ECLI:NL:RBDHA:2021:6265
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tweede verlenging voorrangsverklaring in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de verlenging van een voorrangsverklaring voor een woningzoekende. Eiser, die in het bezit was van een voorrangsverklaring vanwege medische omstandigheden, had verzocht om een tweede verlenging van deze verklaring. De rechtbank oordeelde dat de gemeente, als verweerder, de aanvraag om verlenging ten onrechte had afgewezen. Eiser had niet gereageerd op een aangeboden woning, maar stelde dat hij deze woning niet had gezien op de website van Woonnet Haaglanden, ondanks dat zijn zoekprofiel correct was ingesteld. De rechtbank concludeerde dat eiser niet kon worden verweten dat hij niet op de woning had gereageerd, omdat hij geen melding had ontvangen van beschikbare woningen die aan zijn zoekprofiel voldeden. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet in redelijkheid kon besluiten om de hardheidsclausule niet toe te passen en dat de aanvraag van eiser voor verlenging van de voorrangsverklaring niet had mogen worden afgewezen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, herstelde het primaire besluit en droeg verweerder op de voorrangsverklaring te verlengen met ingang van 18 juni 2021 voor de duur van drie maanden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiser.