ECLI:NL:RBDHA:2021:5783
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering vergoeding uit het Schadefonds geweldsmisdrijven op basis van onvoldoende objectieve aanwijzingen
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Noordwijk, die op 27 januari 2021 was gedaan. De rechtbank heeft op 21 juni 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is verklaard. Eiseres had een vergoeding uit het Schadefonds geweldsmisdrijven aangevraagd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende objectieve aanwijzingen waren die het betoog van eiseres ondersteunden. Er was niet aannemelijk gemaakt dat eiseres slachtoffer was geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf in Nederland.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 360,- niet volledig had betaald, aangezien zij slechts € 36,- had voldaan. De rechtbank heeft eiseres in een herinnering gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen, en dat het niet of niet tijdig betalen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Aangezien eiseres niet heeft aangetoond dat het niet betalen van het griffierecht haar niet kon worden toegerekend, heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het reeds betaalde bedrag van € 36,- zal worden teruggestort aan eiseres. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter D.M. Drok, in aanwezigheid van griffier F.J. Leegstraten, en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2021. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.