ECLI:NL:RBDHA:2021:7050

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juli 2021
Publicatiedatum
8 juli 2021
Zaaknummer
09/842121-19, 09/827188-18 en 09/767343-17
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan criminele organisatie en witwassen door drie broers in Den Haag

Op 2 juli 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie broers, die beschuldigd werden van deelname aan een criminele organisatie en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de broers, gedurende een periode van meer dan anderhalf jaar, betrokken waren bij de georganiseerde handel in verdovende middelen, waaronder cocaïne en MDMA. De organisatie had een gestructureerde werkwijze, waarbij de broers verantwoordelijk waren voor het beheer van een deallijn en het aansturen van koeriers. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de broers zich schuldig hebben gemaakt aan het witwassen van aanzienlijke geldbedragen, afkomstig uit hun criminele activiteiten. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van de drugshandel op de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/842121-19, 09/827188-18 en 09/767343-17
Datum uitspraak: 2 juli 2021
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[voornamen verdachte] [verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
BRP-adres: [adres] Den Haag.
Procesverloop

1.Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 7, 8, 10 en 18 juni 2021.

2. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.K. Schoep en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. E. van Reydt naar voren is gebracht.
3. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 8 juni 2021 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (hierna ook: Sr) aanhangig te maken.
De tenlastelegging
4. Aan de verdachte is – kortgezegd – onder verschillende parketnummers ten laste gelegd het medeplegen van dealen van verdovende middelen (harddrugs), witwassen van diverse geldbedragen en deelname aan een criminele organisatie welke tot oogmerk had het plegen van Opiumwetdelicten. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Inleiding; aard van de zaak
5. De verdachte komt naar voren in verschillende onderzoeken van politie en justitie. Op basis van onderzoek [naam onderzoek] komt de politie tot de conclusie dat de verdachte lid is van een criminele organisatie, die als oogmerk had het plegen van Opiumwetdelicten. De verdachte zou met twee broers onderdeel zijn van dit samenwerkingsverband en tezamen met die broers het beheer hebben gehad over een deallijn met de naam [bestandsnaam] . Via deze deallijn werd in Den Haag en omgeving harddrugs gedeald. Ook zou de verdachte zich langere tijd bezig hebben gehouden met het dealen van verdovende middelen en wordt hij verdacht van witwassen in Duitsland. Op basis van onderzoek [onderzoeksnaam] komt de verdachte naar voren in het kader van de handel in verdovende middelen. Tot slot komt de verdachte naar voren in het witwasonderzoek van politie en justitie genaamd [onderzoeksnaam] , gericht op de familie [verdachte] met betrekking tot witwassen over een periode van ruim drie jaar.
Al deze onderzoeken zal de rechtbank afzonderlijk van elkaar bespreken.
Standpunten van procespartijen
Openbaar ministerie
6. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten en heeft gevorderd dat de verdachte word veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en rekening houdend met een overschrijding van de redelijke termijn.
Verdediging
7. De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van witwassen in onderzoek [onderzoeksnaam] . De raadsman heeft ten aanzien van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten van parketnummer 09/842121-19 (onderzoek [naam onderzoek] ) zich op het standpunt gesteld dat slechts een korte pleegperiode bewezen kan worden verklaard. Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit heeft de raadsman bepleit dat (i) het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging, (ii) opzet ontbreekt op het van misdrijf afkomstig zijn van het geldbedrag en (iii) geen sprake is van gebruikmaking of omzetting van enig geldbedrag op de ten laste gelegde datum. Voorts heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde gewicht van verdovende middelen zoals ten laste gelegd onder 1 van parketnummer 09/827188-18 (onderzoek [onderzoeksnaam] ). Tot slot heeft de raadsman zich in het kader van de strafmaat op het standpunt gesteld dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn en sprake is van eendaadse samenloop.
Op specifieke verweren zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.
Bewijsoverwegingen [1]
8. De rechtbank zal de op de tenlastelegging voorkomende feiten behandelen in de volgorde waarin zij bij de inhoudelijke behandeling op de terechtzittingen aan de orde zijn geweest. Dit betekent dat eerst de ten laste gelegde feiten voortkomend uit onderzoek [naam onderzoek] zullen worden besproken, daarna zal het onderzoek [onderzoeksnaam] aan bod komen en tot slot het onderzoek [onderzoeksnaam] .
Onderzoek [naam onderzoek]
9. Op 29 januari 2018 werd op diverse politiebureaus in Den Haag een anonieme brief bezorgd. In de brief stond onder meer dat sinds 2004 wordt gedeald in cocaïne door een bende waarvan de leider ‘ [bestandsnaam] ’ (hierna: [bestandsnaam] ) heet. Deze bende zou bestaan uit drie broers en dealen in Den Haag, Zoetermeer, Westland, Wassenaar, Voorburg en Scheveningen. De broers nemen thuis de telefoon op en sturen dan één van de loopjongens. Je moest contact opnemen met het hoofdnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) en daarna werd je teruggebeld door een afgeschermd telefoonnummer. De bende zou in verschillende diensten draaien. De bende zou opgeschaald zijn en nu met meer auto’s rijden. In de brief werden een aantal kentekens genoemd van auto’s die bij het dealen betrokken zouden zijn. De auto’s zouden worden gestald in een garage en werden geïmporteerd en cash betaald. Cocaïne werd in verschillende opties aangeboden: 1,5 gram voor € 50,-, 0,5 gram voor € 20,-, 1 gram met kruisje (puurder) voor € 50,- en 5 gram met een kruisje voor € 200,-. De cocaïne werd in de portier of middenconsole van de auto verstopt, door bijvoorbeeld een deurgreep of radio eruit te halen, aldus nog steeds de anonieme brief.
10. Op 12 april 2018 heeft zich een persoon gemeld bij de politie als de schrijver van de hiervoor genoemde anonieme brief. Deze persoon werd door de politie aangeduid als anonieme getuige [code anonieme getuige] en heeft een verklaring afgelegd. Hij verklaarde dat hij sinds 2004 cocaïne koopt bij deallijn [bestandsnaam] . In de periode 2004 tot en met begin 2015 bracht [bestandsnaam] altijd zelf de cocaïne, maar sinds 2015 heeft [bestandsnaam] meerdere koeriers voor zich rijden. De getuige kocht de cocaïne altijd op bestelling. Hij belde het telefoonnummer van de deallijn en dan werd er gevraagd waar de getuige was. Vervolgens werd hij teruggebeld door een ander telefoonnummer en werd een locatie afgesproken. De dealer kwam met de auto aanrijden en de getuige stapte in om in de auto aan te geven wat hij wilde hebben. In de auto vond vervolgens de overdracht plaats. De cocaïne werd uit compartimenten van de auto gehaald, bijvoorbeeld bij de handgreep van een portier of uit het middenconsole. Het plastic compartiment werd weggehaald om de verdovende middelen te kunnen pakken. Verder verklaarde de getuige dat deallijn [bestandsnaam] in verschillende groepen opereerde naar gelang het tijdstip van de dag. Zo werkte één groep grofweg van 12:30 uur tot 19:00 uur en de andere groep van 19:00 uur tot 04:00 uur. Aan de getuige werden twaalf foto’s getoond van mogelijk betrokken personen bij deallijn [bestandsnaam] , waarvan de getuige – naar later bleek – [eerste voornaam verdachte] [verdachte] en [voornaam van medeverdachte] [verdachte] herkende als koeriers van verdovende middelen en [voornaam van medeverdachte] [verdachte] herkende als [bestandsnaam] . Het telefoonnummer van deallijn [bestandsnaam] was [telefoonnummer] , aldus de getuige. [2]
11. Getuige [code anonieme getuige] heeft na zijn verklaring contact onderhouden met de politie en zo kreeg de politie van hem te horen dat deallijn [bestandsnaam] regelmatig van telefoonnummer wisselde. Zo werd het telefoonnummer [telefoonnummer] vervangen door [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ), respectievelijk [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) en tot slot door [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). [3]
