Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
4.1 Het beroep betreft een aanvraag van een hoog pkb in het kader van het zogeheten Valys vervoer. Valys is een regeling voor bovenregionaal sociaal recreatief vervoer voor mensen met een mobiliteitsbeperking. Het Valys vervoer kent voor pashouders een hoog en een laag pkb.
1. beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart; en
2. gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogeheten "mens-machinecombinatie") zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden; en/of
3. door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
4.11 Zonder afbreuk te willen doen aan de complexe aard van eisers situatie en het invoelbare belang en daarmee begrijpelijke wens naar zijn naasten te kunnen reizen, moet de rechtbank vaststellen dat eiser aldus niet heeft voldaan aan de strenge voorwaarden voor toekenning van een hoog pkb. Verweerder is naar het oordeel van de rechtbank dan ook terecht tot de conclusie gekomen dat eiser niet in aanmerking komt voor een hoog pkb en heeft diens aanvraag daarom terecht afgewezen.