ECLI:NL:RBDHA:2021:6355

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
NL21.7738
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag buiten behandeling gesteld wegens niet verschijnen bij gehoren en bijzondere procedurele waarborgen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling is gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet is verschenen bij haar aanmeldgehoor op 13 en 14 maart 2021, en ook niet bij haar eerste gehoor op 23 april 2021. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris, waarbij zij aanvoert dat haar niet verschijnen te wijten is aan haar kwetsbare psychische toestand. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder onvoldoende heeft onderzocht of eiseres bijzondere procedurele waarborgen behoeft, zoals voorgeschreven in de Procedurerichtlijn en het Vreemdelingenbesluit. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid en dat eiseres mogelijk niet de nodige ondersteuning heeft gekregen tijdens de asielprocedure. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om opnieuw te onderzoeken of eiseres behoefte heeft aan bijzondere procedurele waarborgen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.7738

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , eiseres

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.W. de Haan),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. de Jong).

Procesverloop

Bij besluit van 13 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.7739, plaatsgevonden op 10 juni 2021 te Dordrecht. Beide partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum eiseres], haar nationaliteit is onbekend.
2. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Daarin is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen indien de vreemdeling niet is verschenen bij een gehoor en hij niet binnen een termijn van twee weken heeft aangetoond dat dit niet aan hem is toe te rekenen. In dit geval is eiseres niet verschenen voor haar aanmeldgehoor op 13 maart 2021 en 14 maart 2021 ‘s ochtends, waarna zij op 14 maart 2021 ’s middags wel voor haar aanmeldgehoor is verschenen. Eiseres is verder niet verschenen bij haar eerste gehoor op 23 april 2021.
3. In beroep verzoekt eiseres al hetgeen door of namens haar is aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen, tenzij ergens nadrukkelijk op teruggekomen wordt. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder in de besluitvorming gemotiveerd op de zienswijze ingegaan. Eiseres heeft met de enkele verwijzing naar hetgeen eerder door of namens haar is aangevoerd onvoldoende uiteengezet op welke punten het bestreden besluit volgens haar onjuist of onvolledig is en waarom. Dit betoog van eiseres slaagt daarom niet.
4. Eiseres betoogt dat het voornemen van verweerder om haar partner, [naam] (zaaknummer NL21.7266), over te dragen aan Frankrijk ertoe zal leiden dat zij van elkaar worden gescheiden. Volgens eiseres is sprake van een gezinsband en is de voorgenomen scheiding in strijd met – met name – artikel 11 van de Verordening (EU) nr. 604/2013 (Dublinverordening).
4.1.
De rechtbank overweegt dat in de onderhavige procedure alleen ter toetsing voorligt of verweerder de asielaanvraag van eiseres buiten behandeling heeft kunnen stellen op de grond dat zij niet is verschenen bij een gehoor en niet binnen een termijn van twee weken heeft aangetoond dat dit haar niet is toe te rekenen. Het beroep op de Dublinverordening en het besluit om de asielaanvraag van de gestelde partner van eiseres niet in behandeling te nemen op de grond dat Frankrijk daarvoor verantwoordelijk is, kan in de onderhavige procedure dan ook verder geen rol spelen.
5. Eiseres stelt dat het klopt dat zij verschillende afspraken voor het afnemen van een gehoor heeft gemist, of zich niet helemaal bereidwillig heeft getoond om een gehoor af te laten nemen, maar dit vloeit volgens haar overduidelijk voort uit haar verwarde gedrag. Verweerder had zich in dat kader onder meer de vraag moeten stellen in hoeverre het gebrek aan medewerking aan eiseres te wijten is, en of zij zich ervan bewust is dat haar medewerking noodzakelijk is. Verweerder had kunnen overleggen met de gemachtigde van eiseres dan wel eiseres en haar partner in de intensief begeleide opvang in Schalkhaar kunnen plaatsen. Eiseres beroept zich op de artikelen 2 en 18 van de Procedurerichtlijn, omdat sprake is van bijzonder kwetsbare personen en hierbij bijzondere procedurele waarborgen in acht dienen te worden genomen. Het is op grond van punt 29 van de considerans en artikel 24 van de Procedurerichtlijn aan verweerder om na te gaan of een vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft. In dit verband verwijst eiseres eveneens naar artikel 3.108 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) en naar Werkinstructie 2015/8 (‘Instructie ‘bijzondere procedurele waarborgen’, hierna: WI 2015/8). Volgens eiseres is het feit dat het haar niet is gelukt zich aan de afspraken met Medifirst te houden een indicatie dat zij bijzondere procedurele waarborgen behoeft. Daarnaast wijst eiseres erop dat uit de stukken volgt dat zij bijzonder verward is en betoogt zij dat zij aan een aantal van de in bijlage 3 van WI 2015/8 vermelde indicatoren voor psychische kwetsbaarheid voldoet. Ook verwijst eiseres naar een uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 8 maart 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:2294).