12. In februari 2019 kwam bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) via een informant de volgende informatie binnen: “Een Surinaamse jongen uit Den Haag, die rijdt in een snelle Volkswagen Golf, is in het bezit van een vuurwapen”. Uit onderzoek van de politie bleek dat met de Surinaamse jongen uit Den Haag [voornaam van medeverdachte] [verdachte] wordt bedoeld. Uit onderzoek in het bedrijfsprocessensysteem van de politie bleek verder dat [voornaam van medeverdachte] [verdachte] de classificatie ‘vuurwapengevaarlijk’ bij zijn naam had staan en antecedenten heeft op het gebied van de Wet Wapens en Munitie, Opiumwet en vermogens- en geweldsdelicten. Voorts werd hij samen met zijn broers in verband gebracht met handel in verdovende middelen. [4]
13. [voornaam van medeverdachte] [verdachte] is op 26 maart 2019 aangehouden, terwijl hij – als enige inzittende – reed in een Audi Q5 met kenteken [kenteken] (hierna: de Audi). Bij zijn aanhouding werd in zijn schoudertas een geldbedrag van € 2.789,80 aangetroffen. [5] Voorafgaand aan zijn aanhouding werd hij geobserveerd door de politie. Rond 13:49 uur stond de Audi stil op de Fluwelen Burgwal in Den Haag. [voornaam van medeverdachte] [verdachte] zat als bestuurder in de Audi en een onbekende man zat als passagier naast hem. Een minuut later stapte de onbekende man uit en liep weg en reed [voornaam van medeverdachte] [verdachte] door. Om 13:55 uur stopte hij met de Audi op de Koningin Marialaan te Den Haag. Een onbekende man stapte als passagier in de Audi. De Audi vertrok en kwam een minuut later op de Juliana van Stolberglaan tot stilstand, vervolgens stapte de man uit en liep weg. Om 14:02 uur stond de Audi stil op de Louis Couperusstraat te Voorburg. Een onbekende man kwam aanlopen en stapte als passagier in de Audi en nam plaats op de bijrijdersstoel. Een minuut later stapte de man uit en liep weg. De Audi vertrok weer en om 14:14 uur stopte de Audi op de Melkwegstraat in Den Haag en vervolgens werd [voornaam van medeverdachte] [verdachte] om 14:17 uur aangehouden. [6]
14. In de Audi waarin [voornaam van medeverdachte] [verdachte] die dag reed werden in de middenconsole van de Audi twee mobiele telefoons aangetroffen: een Nokia C2-01 met telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) en een iPhone met telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). Deze telefoons werden in beslag genomen. [7]
15. In de Nokia bleken 1.860 contacten opgeslagen. De meeste contacten stonden vermeld met een voornaam en bij veel contacten stond er ook een locatie toegevoegd. Van de eerste 79 contacten bleken 10 bij de politie te staan geregistreerd als drugsgebruikers en/of verdachten van overtreding van de Opiumwet. De politie concludeert dat het zeer aannemelijk is dat de Nokia werd gebruikt voor de handel in verdovende middelen. [8] Verder bleek uit steekproeven dat in elke maand van september 2018 tot en met maart 2019 contact is geweest met personen van wie bekend is dat zij cocaïne hebben gebruikt, dan wel gebruikten. [9] Voorts heeft de Nokia veelvuldig zendmasten aangestraald in de directe omgeving van locaties die in verband kunnen worden gebracht met [voornaam van medeverdachte] [verdachte] , zoals zijn verblijfadres [adres] in Den Haag en [adres] , gevestigd aan [adres] in Den Haag. [10] De politie heeft voorts geconcludeerd dat de Nokia tenminste op 12 februari 2019 en op 19 februari 2019 binnen het bereik van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] is geweest, aangezien de Nokia te zien is op twee foto’s die op de bij [voornaam van medeverdachte] [verdachte] aangetroffen iPhone zijn aangetroffen, waarvan er één op de [adres] genomen lijkt te zijn. [11]
16. In de iPhone van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer] stonden gesprekken met zeven verschillende contactpersonen die op basis van de inhoud van die gesprekken de verdenking wekten dat [voornaam van medeverdachte] [verdachte] betrokken was bij het medeplegen van het dealen van verdovende middelen in samenwerking met deze verschillende contactpersonen. Meerdere van deze contacten zullen in het vervolg van dit vonnis worden besproken, te beginnen bij de contacten: [kopers] . Met het eerstgenoemde telefoonnummer vond WhatsAppcommunicatie plaats tussen 9 september 2018 en 25 maart 2019, met het laatste telefoonnummer was sms-contact tussen 21 december 2018 en 25 maart 2019. De politie acht het gelet op de naam van de contacten en de overeenkomsten met betrekking tot de inhoud van de berichten aannemelijk dat beide telefoonnummers in gebruik waren bij dezelfde persoon. Uit onderzoek bleek dat met de iPhone kennelijk aan contact [kopers] sms-berichten werden verzonden met in die berichten de mobiele telefoonnummers die gelinkt konden worden aan harddrugsgebruikers. Uit de inhoud van de WhatsAppgesprekken concludeert de politie dat het zeer aannemelijk is dat [kopers] werd aangestuurd om de personen die gekoppeld zijn aan de verzonden telefoonnummers te voorzien van verdovende middelen. Zo is bijvoorbeeld te zien dat er op 21 december 2018 vanaf 17:07 uur contact is met [kopers] en dat hem diverse telefoonnummers worden gestuurd, waaronder het telefoonnummer [telefoonnummer] , dat volgens de politie van [kopers] is, die als harddrugsgebruiker staat geregistreerd. Deze persoon heeft een adres dat gelinkt is aan een adres in Rijswijk. Vanaf 17:07 uur vond het volgende WhatsAppgesprek plaats tussen de gebruiker van de iPhone en [kopers] . [12]
[verdachte] 17.07u
Wat gebeurd kan ik al sturen
[verdachte] 17:09u
Yo
[verdachte] 17:09u
Wat gbrt
[kopers] 17:09u Ja ga nu nr buite
[kopers] 17:11u Heb je die niewe nrs
[kopers] 17:11u Ja toch
[verdachte] 17:12u
Ja ik hb
[kopers] 17:12u Ai
[verdachte] 17:22u
Je hebt die twee mensen gehad van toch van Rijswijk of niet. Ik heb wel
kankerveel mensen het is kankerdruk, dus jullie moeten een beetje doorrijden.
[verdachte] 17:22u
Yo
[verdachte] 17:23u
Heb je die telefoonnummers gehad of niet
[kopers] 17:23u Ja
[verdachte] 17:23u
Ok
17. De politie heeft bovenstaande bevindingen vergeleken met onderzoeksresultaten van het laatst bekende telefoonnummer van de deallijn [bestandsnaam] , te weten [telefoonnummer] . Uit een eerder onderzoek van politie en justitie genaamd [onderzoeksnaam] waren al onderzoeksresultaten verkregen met betrekking tot dit telefoonnummer. Deze informatie is meegenomen in onderzoek [naam onderzoek] . Uit het onderzoek [onderzoeksnaam] was een vermoeden ontstaan dat telefoonnummer [telefoonnummer] een deallijn betrof. Dit telefoonnummer had namelijk zowel inkomende als uitgaande contacten met een aantal personen die bij de politie geregistreerd staan als harddrugsgebruiker. [13] Vanaf 3 april 2019 werd gestart met het opnemen en uitluisteren van de telecommunicatie van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Tussen 3 april en 22 april 2019 werden 9310 contactmomenten geregistreerd. Deze contacten bestonden uit een groot aantal sms-berichten en korte telefoongesprekken waarin hoofdzakelijk door het tegencontact een locatie werd doorgegeven. Ook vonden er gesprekken plaats die kennelijk betrekking hadden op een bestelling, in combinatie met het opgeven van een locatie in Den Haag en omgeving. [14] In de periode van 1 september 2018 tot en met 31 maart 2019 werd per dag gemiddeld door zeker 132 verschillende telefoonnummers ingebeld naar telefoonnummer [telefoonnummer] . [15] In de periode 1 april 2019 tot en met 23 april 2019 werd gemiddeld door 145 verschillende telefoonnummers per dag ingebeld naar telefoonnummer [telefoonnummer] . [16]
18. Uit onderzoek naar telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer gedeeltelijk stond doorgeschakeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) en dat de oproepen plaatsvonden tussen 12:00 uur en 04:00 uur. De gesprekken van inkomende oproepen waren allemaal kort en er werd enkel naar een locatie gevraagd. Daarna verstuurde de gebruiker van [telefoonnummer] met het telefoonnummer [telefoonnummer] het telefoonnummer van de beller per sms door naar één van de volgende telefoonnummers: [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Indien [telefoonnummer] stond doorgeschakeld naar [telefoonnummer] , werd het telefoonnummer van de beller per sms verzonden via het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). [17]
19. Op grond van voornoemde informatie heeft de politie de werkwijze van deallijn [bestandsnaam] als volgt in kaart gebracht:
de klant belt het telefoonnummer van deallijn [bestandsnaam] en geeft een locatie door;
de beheerder van de deallijn stuurt vervolgens het telefoonnummer van de klant per sms door naar een koerier;
de koerier neemt contact op met de klant om een locatie af te spreken voor de overdracht van verdovende middelen;
de overdracht vindt plaats op de afgesproken locatie.
