ECLI:NL:RBDHA:2021:6964

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 juni 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
C/09/610262 / JE RK 21-818
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van minderjarigen na positieve evaluatie van gezinsopname

In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 juni 2021 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders, de vader en de moeder, zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag en de kinderen verblijven feitelijk bij de moeder. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld op 8 september 2020 en zou eindigen op 8 juni 2021. De ouders hebben verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van zes maanden, omdat zij meenden dat er nog onduidelijkheden waren over hun situatie en de ontwikkeling van de kinderen.

De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de vader als de moeder, bijgestaan door haar advocaat, aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gezinsopname bij Harreveld positief was afgesloten en dat er geen zorgelijke signalen meer waren. De ouders hebben een toekomstplan opgesteld en werken aan hun doelen, maar er is nog onduidelijkheid over hun toekomstplannen. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verlenging, stellende dat de kinderen zich goed ontwikkelen en er geen zorgen meer zijn.

Na beoordeling van het dossier en de verklaringen ter zitting, concludeert de kinderrechter dat de gronden voor ondertoezichtstelling niet meer aanwezig zijn. De kinderrechter oordeelt dat er geen ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen is en dat de ouders in staat zijn om zelf hulp te organiseren indien nodig. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/610262 / JE RK 21-818
Datum uitspraak: 3 juni 2021

Beschikking van de kinderrechter

Afwijzing verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak naar aanleiding van het op 8 april 2021 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
- [minderjarige 1]geboren op [geboortedag 1] 2019 te [geboorteplaats]
hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2]geboren op [geboortedag 2] 2020 te [geboorteplaats] hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man]

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1] ,

[de vrouw]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. S. Ben Ahmed, te Rotterdam.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen.
Op 3 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
  • de vader;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • [vertegenwoordigers van de GI] namens de gecertificeerde instelling.

Feiten

  • [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn erkend door de vader.
  • De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
  • De kinderen verblijven feitelijk bij de moeder.
  • De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 8 september 2020 [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld van 8 september 2020 tot 8 juni 2021.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot verlenging van de ondertoezichtstelling voor de periode van zes maanden.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. Nadat de gezinsopname bij Harreveld positief was afgesloten waren de doelen gericht op het behouden van de positieve stappen die waren gezet. Tijdens de evaluatie werd door Go! voor jeugd geconstateerd dat er geen zorgelijke signalen en hulpvragen meer waren en is de hulpverlening afgesloten. De ouders hebben tijdens de gezinsopname een toekomstplan opgesteld en hebben afgelopen periode hieraan gewerkt. De toekomstplannen zijn echter gewijzigd en de ouders zijn wisselend in wat ze voor hun toekomst willen. Op dit moment is er nog steeds veel onduidelijkheid over wat er in het verleden heeft plaatsgevonden en hebben de ouders weinig vertrouwen naar de hulpverleners toe. Daarnaast kunnen de ouders nog op een niet adequate manier reageren als er spanningen zijn. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is noodzakelijk om een gedegen borgingsplan te maken en een terugval te voorkomen.
De ouders hebben, mede bij monde van de advocaat van de moeder, verweer gevoerd. De moeder heeft verklaard dat de kinderen zich goed ontwikkelen en er geen zorgen meer zijn. Tussen de ouders gaat het ook goed. Ze hebben ervoor gekozen dat de vader doordeweeks bij zijn moeder verblijft, maar hij ziet de kinderen dagelijks. De kinderen gaan binnenkort ook beginnen op de kinderopvang. De advocaat heeft benadrukt dat de gezinsopname positief is afgesloten en er de afgelopen periode aan de doelen is gewerkt. Er zijn geen zorgsignalen meer en de kinderen ontwikkelen zich goed. De ouders hebben kinderopvang geregeld en hebben een ondersteunend netwerk; de opvang en het netwerk kunnen hen helpen en kunnen de zorgen signaleren als het niet goed gaat. Er is niet langer voldaan aan de gronden voor een ondertoezichtstelling. De ouders verzoeken daarom het verzoek af te wijzen.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:255, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling niet, althans onvoldoende, aanwezig zijn.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat de gezinsopname positief is afgesloten en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zich goed ontwikkelen. Er worden geen zorgelijke signalen meer gezien binnen het gezin en er is sprake van een positief opvoedklimaat, waarbij de ouders in voldoende mate aansluiten bij de behoeften van de kinderen. De ouders hebben een plan gemaakt tijdens de gezinsopname en er zijn geen hulpvragen meer, waardoor de hulpverlening is afgesloten. De ouders hebben een ondersteunend netwerk en zijn in staat om zelf hulpverlening in te schakelen indien dit nodig is. De kinderrechter is daarom van oordeel dat er geen sprake meer is van een ontwikkelingsbedreiging bij de kinderen.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
wijst af het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2021 door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 juni 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.