5.1.
De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat eiseres twee keer niet is verschenen voor haar aanmeldgehoor en zij voorts niet is verschenen op de afspraak voor haar eerste gehoor. Tussen partijen is wel in geschil of eiseres heeft aangetoond dat dit niet aan haar is toe te rekenen. Eiseres heeft er in dat kader op gewezen dat zij bijzonder kwetsbaar is wat meebrengt dat bijzondere procedurele waarborgen in acht dienen te worden genomen.
5.2.
Uit artikel 3.108b, eerste lid, van het Vb volgt dat voorafgaand aan of tijdens het onderzoek naar de asielaanvraag wordt beoordeeld of de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft als bedoeld in artikel 24 van de Procedurerichtlijn. Uit het tweede lid van dit artikel volgt dat indien de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft, gedurende het onderzoek passende steun wordt geboden.
5.2.1.
De Nota van Toelichting (Staatsblad 2015, 294), vermeldt op bladzijde 23 e.v. onder hoofdstuk 4 (“Bijzondere procedurele waarborgen”) onder meer: “In artikel 3.108b is bepaald dat er een beoordeling plaatsvindt of de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft en indien dat het geval is, dat passende steun wordt geboden. Het oordeel of er al dan niet sprake is van een behoefte aan bijzondere procedurele waarborgen is geen zelfstandig appellabel besluit. Er zal ook geen sprake zijn van een schriftelijk besluit. De beslissing om deze steun niet of niet in een bepaalde/gewenste vorm te bieden, kan dus niet afzonderlijk worden aangevochten. Hier is uitdrukkelijk voor gekozen. De reden hiervoor is dat die beoordeling zich niet beperkt tot één moment in de asielprocedure, maar eerder een continue afweging moet zijn. (...) De gekozen benadering vergt dat de medewerker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich steeds de vraag stelt of de vreemdeling ondersteuning behoeft. Wanneer de vreemdeling van mening is dat hem op enig moment ten onrechte passende steun is onthouden, dan kan hij dat aanvoeren in het beroep tegen de beslissing op zijn asielaanvraag. (…) De IND is zich er vanaf de allereerste aanmelding en gedurende de verdere procedure van bewust dat zich dergelijke behoeften kunnen voordoen. Zo wordt in de aanmeldfase al aandacht besteed aan evidente kwetsbaarheden.”
5.2.2.
WI 2015/8 vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende: “In de praktijk zijn in de asielprocedure al vormen van procedurele ondersteuning ingebed. (…) Verder wordt in opdracht van de IND een medisch advies uitgebracht omtrent de vraag of de vreemdeling kan worden gehoord en in staat is zijn relaas op coherente wijze naar voren te brengen. (…) Het is echter zaak dat de beoordeling of een persoon kwetsbaar is, zich niet beperkt tot genoemde voorbeelden en het medisch advies tijdens de rust- en voorbereidingstermijn. De medewerker moet vanaf de eerste aanmelding en gedurende de hele asielprocedure alert zijn op het zich voordoen van behoeften aan een procedurele waarborg.
(…)
Op elk moment in de asielprocedure kan worden vastgesteld of er sprake is van een kwetsbare vreemdeling die procedurele ondersteuning nodig heeft. Al tijdens het proces van de aanmeldfase kunnen kwetsbaarheden aan het licht komen en het is van belang dat deze tijdig worden geïdentificeerd. (…) Dit beperkt zich dus niet alleen tot de aanmelding en het medisch advies, maar vergt een continue afweging en alertheid van de medewerker die verantwoordelijk is voor een volgende stap in de asielprocedure.
(...)
Bij de vaststelling of er sprake is van een kwetsbare vreemdeling die passende steun behoeft, kan het volgende worden betrokken:
- eigen waarnemingen tijdens of rondom gehoren;
- verklaringen en/of gedragingen van de vreemdeling;
- indicatoren/bijzonderheden uit de lijst (bijlage bij deze instructie);
- aspecten die tijdens de ECT opleiding Interviewing Vulnerable Persons zijn behandeld;
(...)
Bijlage bij Werkinstructie Bijzondere procedurele waarborgen Indicatoren/bijzonderheden (niet-limitatief) in het kader van kwetsbaarheid:
Psychisch:
verward, vermoeid, gespannen, nerveus, angstig, agressief, zwijgzaam, suïcidaal, getraumatiseerd, depressief, e.d.
Verklaringen:
slachtoffer van psychisch, fysiek of seksueel geweld, marteling, foltering, mensenhandel, heftige reis, e.d.