De politie maakt onderscheid in verschillende type telefoonnummers: de klant neemt contact op met de hoofdlijn, deze hoofdlijn staat naar gelang het tijdstip van de dag doorgeschakeld naar een doorschakelnummer. Vervolgens wordt met een andere telefoon middels een aansturingslijn het telefoonnummer van de klant verzonden naar een koerier. De koerier neemt op zijn beurt contact op met de klant via een koeriersnummer. Schematisch ziet dit er volgens de politie als volgt uit [18] :
20. Naast de getuige [code anonieme getuige] zijn ook een aantal andere afnemers van deallijn [bestandsnaam] door de politie benaderd en verhoord. [kopers] heeft op 29 juni 2019 verklaard dat hij al heel lang cocaïne gebruikt. Hij koopt al drie tot vier jaar bij deallijn [bestandsnaam] . Hij heeft in deze periode zes tot zeven verschillende personen gezien die bezorgden. Onder hen waren ook drie Hindoestaanse mannen. Een dikke, een dunne en een wat kleinere. De dunne was volgens hem de oudste. Die dunne was vorig jaar ook gepakt. Een van hen reed in een witte Toeareg. Je merkte aan hun houding dat zij de baas waren. De anderen waren van allerlei nationaliteiten. Ze waren echt een groot bedrijf en als je belde kwamen ze ook altijd. De laatste twee jaar werkten ze met die andere mensen erbij. Om niet op te vallen reed je altijd en stukje mee als er werd overgedragen. In 2018 was de lijn even uit de lucht. Ze reden in Golfjes en Seats. [19]
21. [kopers] heeft op 30 juni 2019 verklaard dat hij ongeveer drie jaar elke week cocaïne kocht bij één van de Surinaamse broers. [bestandsnaam] was de baas van de broers. Er was ook een wat dikkere broer bij en een andere was wat ouder dan [bestandsnaam] . Als hij belde met de deallijn werd hij vervolgens door een dealer teruggebeld, waarna een afspraak werd gemaakt. Hij stapte vervolgens bij de dealer in en werd een kort rondje gereden waarin hij de cocaïne kocht. Hij kocht altijd voor € 50,- per keer, hij kreeg dan een ponypack, vaak met een kruisje erop. De dealers maakte gebruik van personenauto’s Volkswagen type Golf plus en Seat. De broers zag hij ook wel eens in een zwarte Porsche Cayenne en een witte Volkswagen Tiguan. Verder had hij bij een van de broers wel eens blauwe Audi Q5 gezien. Er waren ongeveer zeven verschillende dealers. Zij verkochten naast cocaïne ook pillen. De dealers wisselden vaak van telefoonnummer en dan kreeg hij hiervan bericht. Hij wist dat één van de dealers vorig jaar was aangehouden. Hij had dit gehoord van de dikkere broer. In die periode was de deallijn drie weken stil. [20]
22. [kopers] heeft op 15 juni 2019 verklaard dat zij cocaïne gebruikt. Zij kocht al een paar jaar bij haar dealer, die bereikbaar was via telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer is al anderhalf jaar in gebruik. Zij belde twee keer per week en kocht dan een halve tot 2,5 gram. Als je belde werd na 12:00 uur altijd opgenomen. Bij een voicemail werd je gelijk teruggebeld of ge-sms’t. De dealers waren vorig jaar kort uit de lucht, omdat ze waren aangehouden. Ze weet dat het broers zijn met een aantal werknemers. Ze belde het telefoonnummer en ze hoorde dan dat zij werd doorgeschakeld. De vraag was dan ‘Waar ben je’. Ze zei dan dat ze in de [adres] was. Ze kreeg dan te horen dat ze zou worden teruggebeld. Binnen een half uur werd ze dan door een anoniem telefoonnummer teruggebeld. Dan werd haar gevraagd waar ze was. Zij gaf haar adres door en dan werd gezegd dat ze haar zouden zien. [bestandsnaam] kwam dan. Het netwerk heette [bestandsnaam] en bestond uit een stuk of vijf tot zes werknemers. Zij kwamen met Golfjes. Als je na 12:00 uur belde kwam de broer van [bestandsnaam] . [bestandsnaam] is een Hindoestaan, kort zwart haar, ongeveer 30 tot 35 jaar oud. Zijn broer is een beetje vadsig, kleine staartje, Hindoestaans en een getekend gezicht. De koerier vroeg of zij naar buiten kwam. Zij stapte in en reden een stukje. Tijdens het rijden vond de overdracht plaats. Toen ze in 2018 even uit de lucht waren, kwam daarna een sms’je met iets van ‘Met [bestandsnaam] , dit is mijn nieuwe telefoonnummer’. [21]
23. De politie heeft ook onderzoek verricht naar de omvang van deallijn [bestandsnaam] en de periode waarin de deallijn actief zou zijn geweest. Hierbij heeft de politie onderzoeksresultaten van technische aard, zoals telecomonderzoek, vergeleken met onderzoeksresultaten van de verklaringen van de hiervoor genoemde afnemers/gebruikers, de informatie uit de anonieme brief, alsmede de verklaring van getuige [code anonieme getuige] . Uit deze informatie bleek dat de hoofdlijn [telefoonnummer] in verschillende periodes werd voorafgegaan door de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] respectievelijk [telefoonnummer] . Getuige [code anonieme getuige] verklaarde immers aan de politie dat hij van deallijn [bestandsnaam] per sms een bericht kreeg wat zijn nieuwe telefoonnummer was en dat het oude telefoonnummer kon worden verwijderd, zoals hiervoor onder 11 weergegeven. Verder bleek uit telecomonderzoek dat op de dag van ingebruikname van een nieuw telefoonnummer telkens een sms-bericht werd verstuurd naar een groot aantal contactpersonen, dat de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] een groot aantal overeenkomstige contactpersonen hadden met het telefoonnummer [telefoonnummer] , dat deze telefoonnummers een groot aantal inkomende veelal korte oproepen hadden en dat elk telefoonnummer van tijd tot tijd stond doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer. Uit de analyse van de verkeersgegevens van elk van deze telefoonnummers bleek met betrekking tot de periode waarin deze actief waren het volgende:
  • [telefoonnummer] was actief was in de periode van 29 september 2017 tot en met 4 april 2018,
  • [telefoonnummer] actief was in de periode van 4 april 2018 tot en met 16 april 2018,
  • [telefoonnummer] actief was in de periode 16 april 2018 tot en met 20 april 2018 en
  • [telefoonnummer] actief was in de periode 29 augustus 2018 tot en met 23 april 2019.
24. Voorts bleek uit telecomonderzoek naar de verschillende hoofdlijnen ( [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] ) dat er voor elk van de telefoonnummers sprake was van eenzelfde patroon van verwerking van een inkomende oproep, te weten doorschakeling en aansturing van een koeriersnummer. Ten aanzien van elk verschillend hoofdlijnnummer bleken ook verschillende aansturingslijnen, doorschakelnummers en koeriersnummers in gebruik bij deallijn [bestandsnaam] . Dit betekent dat het telecomonderzoek vele verschillende telefoonnummers behelst. Uit het dossier is gebleken dat niet van elk telefoonnummer onderliggende onderzoeksgegevens beschikbaar zijn. Hierna zullen enkel de telefoonnummers worden besproken waarover voldoende relevante gegevens beschikbaar zijn gebleken. Om vast te kunnen stellen welk telefoonnummer gekoppeld kon worden aan welke schakel van deallijn [bestandsnaam] en daarna, welk telefoonnummer gekoppeld kon worden aan welke persoon, heeft de politie onderzoeksresultaten van telefoonnummers vergeleken met specifieke informatie per verdachte, zoals bekende adresgegevens of verplaatsingen.
25. Met betrekking tot [voornaam van medeverdachte] [verdachte] heeft de politie vastgesteld dat in de periode waarin hoofdlijn [telefoonnummer] actief was, hij woonde op het adres: [adres] te Den Haag. Van telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer stond doorgeschakeld naar [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). Dit telefoonnummer is volgens de politie een doorschakelnummer. Het hiervoor genoemde woonadres van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] viel binnen het bereik van de meest aangestraalde zendmast van het telefoonnummer [telefoonnummer] in de periode waarin [telefoonnummer] actief was als hoofdlijn, te weten van september 2017 tot en met april 2018. Bovendien werden de meeste verkeersgegevens gegenereerd tussen 12:00 uur en 23:00 uur, hetgeen volgens de politie betekent dat de aangestraalde zendmast de zogenaamde thuismast is van de gebruiker van het mobiele telefoonnummer. [23]
26. Daarnaast bleek uit onderzoeksgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna [telefoonnummer] ) dat het woonadres van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] viel binnen het bereik van de meest aangestraalde zendmast van dit telefoonnummer. Bovendien gold ook ten aanzien van dit telefoonnummer dat de meeste verkeersgegevens werden gegenereerd tussen 12:00 uur en 23:00 uur. Het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek in de actieve periode bijna 8.000 sms-berichten te hebben verstuurd naar zeven verschillende telefoonnummers. Dit telefoonnummer is volgens de politie een aansturingslijn van koeriers van deallijn [bestandsnaam] . [24]
27. Uit vergelijkend telecomonderzoek tussen [telefoonnummer] en [telefoonnummer] bleken de telefoonnummers continu in elkaars omgeving actief en straalden de telefoonnummers dezelfde zendmast aan, hetgeen volgens de politie betekent dat beide telefoonnummers bij één persoon in gebruik waren. [25] Deze onderzoeksresultaten sluiten daarnaast aan bij de telefoonnummers van de telefoons die bij de aanhouding bij [voornaam van medeverdachte] [verdachte] werden aangetroffen, te weten [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Ook dat waren volgens de politie een doorschakelnummer van de hoofdlijn respectievelijk een aansturingslijn van koeriers. Ook die telefoonnummers verplaatsten zich namelijk tegelijkertijd met elkaar en werden bij [voornaam van medeverdachte] [verdachte] aangetroffen. [26]
28. De politie concludeert uit bovenstaande onderzoeksgegevens dat [voornaam van medeverdachte] [verdachte] in verschillende periodes verschillende schakels heeft beheerd van de deallijn [bestandsnaam] , namelijk zowel het beheren van een doorgeschakeld telefoonnummer van de hoofdlijn, als de aansturing van koeriers via een aansturingslijn.
29. Uit verder onderzoek verricht naar de werkwijze van deallijn [bestandsnaam] , de verklaring van getuige [code anonieme getuige] en de informatie uit de anonieme brief bleken [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [eerste voornaam verdachte] [verdachte] mogelijk ook betrokken te zijn bij deallijn [bestandsnaam] . Zo stonden voertuigen die waren genoemd in de anonieme brief op naam van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] . Ook zijn [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [eerste voornaam verdachte] [verdachte] door getuige [code anonieme getuige] in een fotoconfrontatie herkend als twee van de drie hindoestaanse broers, zoals genoemd onder 10.
30. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] werd op 23 april 2019 aangehouden in zijn woning aan [adres] te Den Haag. [27] In de woning werden onder meer een aantal telefoons in beslag genomen, waaronder een telefoon met daarin het telefoonnummer: [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). [28] Het adres [adres] viel binnen het bereik van de meest aangestraalde zendmast van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit onderzoek naar dit telefoonnummer bleek dit een doorschakelnummer te zijn van de hoofdlijn [telefoonnummer] . Uit telecomonderzoek bleek verder dat het telefoonnummer van de beller binnen enkele seconden per sms werd doorgestuurd door het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna [telefoonnummer] ). Uit tapgesprekken van zowel [telefoonnummer] als
bleek dat de gebruiker opnam door te zeggen ‘ [afkorting naam verdachte] ’ of ‘met [eerste voornaam verdachte] ’, waaruit de politie heeft geconcludeerd dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] de duurzame gebruiker van beide telefoonnummers was. [29] Uit onderzoek naar het gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer in de periode waarin het actief was 658 sms-berichten heeft verstuurd aan vijf verschillende telefoonnummers. De politie concludeert dat dit telefoonnummer aldus werd gebruikt als aansturingslijn. [30]
31. Uit telecomonderzoek bleek verder dat ook het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) betrokken was bij deallijn [bestandsnaam] . Uit nader onderzoek aan een loods gevestigd aan [adres] (waarover later meer) bleek dat deze loods gehuurd werd door [eerste voornaam verdachte] [verdachte] en hij hierbij voornoemd telefoonnummer had opgegeven als een van zijn contactgegevens. Verder bleek dit telefoonnummer aan te stralen bij een zendmast die het woonadres [adres] in Den Haag binnen het bereik had. Met betrekking tot het gebruik van [telefoonnummer] bleek uit telecomonderzoek dat het telefoonnummer veelal inkomende sms-berichten ontving van aansturingslijnen van deallijn [bestandsnaam] , zoals [telefoonnummer] . De conclusie die de politie hieruit trekt, is dat het telefoonnummer [telefoonnummer] aldus als koeriersnummer werd gebruikt en dat dit telefoonnummer bij [eerste voornaam verdachte] [verdachte] in gebruik is geweest. [31]
32. Daarnaast is [eerste voornaam verdachte] [verdachte] in een ander strafrechtelijk onderzoek (dossier [onderzoeksnaam] , hierna nog te bespreken) aangehouden op verdenking van handel in verdovende middelen, hetgeen hij ter terechtzitting heeft bekend. In die zaak werden bij zijn aanhouding op 7 april 2018 twee telefoons aangetroffen, waarvan één was voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). [32] De verdachte [voorletters onderzoeksnaam] [onderzoeksnaam] verklaarde dat hij [telefoonnummer] had gebeld om cocaïne te kopen en even later werd teruggebeld door [telefoonnummer] voor de daadwerkelijke overdracht. [33] Verder bleek uit telecomonderzoek dat op 7 april 2018 meermalen contact was geweest tussen voornoemde [onderzoeksnaam] en [telefoonnummer] . De politie concludeert hieruit dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] het koeriersnummer [telefoonnummer] van deallijn [bestandsnaam] in gebruik heeft gehad. [34]
33. De politie concludeert uit bovenstaande onderzoeksgegevens dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] in verschillende periodes verschillende schakels heeft beheerd met betrekking tot deallijn [bestandsnaam] , namelijk een doorgeschakelde hoofdlijn, een aansturingslijn en dat hij gebruik heeft gemaakt van meerdere koeriersnummers.
34. [voornaam van medeverdachte] [verdachte] werd ook op 23 april 2019 aangehouden. Hij bestuurde op dat moment een VW Tiguan met kenteken [kenteken] . [35] In de fouillering van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] werden onder meer een geldbedrag van € 950,-- en twee telefoons aangetroffen: een Nokia met telefoonnummer [telefoonnummer] en een Samsung met het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). [36]
35. Zoals uit de verklaring van de getuige [code anonieme getuige] en de afnemers, weergeven onder 10 en 20 tot en met 22, is gebleken, was het telefoonnummer [telefoonnummer] de hoofdlijn van deallijn [bestandsnaam] gedurende een periode van ongeveer zeven maanden. Uit telecomgegevens, waaronder de inzet van een zogeheten IMSI-catcher, bleek het telefoonnummer in de woning van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] ( [adres] te Den Haag) gelokaliseerd te kunnen worden. Uit het telecomonderzoek bleek verder dat het telefoonnummer sinds 29 augustus 2018 in gebruik was en dat in de onderzochte periode tot 1 april 2019 ruim 100.000 contactmomenten werden geregistreerd, bestaande uit inkomende, uitgaande en doorgeschakelde oproepen, alsmede inkomende en uitgaande sms-berichten. Voorts bleek het telefoonnummer van 11 oktober 2018 tot en met 1 april 2019 2946 geregistreerde tegencontacten te hebben. [37]
36. Uit onderzoek van de politie naar het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer uitsluitend werd gebruikt voor het per sms-bericht versturen van telefoonnummers naar veelal dezelfde zes tegencontacten. [38] Volgens de politie past dit binnen het patroon van deallijn [bestandsnaam] als aansturingslijn. Via een IMSI-catcher bleek ook de telefoon met dit telefoonnummer in de woning van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] gelokaliseerd te kunnen worden. Voorts bleek dat de reisbewegingen van het telefoonnummer identiek waren aan de reisbewegingen van het telefoonnummer [telefoonnummer] . De politie concludeert hieruit dat beide telefoonnummers bij een en dezelfde persoon in gebruik waren. Die conclusie werd verder ondersteund door het feit dat beide telefoonnummers zendmasten aanstraalden die een overlappend indicatiegebied hadden, waaruit afgeleid kan worden dat de telefoonnummers op hetzelfde moment in dezelfde omgeving aanwezig waren. [39]
37. Voorts bleek uit telecomonderzoek dat nadat was ingebeld op deallijn [bestandsnaam] op het telefoonnummer [telefoonnummer] (in de periode waarin dat telefoonnummer actief was als hoofdlijn) het telefoonnummer van de beller werd doorgestuurd door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer functioneerde aldus volgens de politie als aansturingslijn. Uit onderzoek naar de verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat de meeste gegevens gegenereerd werden tussen 16:00 uur en 04:00 uur. [40]
38. De onder [voornaam van medeverdachte] [verdachte] in beslag genomen iPhone had tussen 13 augustus 2018 en 26 maart 2019 veelvuldig contact met het telefoontelefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ), opgeslagen met de aanduiding ‘P’. Uit onderzoek van politie bleek [voornaam van medeverdachte] [verdachte] het tegencontact ‘P’ te zijn, nu het telefoonnummer [telefoonnummer] de zendmast aanstraalde waarbinnen de woning van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] viel, door middel van een IMSI-catcher het telefoonnummer [telefoonnummer] in de woning van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] kon worden gelokaliseerd en uit de gesprekken viel af te leiden dat beide contactpersonen broers van elkaar waren. [41]
39. Uit telecomonderzoek naar het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 1 april 2019 11.928 sms-berichten verstuurde naar veelal dezelfde tegencontacten. De politie concludeert hieruit dat het gebruik van dit telefoonnummer past binnen het beeld van een aansturingslijn van deallijn [bestandsnaam] . [42]
40. De politie concludeert uit bovenstaande onderzoeksgegevens dat [voornaam van medeverdachte] [verdachte] in verschillende periodes verschillende schakels heeft beheerd van de deallijn [bestandsnaam] , namelijk zowel de hoofdlijnen als verschillende aansturingslijnen.
Vermoedelijke koeriers
41. Op 23 april 2019 vond een zogenoemde actiedag van de politie plaats en zijn – naast [voornaam van medeverdachte] [verdachte] , [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [eerste voornaam verdachte] [verdachte] – andere vermoedelijk betrokkenen van deallijn [bestandsnaam] aangehouden, zoals de hieronder genoemde personen.
