In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 juni 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak is behandeld naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 8 april 2021 is ingediend. De minderjarige, geboren in 2012, verblijft feitelijk op een zorgboerderij, waar hij onderwijs en begeleiding ontvangt. De ouders van [minderjarige] zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de communicatie tussen hen verloopt moeizaam, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor de minderjarige.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. [minderjarige] heeft te maken met emotieregulatie- en hechtingsproblematiek, en zijn situatie op school is onhoudbaar geworden door meerdere heftige incidenten. De kinderrechter heeft de noodzaak van een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing onderbouwd met de behoefte van [minderjarige] aan structuur en veiligheid, die momenteel op de zorgboerderij wordt geboden.
De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen van 2 juli 2021 tot 2 juli 2022, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor dezelfde periode. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.