Verstandelijk:
analfabeet, ongeschoold, laaggeschoold, verstandelijk beperkt, niet zelfredzaam
Overige: leeftijd (hoog/laag), alleenstaande vrouw, LHBT’s, behoren tot kwetsbare minderheid, naaste verloren (…)”
Ook vermeldt WI 2015/8: “In de bijlage bij deze werkinstructie is een lijst opgenomen met indicatoren/bijzonderheden die een uitwerking zijn van de in de Procedurerichtlijn genoemde omstandigheden. Wanneer er sprake is van een van deze indicatoren of bijzonderheden, is het mogelijk dat de vreemdeling bijzondere procedurele waarborgen behoeft.”
5.3.
De rechtbank stelt vast dat eiseres aan het begin van het aanmeldgehoor op 14 maart 2021 (p. 4) heeft gevraagd of er oorlog is in Nederland, dat zij die mensen zelf niet ziet maar er mensen zijn die haar neer willen schieten en zij medicijnen heeft waardoor kogels niet haar lichaam kunnen binnenkomen. Verder heeft zij tijdens het aanmeldgehoor onder andere verklaard dat zij is geboren in Reykjavik – wat volgens haar in de buurt ligt van Osaka, in het Verenigd Koninkrijk of Noorwegen – en dat zij tot de Cheyenne behoort, een volk dat leeft in West-India in Amerika (rapport aanmeldgehoor, p. 5 en 6). Op pagina 7 van het aanmeldgehoor heeft eiseres het navolgende heeft verklaard:

Welke nationaliteit heeft uw vader?
Ik gok Engeland. Hij woonde in België. Voordat hij doodging, woonde hij in
België. Ik weet zijn nationaliteit niet. Ik woonde niet samen met hem. U moet
het niet mij hierover hebben. Het is mijn vader. Het is niet mijn leven. U moet
niet over zijn leven praten.
Opmerking rapporteur: Betrokkene laat met haar stem en lichaamshouding
merken dat zij geïrriteerd is.
Ik probeer uw afkomst te achterhalen en daarom stel ik ook vragen over uw
ouders. Begrijpt u dat?
Mijn oorsprong is Cheyenne. Ik begrijp het niet. Ik begrijp dat dit racisme is.
U kunt mij niet concreet vertellen wat uw land van herkomst is of wat uw
nationaliteit is. Omdat de zaken relevant zijn voor uw asielaanvraag, stel ik u
deze vragen. Door het stellen van gerichte vragen probeer ik uw verhaal zo
duidelijk mogelijk op papier te krijgen. Er is op dit moment totaal geen sprake
van racisme.
Ik heb het u al verteld.
In welke taal hebben uw ouders u opgevoed?
Engels.
Welke nationaliteit heeft uw moeder?
Ik ken mijn moeder niet. Wat is dit voor interview? Ik ben geen crimineel!
Opmerking rapporteur: Betrokkene begint hard te schreeuwen.
Probeert u rustig te blijven. Er is niks aan de hand. Zoals ik al eerder heb
uitgelegd, zijn alle vragen die ik stel in het kader van uw asielaanvraag.
Ik ga u vertellen wat ik weet voor mijn asiel. Het gaat niet over mijn mensen.”
Op pagina 8 van het aanmeldgehoor heeft eiseres onder andere verklaard:
Ik weet de naam niet. Hoe kan ik dat uitleggen? Ik ga het u zeggen, animisme. Wilt u een boek schrijven of wat? Ik voel nu alleen boosheid. Wilt u het kort houden?
Waarom voelt u boosheid?
Ik vind het niet fijn dat mensen mijn leven stelen. Dat vind ik niet fijn.
Ik begrijp hieruit dat u het vervelend vindt dat ik u vragen stel. Ik ben
verplicht om u deze vragen te stellen in het kader van uw asielaanvraag, maar
het is uw eigen keuze om al dan niet door te gaan. Vindt u het goed als wij nog
even doorgaan?
Gaat het lang duren?
Op pagina 11 van het gehoor heeft eiseres onder andere verklaard:
Gaat alles goed met uw zwangerschap?
Ja, ik hoop het. Ik heb nog geen arts gezien. Ik heb vorige week een arts
gesproken. Zij hebben tegen mij gelogen. Ik kan geen goede arts zien en dat
is mijn probleem.
Hoever bent u met uw zwangerschap?
Derde maand. Ik weet niet of het aan het begin of het einde van de derde
maand is. Ik weet het niet exact.
Hebt u pleegkinderen?
Nee.
Opmerking rapporteur: Betrokkene begint hardop te lachen.
Iemand heeft mij verkracht in Parijs, terwijl ik aan het wachten was op mijn
man. Ik ben door meerdere mannen verkracht. Toen kreeg ik een meisje. Ik
kan u niets vertellen over mijn dochter. Dat is mijn privéleven.