42. [medeverdachte] [achternaam medeverdachte] werd op 23 april 2019 aangehouden op verdenking van medeplegen van handel in verdovende middelen. Hij reed in een Seat Leon met kenteken [kenteken] . [43] Uit observaties van de politie op 23 april 2019 tussen 15:23 uur en 21:20 uur bleek dat [achternaam medeverdachte] als enige in het voertuig zat. Gedurende de geobserveerde periode heeft de politie twee vermoedelijke deals waargenomen vanuit het voertuig van [achternaam medeverdachte] . [44] Uit telecomgegevens bleek dat [achternaam medeverdachte] gebruik maakte van het telefoonnummer: [telefoonnummer] . Verder bleek dat [achternaam medeverdachte] via de aansturingslijnen [telefoonnummer] of [telefoonnummer] een locatie doorgestuurd kreeg. Het telefoonnummer dat werd doorgestuurd naar [achternaam medeverdachte] , had even daarvoor contact opgenomen met de centrale deallijn via telefoonnummer [telefoonnummer] en een locatie doorgegeven. [45] Vervolgens zag het observatieteam [achternaam medeverdachte] rijden op de doorgegeven locatie. Telkens werd waargenomen dat [achternaam medeverdachte] op een locatie stopte zodat een persoon als bijrijder kon instappen in het voertuig en telkens reed [achternaam medeverdachte] vervolgens enkele tientallen meters en stopte hij weer om de zojuist ingestapte persoon te laten uitstappen. De bijrijder zat zodoende telkens niet langer dan één minuut in het voertuig van [achternaam medeverdachte] . Zo werd door het observatieteam waargenomen dat [achternaam medeverdachte] als bestuurder stopte op de Elzenlaan om 18:06 uur en dat om 18:08 uur een persoon als bijrijder instapte, die in dezelfde minuut verderop in de Elzenlaan weer uitstapte. [46] Om 18:13 uur is deze persoon – naar later bleek [kopers] – door de politie aangehouden. Hij verklaarde dat hij zojuist voor € 50,-- één ponypack cocaïne met opdruk [naam ponypack] had gekocht van een persoon in een zwarte Seat. De ponypack met inhoud is door de politie inbeslaggenomen. [47] Uit onderzoek van het NFI bleek dat het cocaïne betrof. [48]
43. Op 24 april 2019 is door de politie onderzoek verricht naar de Seat van [achternaam medeverdachte] met kenteken [kenteken] . Hieruit bleek dat het raambedieningspaneel in het middenconsole verwijderd kon worden, waardoor de ruimte onder het bedieningspaneel zichtbaar werd. In deze ruimte was een doorzichtige gripzak aanwezig met meerdere ponypacks, een gripzak met blauwe driehoekige tabletten, en € 905,-- aan contanten. [49] De verdovende middelen zijn voor toxicologisch onderzoek naar het NFI gestuurd en uit onderzoek van het NFI bleek het om cocaïne en MDMA te gaan. [50]
44. [achternaam medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij drugs heeft verkocht, en dat de man die voor zijn aanhouding bij hem in de auto stapte een afnemer was. Hij was daarmee in maart 2019 begonnen en werkte tussen 17:00 uur en 04:00 uur. Zijn rol was die van loopjongen. Hij verkocht pillen (MDMA) en cocaïne. Hij kwam aan die drugs via iemand die hem ergens naar toe stuurde. Hij kreeg voor een aantal dagen drugs mee. De personen van wie [achternaam medeverdachte] de verdovende middelen kreeg noemde hij niet bij naam. Een persoon noemde hij ‘dikke’, een ander noemde hij ‘baas’ en weer een ander heette ‘P’. Klanten noemden het netwerk [bestandsnaam] . Het geld dat hij kreeg voor de drugs was niet voor hem, maar gaf hij aan de baas. Hij kreeg een percentage van de opbrengst, gemiddeld ongeveer per gram vijf euro. Hij had twee telefoons. Eén privé en een ander die niet van hemzelf was, gebruikte hij voor zijn bezigheden als loopjongen. Hij heeft die telefoon kant en klaar gekregen. Het contact met de afnemers verliep als volgt: hij kreeg via een ander het telefoonnummer van de afnemer, vervolgens belde hij de afnemer en hoorde zijn adres. Dan ging hij erheen. Als de afnemer in de auto stapte, vertelde die wat hij wilde hebben. De drugs zat in pakjes. Je had grote en kleine pakjes. Als er een kruisje op de ponypack stond, was het iets minder gemixt. De verborgen ruimte in zijn auto is er in een garage ingezet. Geconfronteerd met de locatie [adres] verklaarde [achternaam medeverdachte] dat hij daar wel vaak kwam om af te spreken met de baas. Hij kwam daar geld brengen en kreeg nieuwe cocaïne als het op was. [51]
45. Uit onderzoek aan de iPhone van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] bleek [voornaam van medeverdachte] [verdachte] veelvuldig contact te hebben met tegencontact ‘ [medeverdachte] ’ onder telefoonnummer: [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ). In de onderzochte periode maart 2019 was er veelvuldig contact tussen hen.
Op 1 maart 2019 voerden zij het volgende gesprek:
[verdachte] : Waar bn je, ik hb Laak
[medeverdachte] : Westeinde Kl Theresia
[verdachte] : Kl
Op 4 maart vond het volgende gesprek plaats:
[medeverdachte] : Ok Yo Wat heb je
[verdachte] : Ik hb regentesseplein en schev
[medeverdachte] : Ok ik loop wag
[verdachte] : Ai
[medeverdachte] : Kl Scheveningen, wacht its noordwal, Dankl
[verdachte] : Ok hb schev Rabo. [52]
De politie concludeert uit het gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] en op basis van voornoemde gesprekken dat ‘ [medeverdachte] ’ kennelijk werd aangestuurd door [voornaam van medeverdachte] [verdachte] .
46. Op 5 april 2019 observeerden twee verbalisanten een parkeerterrein aan de [adres] te Den Haag in verband met een mogelijke vechtafspraak tussen de supporters van ADO Den Haag en FC Utrecht. Aldaar zagen zij een bestuurder van een witte Seat Leon met kenteken [kenteken] (hierna: de Seat Leon) het parkeerterrein oprijden. Een persoon stapte uit een geparkeerde auto en stapte in de Seat Leon, waarop beide personen werden gecontroleerd op bezit van verdovende middelen. De bestuurder van de Seat Leon bleek [medeverdachte] en de andere persoon bleek [kopers] , die verklaarde van plan te zijn geweest cocaïne te kopen van de bestuurder van de witte Seat Leon. Verder verklaarde hij dat hij het telefoonnummer [telefoonnummer] had gebeld om cocaïne te kunnen kopen. [53]
47. Uit een tapgesprek van het telefoonnummer [telefoonnummer] op 5 april 2019 om 22.17 uur tussen [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) en [telefoonnummer] bleek dat de beller naar het telefoonnummer [telefoonnummer] een gebeurtenis vertelt die overeenkomt met de hiervoor genoemde politiecontrole. De beller verklaarde dat hij afgesproken had op een parkeerterrein in het Madesteingebied in Den Haag, maar dat door tussenkomst van de recherche de overdracht kennelijk niet had plaatsgevonden. Vervolgens bleek uit telecomonderzoek dat het telefoonnummer [telefoonnummer] een uur eerder contact had opgenomen met [telefoonnummer] en dat niet veel later het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ) weer contact opnam met [telefoonnummer] . Uit vervolgonderzoek aan het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat dit telefoonnummer onder andere contact had met telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] , bij de politie bekend als aansturingslijnen van deallijn [bestandsnaam] . Hieruit volgt volgens de politie dat [telefoonnummer] in gebruik was bij [medeverdachte] en dat dit telefoonnummer een koeriersnummer betrof. [54]
48. Op 23 april 2019 werd [medeverdachte] aangehouden op verdenking van medeplegen van handel in verdovende middelen. Hij reed in een Seat Leon met kenteken [kenteken] . [55] Uit observaties van de politie op 23 april 2019 tussen 15:23 uur en 21:20 uur bleek dat [medeverdachte] als enige in het voertuig zat. Gedurende de geobserveerde periode heeft de politie drie vermoedelijke deals van verdovende middelen waargenomen door [medeverdachte] vanuit het voertuig. [56] Uit telecomgegevens bleek dat [medeverdachte] gebruikt maakt van het telefoonnummer: [telefoonnummer] . Verder bleek dat [medeverdachte] op 23 april 2019 een locatie doorgestuurd kreeg via aansturingslijnen [telefoonnummer] of [telefoonnummer] . Het telefoonnummer dat werd doorgestuurd naar [medeverdachte] , had even daarvoor contact opgenomen met de centrale deallijn: [telefoonnummer] en een locatie doorgegeven. [57] Vervolgens zag het observatieteam [medeverdachte] op de doorgegeven locatie. Telkens werd waargenomen dat [medeverdachte] op een locatie stopte zodat een persoon als bijrijder kon instappen in het voertuig en telkens reed [medeverdachte] vervolgens enkele tientallen meters en stopte hij weer om de zojuist ingestapte persoon te laten uitstappen. De bijrijder zat derhalve telkens niet langer dan één minuut in het voertuig van [medeverdachte] . Zo werd door het observatieteam waargenomen dat [medeverdachte] als bestuurder stopte op de Antheunisstraat, om 16:28 uur en een persoon instapte als bijrijder om vervolgens om 16:29 uur verderop in dezelfde straat weer uit te stappen. De persoon werd om 16:35 uur aangehouden en bleek [kopers] te zijn. [58] Hij verklaarde dat hij voor zijn aanhouding twee gram cocaïne had gekocht van [medeverdachte] – nadat de politie een foto van [medeverdachte] had getoond. [59] De verdovende middelen van [kopers] zijn inbeslaggenomen en getest. [60] Uit onderzoek van het NFI bleek het cocaïne te betreffen. [61]
49. Op 24 april 2019 is door politie onderzoek verricht naar de Seat van [medeverdachte] met kenteken [kenteken] . Hieruit bleek dat het raambedieningspaneel in het middenconsole verwijderd kon worden, waardoor de ruimte onder het bedieningspaneel zichtbaar werd. In deze ruimte bleek een doorzichtige gripzak aanwezig met meerdere ponypacks, een gripzak met blauwe driehoekige tabletten, en € 960,-- aan contanten. [62] Na onderzoek door het NFI bleek het om cocaïne en MDMA te gaan. [63]
50. [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij zich een tijdje heeft bezig gehouden met het dealen van drugs, maar wel een aanzienlijk kortere periode dan op de dagvaarding staat. Hoe lang dan wel, wilde hij niet zeggen. Hij kwam wel op de [adres] , maar niet om bevoorraad te worden, maar vanwege zijn auto. [64]
51. Uit onderzoek aan de iPhone van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] bleek [voornaam van medeverdachte] [verdachte] veelvuldig contact te hebben met tegencontact ‘ [medeverdachte] ’ op telefoonnummer [telefoonnummer] . In de periode van 1 januari 2019 tot en met 26 maart 2019 was er ruim 6800 keer contact tussen hen. Op 1 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats:
[verdachte] : Yo lukt het nog brodi,
[medeverdachte] : Kl
[verdachte] : Vburg
[medeverdachte] : Kl
[verdachte] : Broedie ga eten, ga eten ja, eet smakelijk ja jo jo, eet smakelijk. [65]
52. Op 9 april 2019 vond er een telefoongesprek plaats tussen [telefoonnummer] en [telefoonnummer] :
[telefoonnummer] : Ja hallo.
