik ervoer angst voor vrienden en familieleden. Ik probeerde mijn gevoel niet te laten zien aan mijn vrienden en familieleden. Verder had ik stress over waarom ik homo was of homo was geworden'.
[...] Kan u daarover uitweiden? U mag spreken over uw emoties en uw gevoelens.
'Er zijn twee redenen. Ten eerste had ik stress omdat mijn omgeving homofielen niet accepteert. Ten tweede had ik stress omdat ik zelf niet accepteerde dat ik homofiel was.'
Maar gevoelens van verliefdheid zijn wel fijn, toch?
‘Als je geaccepteerd hebt dat je homo bent wel. Het is ook fijn als je omgeving accepteert dat je homofiel bent.’
[...] Waar was u precies bang voor als het om uw familieleden gaat?
Ik ben bang voor mijn familie. Ik ben bang dat ik word mishandeld. Ik ben bang dat ik geslagen word met hout. Het zijn geen normale dingen.'
Hoe beschouwt u uw seksuele gerichtheid op dit moment?
'Ik voel mezelf homo. Het begon op de eerste klas van de middelbare school, toen ik me voor knappe jongens begon te interesseren. Ik was verliefd geworden op een jongen in een hogere klas, maar hij wist niet dat ik homo was, dus ik deed het stiekem. Ik was toen nog heel erg bang om mezelf bloot te stellen. Pas in [stad] durfde ik mezelf bloot te stellen, dat ik homo ben. Als ik het geheim zou blijven houden, zou ik gestrest raken om zoveel last te dragen.'
Hoe voelt dat voor u persoonlijk, dat homoseksualiteit niet geaccepteerd wordt in uw land?
'Ik hou er helemaal niet van, we worden gezien als beesten. We worden niet gezien als mensen en dat doet mij heel veel pijn. Ik word er heel verdrietig van. Ik word verdrietig van wat ze tegen ons doen, en dat accepteer ik ook niet. Maar ik kan er niets aan doen.'
Wilt u nog meer over uw relaties vertellen?
'Nee, dat is mijn enige ervaring als homo toen ik in Indonesië was. Toen ik er voor het eerst achter kwam dat ik homo was, was ik ook heel erg bang dat anderen het zouden weten. Ik dacht: "hoe kan ik geïnteresseerd zijn in mannen van dezelfde sekse?" Maar ik krijg altijd een soort trilling als ik een knappe man tegenkom, terwijl die persoon misschien niet weet dat ik homo ben. [...]'
Bent u wel eens verliefd geweest in Nederland?
'Ja.'
Vertelt u eens.
'Ik was verliefd op een Nederlander, we gingen naar het park. We gingen dansen, en we hebben gezoend. Toen ging ik naar hem toe, en hadden we seks. Na de seks hebben we nummers uitgewisseld en we bleven daarna vaak met elkaar praten. We troffen elkaar misschien één keer per week. En na 3 of 4 maanden, toen zei hij opeens dat hij een Indonesisch vriendje had. Toen ik dat hoorde, had ik hartzeer. Waarom had hij niet van tevoren gezegd dat hij een vriendje had? Ik werd toen depressief en vertrouwde hem niet meer. Ik had besloten om zijn nummer te blokkeren, want ik hield echt van hem. Ik hoopte dat ik hem snel zou kunnen vergeten. Ik begon zelf weer andere partners te zoeken. Nu ontmoet ik weleens mensen met wie ik vroeger ooit seks heb gehad, maar het beperkt zich nu ook alleen tot seksuele relaties. Ik vind het niet fijn dat ik heel gauw verliefd word. Ik word vaak gekwetst. Dus voorlopig beperk ik me alleen tot seksuele handelingen en dan kijk ik of het een relatie kan worden.'
U heeft verteld dat u in Nederland op een gegeven moment uit de kast bent gekomen. Waarom deed u het precies op dat moment?