Vervolgens heeft eiseres verklaard dat haar dochter dokter is in Parijs en vier jaar oud is (rapport aanmeldgehoor, p. 12).
Op de vraag of zij nog op- of aanmerkingen had over de werkwijze van de gehoormedewerker of de tolk heeft eiseres verklaard (rapport aanmeldgehoor, p. 14):
Zegt u het maar.
De zaak over documenten is niet goed. Ik moet naar het toilet. U neemt mijn
bloed af. U laat mij bloeden. Ik weet dat ik geen keus heb. U begrijpt mij niet.
Mocht u toch niet tevreden zijn, dan kunt u daarover een klacht indienen. Uw
advocaat kan u daar bij helpen.
Wat bedoelde u met het laatste? Psychisch of lichamelijk bloeden?
Wil je dat ik het laat zien?
Opmerking rapporteur: Betrokkene kijkt boos en wijst naar haar onderkleding.
Nee, mevrouw ik wil u vragen om rustig te blijven. Ik probeer u alleen te
helpen. Ik wil weten of u medische hulp nodig heeft. Moet ik iemand voor u
laten halen?
Nee, ik heb een goede dokter nodig.
Mocht u medische hulp nodig hebben, dan kunt u terecht bij het GZA. Dat is de
medische dienst op dit terrein.
Nee, ik ben naar de arts geweest en zij hebben tegen mij gelogen.
5.4.
Uit het voorgaande blijkt dat eiseres zich in ieder geval verward, gespannen, agressief en mogelijk getraumatiseerd heeft gedragen tijdens het aanmeldgehoor en heeft aangegeven slachtoffer te zijn geworden van seksueel geweld. Gelet op de hiervoor vermelde indicatoren kan het voorgaande in redelijkheid niet anders worden gezien dan als signalen op grond waarvan kwetsbaarheid aan het licht kan komen. Verweerder had in dat kader moeten beoordelen of sprake is van een kwetsbare vreemdeling die procedurele ondersteuning nodig heeft en, aldus, of het niet verschijnen van eiseres bij de gehoren haar kan worden toegerekend. Verweerder heeft dat ten onrechte nagelaten. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt ter zitting dat zonder medisch advies niet kon worden geconcludeerd dat eiseres bijzondere procedurele waarborgen behoeft en het bestreden besluit daarom rechtens juist moet worden geacht. Zoals volgt uit WI 2015/8 dient de beoordeling of eiseres kwetsbaar is zich niet tot het medisch advies te beperken en moeten medewerkers van verweerder de gehele asielprocedure alert zijn op het zich voordoen van behoeften aan een procedurele waarborg. Gelet op de antwoorden van eiseres bij het aanmeldgehoor is het de vraag of zij in staat is het belang van haar aanwezigheid bij verdere gehoren en het medisch onderzoek te overzien. Dat eiseres niet is verschenen bij haar afspraken bij Medifirst, zoals volgt uit de stukken, en er mitsdien geen medisch advies is, maakt het voorgaande dus niet anders, terwijl het missen van de afspraken bij Medifirst ook juist kan zijn ingegeven vanuit de psychische situatie van eiseres. Ter zitting heeft verweerder bovendien aangegeven dat eiseres inmiddels in Veldzicht, een centrum voor transculturele psychiatrie, is opgenomen. Dit bevestigt het vermoeden van kwetsbaarheid. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de gemachtigde van eiseres ter zitting onweersproken heeft gesteld dat voor de opname in Veldzicht een medisch advies benodigd is en dat het dus mogelijk is om een dergelijk advies over eiseres te verkrijgen.
5.5.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) onzorgvuldig is voorbereid. De beroepsgrond slaagt.
6. Gelet op al het voorgaande slaagt het betoog. Het beroep is gegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 van de Awb te passeren en ziet evenmin aanleiding zelf in de zaak te voorzien. Het besluit van verweerder om de asielaanvraag van eiseres buiten behandeling te stellen is er immers op gebaseerd dat eiseres niet is verschenen tijdens drie gehoren, terwijl niet kan worden uitgesloten dat zij tijdens de asielprocedure geen passende steun heeft ontvangen. Gelet hierop ziet de rechtbank ook geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen. Verweerder zal eerst nader moeten onderzoeken of eiseres behoefte heeft aan bijzondere procedurele waarborgen. Als dat het geval is, zal eiseres met inachtneming van die waarborgen opnieuw dienen te worden gehoord, voordat op de asielaanvraag opnieuw kan worden beslist. Verweerder zal dus een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.
7. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.068,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.J. Adriaansen, rechter, in aanwezigheid vanmr. H.L. de Vries, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.