[telefoonnummer] : Yo waar ben?
[telefoonnummer] : Yo Hilversumsestraat op dat pleintje.
[telefoonnummer] : Is goed zie je zo.
[telefoonnummer] : Hoi hoi.
Een observatie-eenheid van de politie zag niet veel later op de Hilversumsestraat een Seat Leon rijden met kenteken [kenteken] met daarin één persoon met een donkere huidskleur en een geschatte leeftijd tussen de 25 en 35 jaar. Er werd waargenomen dat het voertuig bij het aldaar gelegen pleintje stopte en dat er één persoon instapte en plaatsnam op de bijrijdersstoel. Daarna ging het voertuig weer rijden via de Weesperstraat en de Hilversumsestraat in de richting van de Gooilaan en kwam tot stilstand. Hier stapte de bijrijder, die zojuist was ingestapt weer uit. De Seat Leon stond blijkens de Dienst Wegverkeer op naam van [medeverdachte] . Een foto van het rijbewijs op die naam, afkomstig uit de gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer kwam volgens de politie overeen met de bestuurder van de Seat Leon. [66]
53. Op 23 april 2019 werd [medeverdachte] aangehouden op verdenking van medeplegen van handel in verdovende middelen. [67] Hij reed op dat moment in een zwarte Seat Leon met kenteken [kenteken] Uit observaties op 23 april 2019 tussen 14:30 uur en 20:24 uur van politie bleek dat [medeverdachte] tot 19:02 uur als enige in het voertuig zat. [68] Gedurende de geobserveerde periode heeft de politie negen vermoedelijke deals van verdovende middelen waargenomen van [medeverdachte] vanuit voornoemd voertuig. [69] Bij zijn aanhouding werd een telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer] aangetroffen en uit telecomgegevens bleek [medeverdachte] de vaste gebruiker van dit telefoonnummer. [70] Verder bleek dat hij op dit telefoonnummer een locatie kreeg doorgestuurd via de aansturingslijn [telefoonnummer] of [telefoonnummer] . Het telefoonnummer dat werd doorgestuurd naar [medeverdachte] , had even daarvoor contact opgenomen met de centrale deallijn [telefoonnummer] en een locatie doorgegeven. [71] Vervolgens zag het observatieteam [medeverdachte] op de doorgegeven locatie. Telkens werd waargenomen dat [medeverdachte] op een locatie stopte zodat een persoon als bijrijder kon instappen in het voertuig en telkens reed [medeverdachte] vervolgens enkele tientallen meters en stopte hij weer om de zojuist ingestapte persoon te laten uitstappen. De bijrijder zat derhalve telkens niet langer dan één minuut in het voertuig van [medeverdachte] . Zo werd door het observatieteam waargenomen dat [medeverdachte] als bestuurder stopte op de Werf te Den Haag en dat binnen vijf minuten een blanke man op een fiets kwam aanrijden, zijn fiets parkeerde en bij [medeverdachte] als bijrijder instapte om vervolgens binnen twee minuten weer op zijn fiets te zitten. De man op de fiets werd vervolgens direct aangehouden en bleek [kopers] te zijn. Hij verklaarde dat hij een ponypack met de opdruk van een zeehond met cocaïne had gekocht van een dealer in een zwarte Seat. [72] De verdovende middelen zijn in beslag genomen door de politie. [73] Uit onderzoek van het NFI bleek het cocaïne te betreffen. [74]
54. Op 24 april 2019 is door politie onderzoek verricht naar de Seat (kenteken [kenteken] ) van [medeverdachte] . Hieruit bleek dat het raambedieningspaneel in het middenconsole verwijderd kon worden, waardoor de ruimte onder het bedieningspaneel zichtbaar werd. In deze ruimte bleek een doorzichtige gripzak aanwezig met meerdere ponypacks en een gripzak met blauwe driehoekige tabletten. [75] Uit rapportages van het NFI bleken de verdovende middelen cocaïne en MDMA te bevatten. [76] Op een gripzak werd een dactyloscopisch spoor aangetroffen dat herleidde tot [medeverdachte] . [77]
Conclusie handel in verdovende middelen
55. Uit voornoemde bewijsmiddelen, tezamen genomen en in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat [voornaam van medeverdachte] [verdachte] , [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [eerste voornaam verdachte] [verdachte] in de ten laste gelegde periode diverse schakels hebben beheerd van deallijn [bestandsnaam] en dat zij zich daarmee schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van de handel in cocaïne en MDMA. De rechtbank overweegt daarbij ten aanzien van de ten laste gelegde periode dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat de verdachten de volledige aaneengesloten periode zich aan dit feit hebben schuldig gemaakt en zal daar bij de strafoplegging rekening mee houden.
56. Naast de betrokkenheid van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] , [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [eerste voornaam verdachte] [verdachte] bij de handel in verdovende middelen via deallijn [bestandsnaam] , wordt hen het verwijt gemaakt met elkaar een criminele organisatie te hebben gevormd, welke organisatie als oogmerk had het plegen van Opiumwetdelicten. Daarvoor hebben politie en justitie niet alleen onderzoek gedaan naar de omvang en werkwijze van deallijn [bestandsnaam] , maar ook naar het georganiseerde en duurzame karakter hiervan. Voor de beoordeling van dit verwijt is het volgende relevant.
Onderling contact
57. Uit telecomonderzoek bleek dat ‘P’ via telefoonnummer [telefoonnummer] op 9 september 2018 de volgende ingesproken berichten naar [voornaam van medeverdachte] [verdachte] stuurde [78] :
P: Yo ik ben al buiten , die blakka en die ander laten nu eten, want die eten altijd vijf uur, [medeverdachte] eet om zes uur, tobby die eet om zeven uur, dus dan uuhh weet dat, ik haal sowieso, ik rij nu naar die vriend van je even vragen voor die auto van jou, als die wil hoe of wat, laat ik dat jou weten. Ik heb net eentje gestuurd naar ypa man, dus uuhh, dan is dat voor hun laatste en [medeverdachte] heb ik al best een tijdje niks gegeven omdat er niks was voor hem misschien moet je dan tegen hem zeggen dat hij dan eerst moet eten ofzo want hij is de hele tijd al niks aan het doen, dan kennen die andere straks gaan, ja toch
Op 10 september 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen ‘P’ en [voornaam van medeverdachte] [verdachte] :
[verdachte] : Ok
P: Ik haal eraf, ben bij [kopers] , heb je wat daar, waar zijn die andere
[verdachte] : [kopers] schev Kl, [medeverdachte] eten zal zo Kl zijn, Tob na vbrug Nootdorp
P: Oké
Op 5 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen hen:
[verdachte] : Net die ene engelse telefoonnummer die man loopt te klagen ik weet niet over wie, ik denk dat ie het over [medeverdachte] heb , ik hoop het niet, die mannetje van bilderdijkstraat die loopt ook te lullen, [medeverdachte] laat hem helemaal naar snackbar van noordwal lopen terwijl die uuhh em hij kankert hem er bij het westeinde uit enzo weet je , ik zeg je alvast, ik ga [medeverdachte] deze keer echt van zeggen, dit kan niet man.
[verdachte] : hebt een grote mond tegen mensen enzo weet je , bij de hand dit dat, uuhh als je niet die deze dingen wil doen dan moet je opkankeren en ga niet die grote bek tegen die mensen
geven weetje met disrespect met die mensen kan niet jo
P: ja heb em al vaker gezegd
Tot slot vond op 12 november 2018 het volgende gesprek plaats:
[verdachte] : Tako 110 bij, moet ook jang hbbe zo dan weet je dat
P: Ik pak zo voor je gelijk ik voor je
[verdachte] : [kopers] 20 bij, [kopers] d 65 af
P: Ben [adres] , haal eraf, geef mense
[verdachte] : [kopers] Mozartlaan flat, [kopers] schev osso. [79]
58. Uit onderzoek aan de telefoon van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] bleek dat in de periode van 13 augustus 2018 tot en met 26 maart 2019 – de dag van [voornaam van medeverdachte] ’s aanhouding – gesprekken plaatsvonden tussen [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [voornaam van medeverdachte] [verdachte] . Dit betrof zowel gesproken berichten als tekstberichten. Deze gesprekken gaan voornamelijk over andere personen, zoals blijkt uit het volgende gesprek dat op 11 november 2018 plaatsvond:
[voornaam van medeverdachte] : [medeverdachte] had vanmiddag al spijker in zijn band zegt ie hij moet naar [kopers] en zo anders moetje [kopers] vragen als tie daar is gekomen voor propje te schieten (…)
[voornaam van medeverdachte] : Ja want nu andere band lek Uuh daarom ik zei al, ik zat [kopers] te bellen (…) zet maar gelijk winterbanden uuhh er onder (...) want dit schiet niet op zogenaamd zeker ging die ook tijdens werktijd die propje laten doen.
Op 26 november 2018 vond het volgende gesprek plaats:
[voornaam van medeverdachte] : Heb em gezegd, uur gaat in als ik zeg ga eten, hij d8 pas alstie thuis
[voornaam van medeverdachte] : ja
[voornaam van medeverdachte] : was gaat in, 40 min reizen gaat nie, als je 10a15 min, oké, later bent Maar dit is extreem
[voornaam van medeverdachte] : ja en dan ik zeg nog eerder ga eten(…).
