ECLI:NL:RBDHA:2021:5933

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 juni 2021
Publicatiedatum
10 juni 2021
Zaaknummer
NL20.19201
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
  • A.J.J. Sterks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een tweede asielaanvraag van een Eritrese verzoekster op basis van niet-geloofwaardige identiteit en nationaliteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de afwijzing van een tweede asielaanvraag van een Eritrese verzoekster. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 3 november 2020 het verzoek van de verzoekster afgewezen, waarbij het besluit als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 6 mei 2021 in Breda, waar de verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er bij een eerdere uitspraak, die op dezelfde dag is gedaan, al op het beroep is beslist. Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.J. Sterks. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.19201

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam 1] verzoekster

V-nummer: [Nummer 1]
(gemachtigde: mr. C.L.J.M. Wilhelmus),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 3 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak [nummer] , plaatsgevonden in Breda op 6 mei 2021. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen [de tolk] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer [nummer] , heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.