'Ik heb het toen gedaan omdat ik zeker wist dat men mij zou accepteren. Ik voelde me op datmoment veilig. Stel dat ik dat in Indonesië zou doen, dan zouden ze iets achter mijn rug om doen. Daarom kun je in Indonesië beter niet uit de kast komen.'
[...]'Ik ben trots op mezelf. Misschien weet niemand anders hoe ik heb gestreden om te leven zoals het nu is. Ik ben trots op mezelf, en ook op de steun van mijn vrienden tijdens deze asielaanvraag. Misschien zijn er ook vrienden en kennissen van mij die brieven naar de IND kunnen sturen over mijn goede omgang met andere mensen. Wat me hier heel erg gelukkig maakt, is dat ik openlijk homo kan zijn, dat lijkt op een wonder.’
6.2.2Gelijk betoogd door eiser heeft verweerder in het bestreden besluit nagelaten deugdelijk te motiveren waarom deze citaten onvoldoende diepgaand zijn. De enkele stelling in het bestreden besluit dat eiser vaag en summier heeft verklaard en onvoldoende diepgaand, met een verwijzing naar het voornemen en de verklaringen die verweerder zelf aanhaalt, volstaat daartoe niet. Verweerder geeft daarmee onvoldoende rekenschap van al zijn verklaringen. Die stelling getuigt, zoals eiser terecht betoogt, dan ook van een gebrekkige motivering en een onzorgvuldige totstandkoming van de besluitvorming. De rechtbank geeft als voorbeeld de overwegingen op pagina 4, laatste alinea, pagina 5, eerste alinea en derde alinea, van het bestreden besluit.
6.2.4Verweerder heeft zich daarnaast ten onrechte op het standpunt gesteld dat hij summier heeft verklaard over de situatie van LHBTI’s in Indonesië. Eiser heeft namelijk verklaard over razzia’s, bestraffingen, intimidatie, de inzet van de anti-pornografiewet. Verweerder heeft dit ten onrechte bestempeld als summier. Dat hij nooit naar LHBTI belangenorganisaties heeft gezocht in Indonesië is niet onbegrijpelijk. In Indonesië heeft hij namelijk zijn homoseksualiteit niet kunnen uitdragen en niet openlijk als homoseksueel kunnen leven. Eiser verklaart ook dat hij toen niet eens wist dat die organisaties er waren. Voor zover verweerder stelt dat het onbegrijpelijk is dat hij vanuit Nederland niet heeft gezocht naar dergelijke organisaties, treft die stelling ook geen doel. Eiser zet daar namelijk tegenover dat hij niet de intentie heeft om naar Indonesië terug te keren en daar als homoseksualiteit te leven. Hij heeft verklaard dat dat een risico is die hij niet wil nemen. Eiser heeft daarmee een plausibele verklaringen gegeven voor waarom hij niet de behoefte of de noodzaak heeft gevoeld om onderzoek te doen daarnaar.
6.2.5De rechtbank is het ook eens met het betoog van eiser dat verweerder aan de andere bewijzen in deze zaak onvoldoende gewicht heeft toegekend, in het licht bezien van Werkinstructie 2019/17. In het algemeen mag verweerder het zwaartepunt leggen bij de verklaringen die een vreemdeling heeft afgelegd over zijn homoseksuele geaardheid, maar in dit geval ligt dat anders gelet op de aard, inhoud en hoeveelheid van die andere bewijzen. De 40 verklaringen van personen (met naam en telefoonnummer bekend) kennen eiser persoonlijk als homoseksueel, waaronder twee personen die verklaren zelf een seksuele relatie met eiser te hebben of te hebben gehad in het verleden. Verder stelt eiser terecht dat grote waarde toekomt aan de door eiser overgelegde verklaringen van de zijde van de politie, de aangifte en andere stukken uit het strafproces, waaruit blijkt dat eiser, nadat hij eerder zelf slachtoffer was van homo gerelateerd geweld, als getuige een belangrijke rol heeft gespeeld bij het oplossen van een moord op een homo-ontmoetingsplaats in [lokatie] . Het valt zoals eiser stelt, niet in te zien waarom een persoon zonder verblijfsvergunning zich zou melden bij de politie met een getuigenis van wat hij heeft meegemaakt op een homo-ontmoetingsplaats, als dat niet was gebeurd. Eiser had er op dat moment ook geen enkel belang bij om zich vals voor te doen als homoseksueel. Verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom deze verklaringen van derden en de overige informatie niet opwegen tegen de door verweerder als ontoereikend aangemerkte eigen verklaringen. De enkele stelling dat hij zelf ontoereikend heeft verklaard en dat de verklaringen van derden en de overige informatie daar niet tegen opweegt, is onvoldoende qua motivering.
