ECLI:NL:RBDHA:2021:627
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na afdoening beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 januari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen, beroep ingesteld. Tevens verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 5 januari 2021, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn waarnemend gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft in een andere zaak, NL20.21482, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.