Op 30 november 2018 vond het volgende gesprek plaats:
[voornaam van medeverdachte] : Yo, [medeverdachte] heeft probleem met zn tellie man
[voornaam van medeverdachte] : Ja hij had nieuwe gehaald, als die hier in de buurt is laat em naar mij komen
[voornaam van medeverdachte] : hij zeg miss is die simkaart probleem, ok
[voornaam van medeverdachte] : Ik heb nog simkaarten
Op 11 januari 2019 vond het volgende gesprek plaats:
[voornaam van medeverdachte] : waar isniedereen dan weet ik
[voornaam van medeverdachte] : heb [medeverdachte] gezegd om te gaan eten, hij was nou uuhh bij de laatste daar als het goed ;'s, [medeverdachte] moet ook zo klaar zijn met eten over vijf minuten ofzo en die andere waren naar Ypenburg, nootdorp Leidschenveen, die kant, ik ben nu Voorburg, ik ga nu naar laatste, dan ga ik naar schiffo knallen, heb ik daar schiffo, leplaan en centrum
Op 18 januari 2019 vond het volgende gesprek plaats:
[voornaam van medeverdachte] : Ik zeg, ik zeg tegen haar je moet nog betalen zegt ze ja is goed ik regel dat zo, ik stuur [medeverdachte] daar naar toe, ze zegt gewoon tegen [medeverdachte] , nee ik moet niks betalen hoor, ik hoef niemand wat te betalen, ik heb alles al geregeld"
[voornaam van medeverdachte] : sommige van die kankermensen proberen te flashen je weet toch toch daarom ik zeg altijd... zeg maar tegen jou allemaal wat ze lenen en wie, je weet toch ik uuhh je weet ook wel dat ik bij sommige zeg nee niks geven, je weet toch
Op 10 maart 2019 stuurde [voornaam van medeverdachte] [verdachte] naar [voornaam van medeverdachte] [verdachte] het volgende bericht:
ja maar die auto is gelijk fucked up man, ik had al gekeken voor andere auto voor hem want dit is, (…) dus we gaan dat moet ik ook nog ff kijken, maar [kopers] krijgt als het goed is morgen overmorgen ergens moet hij zijn rijbewijs terug hebben, dus daar moet ik ff snel een auto voor fixen, dan ik dat ook weer weet toch, dan hebben we in ieder geval weer een mannetje terug extra.
Daarnaast verstuurde [voornaam van medeverdachte] [verdachte] losse berichten naar [voornaam van medeverdachte] [verdachte] in de periode september 2018 tot en met maart 2019 waarvan de politie concludeert dat dit berichten zijn kennelijk ter administratie, zoals [80] :
Tako 50 bij [kopers] doe met bril 50 bij Tako 50 bij
Tako 50 bij [kopers] 50 bij Tako 50 bij
Tako 50 bij Tako 50 bij [kopers] 50 bij
Tako 50 bij [kopers] 50 bij Tako 100 bij
Tako 100 bij Tako 100 bij [kopers] 100 bij
Tako 100 bij [kopers] 20 bij [kopers] 30 bij
[kopers] 70 bij [kopers] 50 bij [kopers] 50 bij
[kopers] 50 bij [kopers] 50 bij [kopers] 50 bij
[kopers] 50 bij [kopers] 100 bij Tako 100 bij
[kopers] 100 bij Tako 100 bij Tako 100 bij
Tako 100 bij Tako 100 bij [kopers] 200 bij
[kopers] 20 bij [kopers] 20 bij [kopers] 20 bij [kopers] 30 bij [kopers] 70 bij [kopers] 70 bij
59. Verder bleek uit telecomonderzoek naar de iPhone van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] dat hij veelvuldig contact had met tegencontacten ‘ [medeverdachte] [telefoonnummer] ’ en ‘ [medeverdachte] [telefoonnummer] ’. Deze telefoonnummers bleken na onderzoek uit het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie en het bedrijfsprocessensysteem van de politie in gebruik bij [medeverdachte] [achternaam medeverdachte] . [81] [voornaam van medeverdachte] [verdachte] had in periode van 10 januari 2019 en 25 maart 2019 in totaal 718 contactmoment met [achternaam medeverdachte] op voornoemde telefoonnummers. Deze contactmoment bestonden onder andere uit WhatsAppgesprekken, zoals hieronder weergegeven [82] :
Op 3 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats: [83]
[verdachte] : Is goed man ga eten, eet smakelijk
[medeverdachte] : Hahahhahahaha, stuk, Thanks bro
[verdachte] : Hahahahahaha ai
[medeverdachte] : Kl skiffa
[verdachte] : ik bb mariahoeve, ai
[medeverdachte] : ai, Kl roberta
[verdachte] : Kl
[medeverdachte] : Kl vb
[verdachte] : Kl
Op 11 maart 2019 vond het volgende gesprek plaats: [84]
[verdachte] : Ai
[medeverdachte] : Kl, Lk vb
[verdachte] : Kl
[medeverdachte] : Neef, ik ga nu pauze nemen ja
[verdachte] : Yo, zeg P
[medeverdachte] : P weet ervan, Ai
[verdachte] : Hij is r
[medeverdachte] : Oké
[verdachte] : Ai dan is goed tog bro
Op 16 maart en 18 maart 2019 vonden de volgende gesprekken plaats: [85]
[verdachte] : Voorburg fransstraat ja, fransstraat voorburg
[medeverdachte] : Kl
[verdachte] : Kl
[medeverdachte] : Kl, Kl, Yp
[verdachte] : Kl
[medeverdachte] : Kl Vb
[verdachte] : Binckhorst zonweg ja, zonweg Binckhorst yo"
[medeverdachte] : Kl, Bnk
60. Uit onderzoek aan het telefoonnummer [telefoonnummer] bleek dat er veelvuldig contact was tussen [voornaam van medeverdachte] [verdachte] met telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: P) en [medeverdachte] [achternaam medeverdachte] [telefoonnummer] (hierna: [medeverdachte] ). Zo vond op 8 november 2018 het volgende gesprek plaats: [86]
P: Yo ik ga douche app je zo
[medeverdachte] : Oké
P: 4 uur in menno ter braakstr. Waar tobi gister ging parkeren
Op 25 november 2018 het volgende gesprek plaats: [87]
[medeverdachte] : Kan ik dinsdag vrij nemen Mijn vriendin is dan jarig
P: Voo bro dinsdag is lastig man elke dinsdag is andere vrij want hij heeft dan geen
oppas heb je geen andere dag hij is elke dinsdag vrij
Op 11 januari 2019 vond het volgende gesprek plaats: [88]
[medeverdachte] : Laatste was monikke KL
P: Oke
[medeverdachte] : KL
P: Waar ben je
[medeverdachte] : Bijna bij [kopers]
P: Oke snel is druk
[medeverdachte] : Is goed.
Van de gebruikte bewoording 'Kl' in het boven getoonde gesprek stelt de politie dat dit gebruikt werd om met elkaar te communiceren bij het verhandelen van verdovende middelen. Vanuit de context kan volgens de politie worden opgemaakt dat 'Kl' staat voor klaar. [89]
Doorzoekingen [adres] , auto [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en opslagbox
61. In het onderzoek naar de in de anonieme brief genoemde kentekens hebben politie en justitie vanaf 4 april 2019 enkele van deze kentekens gekoppeld aan voertuigen en voorzien van peilbakens. Uit de analyse van deze bakengegevens bleek dat enkele van deze voertuigen zich ophielden op [adres] . [90] Tijdens een observatie op 23 april 2019 gericht op het pand aan voornoemd adres werd waargenomen dat rond 16:25 uur een auto op naam van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] voor het pand stopte, een persoon uitstapte, het pand betrad en om 16:46 uur weer weg ging. [91] Diezelfde dag vond rond 20:30 uur een doorzoeking plaats in dit pand, hetgeen een garage betrof. De garage bleek volgens de eigenaar van het pand gehuurd te worden door [eerste voornaam verdachte] [verdachte] . [92] Dit bleek ook uit het huurcontract, waarin [eerste voornaam verdachte] [verdachte] als huurder stond vermeld. [93]
62. In een doos in de garage werden vijf plastic zakjes met briefgeld (naar later bleek: € 32.090,-) aangetroffen. [94] Verder werd een grote blauwe AH-boodschappentas aangetroffen met zakjes met automaterialen en daaronder verschillende zakjes met muntgeld (naar later bleek: € 2.067,10). [95] Ook werd een plastic tas van Hoogvliet aangetroffen met gripzakken met daarin witte ponypacks en plastic zakjes met daarin blauwe pillen. [96]
In negen gripzakken zaten grote en kleine gevouwen ponypacks met de merknaam " [naam ponypack]
". Alle ponypacks bleken wit poeder te bevatten. In totaal zaten er in de gripzakken 200 kleine ponypacks, 177 grote ponypacks en 149 grote ponypacks met daarin ook een kleine ponypack. Uit onderzoek van het NFI aan monsters van dit witte poeder, bleek het telkens cocaïne te betreffen. [97]
In zeven gripzakken zaten 3871 blauwkleurige tabletten met een totaalgewicht 1910,3 gram. [98] De blauwkleurige tabletten waren diamantvormig en hadden een 'Punisher' logo. Uit onderzoek van het NFI bleken deze blauwe tabletten MDMA te bevatten. [99]
63. Daarnaast werden in een vuilniscontainer in de garage 28 plastic zakjes aangetroffen, met daarop geschreven namen als [medeverdachte] en [kopers] . Die namen vertonen gelijkenissen met contacten uit de telefoon van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] ( [username medeverdachte] [medeverdachte] en [kopers] ). Voorts werden in de auto’s van [medeverdachte] , [medeverdachte] en [achternaam medeverdachte] verdovende middelen aangetroffen die in vergelijkbare zakjes waren verpakt. [100] Voorts werd in het pand aan de [adres] een doos aangetroffen met 15 Nokia C2-01 telefoondoosjes met telefoons. Veertien telefoons zagen er nieuw en ongebruikt uit. [101]
64. Verder heeft de politie de onder [voornaam van medeverdachte] [verdachte] in beslag genomen VW Tiguan (kenteken [kenteken] ) doorzocht. Uit dit onderzoek bleek dat de spiegelschakelaar los zat en dat onder deze schakelaar een ruimte zichtbaar was. In deze ruimte zat een plastic zak met ponypacks, een soortgelijke plastic zak met bankbiljetten (naar later bleek: € 5.365,--) [102] , een plastic zak met meerdere ponypacks, en een plastic zak met blauwe pillen. [103] De inhoud van de ponypacks en de blauwe pillen zijn opgestuurd naar het NFI voor toxicologisch onderzoek. [104] Volgens onderzoek van het NFI bleken alle ponypacks cocaïne en de blauwe pillen MDMA te bevatten. [105]
65. Hierop volgend is op 23 april 2019 de woning van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] aan de [adres] in Den Haag doorzocht. Daar werden onder meer een [bedrijfsnaam] -contract, een aantal telefoons en simkaarten, en € 2.600,- in beslag genomen. [106] Het [bedrijfsnaam] -contract, op naam van de vriendin van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] , verwees naar opslagbox [nummer opslagbox] bij [bedrijfsnaam] aan de [adres] te Den Haag. Deze opslagruimte werd op 24 april 2019 door de politie doorzocht en daar werden onder andere 75.600 stuks ponypacks van het merk [naam ponypack] aangetroffen en 14 kilopotten Vitablend Inositol [107] , hetgeen volgens rapportage van het NFI versnijdingsmiddel betreft. [108]
Toetsingskader deelname aan een criminele organisatie
66. Onder een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht en/of artikel 11b van de Opiumwet wordt verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de desbetreffende verdachte en ten minste één ander persoon. Vast moet komen te staan dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Voor het bewijs van het oogmerk zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
67. Van deelneming aan een criminele organisatie is sprake, indien de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk, dan wel deze gedragingen ondersteunt. Een deelnemingshandeling kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten, zolang van hiervoor bedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken. Voor deelneming is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Enige vorm van opzet op de door de organisatie beoogde concrete misdrijven is niet vereist.
