ECLI:NL:RBDHA:2021:629

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 januari 2021
Publicatiedatum
29 januari 2021
Zaaknummer
NL20-21244
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 januari 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S.S. Ilahi, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling was genomen. De zitting vond plaats in Amersfoort, waar verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder, vertegenwoordigd door mr. A. Hadfy-Kovacs, wel aanwezig was.

De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat in een andere zaak, NL20.21243, op dezelfde dag uitspraak was gedaan op het beroep van verzoeker. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, 5 januari 2021, door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.21244
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. S.S. Ilahi), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

In het besluit van 10 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL20.21243, plaatsgevonden op 5 januari 2021. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. In de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.21243, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2021 door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. S. Westerhof, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
05 januari 2021

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.