De rechtbank is het gelet op het voorgaande dus ook eens met het betoog van eiser dat verweerders besluitvorming geen blijk geeft van een deugdelijke integrale weging van de verschillende elementen.
6.2.6Voor zover verweerder stelt dat de vier verklaringen die in beroep bij de balie van verweerder zijn overgelegd steun bieden voor zijn conclusie dat de verklaringen van eiser over zijn geaardheid ongeloofwaardig zijn, overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt vast dat verweerder vier verklaringen overgelegd, die gelet op de stijl, inhoud en Nederlands taalgebruik opvallend op elkaar lijken en alle vier alleen zijn ondertekend met een voornaam. In de verklaringen wordt gesteld dat zij als vrienden/kennissen van eiser hem willen steunen en vragen aan verweerder om hem verblijf toe te staan. Daarbij staat echter ook dat eiser zou hebben gelogen over zijn homoseksualiteit om aan een verblijfsstatus te komen.
De voornamen onder de verklaringen zijn: [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] . Deze verklaringen zijn door een persoon waarvan de identiteit niet is gecontroleerd (althans niet is gebleken dat dat is gebeurd), buiten de advocaat van eiser om, afgegeven bij een intakebalie van verweerder op 30 april 2021. Diegene heeft opgegeven dat hij [naam 1] heet.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder aan deze verklaringen geen waarde kan hechten, zonder nader onderzoek, nu degene die de verklaringen heeft afgegeven niet zijn volledige identiteitsgegevens heeft genoemd en zijn identiteit ook niet is gecontroleerd. De volledige identiteitsgegevens van de overige drie personen zijn ook niet bekend en hun identiteiten zijn ook niet gecontroleerd. De juistheid van de inhoud van deze verklaringen kan daarmee naar het oordeel van de rechtbank ook niet geverifieerd worden, terwijl hier wel aanleiding toe bestaat. Het is namelijk opmerkelijk dat vrienden/kennissen stellen een steunbetuiging in te dienen maar tegelijkertijd melden dat eiser verweerder bewust misleid heeft. Dit strookt niet met elkaar. Het is ook niet geloofwaardig dat deze zogenaamde echte vrienden/kennissen deze verklaringen buiten de gemachtigde van eiser en eiser zelf om zouden indienen. Daar komt bij dat eiser betwist dat hij een [naam 2] en [naam 3] (een gestelde buurman) kent. Hij kent wel een [naam 1] en een [naam 4] , maar de [naam 1] die hij kent heeft (op camera) verklaard dat hij de verklaring niet geschreven heeft. Met [naam 4] heeft hij geen contact kunnen leggen. De rechtbank acht deze verklaringen van eiser niet onaannemelijk en acht ook aannemelijk dat eisers vriend [naam 1] op camera heeft verklaard dat hij geen schriftelijke verklaringen heeft afgegeven bij een intakebalie. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om eiser een nadere onderbouwing in te laten brengen waaruit blijkt dat de persoon die een boodschap voor de camera heeft ingesproken, daadwerkelijk [naam 1] heet.
Eiser stelt naar het oordeel van de rechtbank bij deze stand van zaken dan ook terecht, dat verweerder geen waarde aan deze verklaringen kan hechten en deze buiten beschouwing dient te laten.