Conclusie deelname aan criminele organisatie
68. De rechtbank overweegt dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen bewezen kan worden verklaard dat [voornaam van medeverdachte] [verdachte] , [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [eerste voornaam verdachte] [verdachte] gedurende een langere periode een samenwerkingsverband hebben gevormd dat zich heeft bezig gehouden met de georganiseerde handel in verdovende middelen. De rechtbank betrekt daarbij in het bijzonder de chatgesprekken zoals genoemd onder 57 en 58 tussen [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [voornaam van medeverdachte] [verdachte] waarin zij veelvuldig onderling contact hebben over het de werkzaamheden en het functioneren van koeriers met betrekking tot de handel in verdovende middelen en het bijhouden van een administratie. Uit de chatgesprekken blijkt dat sprake is van afstemming en overleg over verschillende aspecten die verband houden met de handel in verdovende middelen in georganiseerd verband. Zij spreken immers over benodigdheden zoals voertuigen, telefoons en simkaarten, waar blijkens het telecomonderzoek en de verklaring van getuige [code anonieme getuige] en afnemers veel gebruik van is gemaakt. Daarnaast bespreken zij werktijden, in die zin dat zij bepalen wie wanneer pauze, tijd om te eten en of een vrije dag kan nemen. Voor de duurzame aard van het samenwerkingsverband is voorts redengevend dat de onder de medeverdachten [medeverdachte] , [achternaam medeverdachte] en [medeverdachte] aangetroffen verdovende middelen en geldbedragen uit het zicht van de politie en pas na grondig onderzoek in verborgen ruimtes in de voertuigen zijn ontdekt. De rechtbank overweegt dat de garage op naam van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] aan [adres] hierin een belangrijke schakel is geweest. De rechtbank betrekt in haar oordeel dat de in voornoemde garage aangetroffen verdovende middelen overeenkomen met de verdovende middelen zoals aangetroffen onder verdachten [medeverdachte] , [achternaam medeverdachte] en [medeverdachte] alsook met de verklaring van [achternaam medeverdachte] dat hij in die loods bevoorraad zou zijn en geldbedragen moest afgeven. Bovendien bleek de verpakking van de verdovende middelen overeen te komen met de verpakkingen van ponypacks zoals aangetroffen in de opslagbox te [adres] , die op naam stond van de vriendin van [voornaam van medeverdachte] [verdachte] . Al deze handelingen, in onderling verband bezien, beogen enkel en alleen verwezenlijking van gedragingen, in lijn met het oogmerk van de organisatie, te weten de handel in verdovende middelen. Voor alle verdachten geldt dat zij een direct en wezenlijk aandeel hierin hebben gehad, zodat het geen nader betoog behoeft dat zij bekend waren met het oogmerk van de organisatie. Voor wat betreft de periode waarin de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan dit feit, sluit de rechtbank aan bij de overweging ten aanzien van het medeplegen van de handel in verdovende middelen (onder 55), inhoudende dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachten zich tenminste in de ten laste gelegde periode – maar niet een aaneengesloten periode – hieraan schuldig hebben gemaakt. De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde feit.
Witwassen van € 23.500,- op 31 januari 2019 in Cadolzburg, Duitsland
69. De verdediging heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van dit feit omdat – kort gezegd – het ontbreekt aan een deugdelijke grondslag voor de vestiging van rechtsmacht.
70. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat niet is voldaan aan het dubbele strafbaarheidsvereiste, neergelegd in artikel 7, eerste lid, Sr. In tegenstelling tot de Nederlandse witwaswetgeving is de strafbaarstelling van secundaire witwashandelingen – het verkrijgen, houden of gebruiken van uit misdrijf afkomstige goederen – naar Duits recht beperkt tot goederen waarvan de houder op het moment van verkrijging bekend was met de criminele herkomst, zo staat in artikel 261(2) Strafgesetzbuch (StGB). Voor goederen afkomstig uit eigen misdrijf geldt dat deze voorwerp van witwashandelingen kunnen zijn, maar daarvoor is volgens Duits recht (artikel 261(9) StGB) wel vereist dat de verdachte niet strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het plegen van het grondfeit. In deze zaak echter wordt de verdachte wel vervolgd voor het grondfeit, tenlastegelegd als feiten 1 en 2.
71. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er wel rechtsmacht is voor vervolging.
72. De rechtbank is van oordeel dat het verweer niet slaagt.
73. Vooropgesteld wordt dat de beoordeling of aan het dubbele strafbaarheidsvereiste uit artikel 7, eerste lid, Sr is voldaan een toetsing in abstracto meebrengt. Voldoende is daarbij dat de buitenlandse strafbaarstelling in de kern hetzelfde rechtsgoed beschermt als de Nederlandse strafbaarstelling. Het gaat dus niet om beantwoording van de vraag of het in deze concrete zaak in Duitsland al dan niet tot een veroordeling voor witwassen zou komen.
74. Aan de verdachte wordt verweten – kortgezegd – dat hij een geldbedrag heeft omgezet, of van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat het van misdrijf afkomstig was. Op dat feit is ook naar Duits recht straf gesteld ex artikel 261(1) StGB (
Geldwäsche), een bepaling die hetzelfde rechtsbelang nastreeft als het Nederlandse artikel 420bis Sr. Daarmee is aan het dubbele strafbaarheidsvereiste voldaan. Het verweer van de verdediging impliceert dat het in Duitsland niet tot een veroordeling van de verdachte zou komen, omdat de verdachte ten tijde van het verkrijgen van het geldbedrag niet wist dat het om geld afkomstig van misdrijf was, of omdat het geld afkomstig was uit eigen misdrijf, terwijl hij ook voor dat eigen misdrijf wordt vervolgd. Dat verweer – wat er verder ook van zij – miskent het abstracte karakter van de aan te leggen toets. Het Openbaar Ministerie is dus ontvankelijk in de vervolging van dit feit.
75. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] heeft verklaard dat hij in Cadolzburg een auto heeft opgehaald voor zijn broer [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en dat hij deze auto contant heeft betaald. Het geld had hij van zijn broer gekregen en zou de opbrengst van de verkoop van een Volkswagen Golf betreffen. Deze verklaring voor de herkomst van het geld is concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Deze verklaring is echter niet nader onderzocht, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank wel op zijn plaats was geweest. Dat betekent dat niet met voldoende mate van zekerheid kan worden geoordeeld dat het geld waarop de verdenking betrekking heeft, een criminele herkomst heeft. Gelet daarop zal [eerste voornaam verdachte] [verdachte] van dit feit worden vrijgesproken.
Onderzoek [onderzoeksnaam]
76. Verder wordt [eerste voornaam verdachte] [verdachte] verweten dat hij op 7 april 2018 cocaïne en/of MDMA voorhanden heeft gehad, hetgeen hij ter terechtzitting heeft bekend. Nu de verdachte het feit zoals bewezen zal worden verklaard heeft bekend en door de verdediging geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de gebezigde bewijsmiddelen, zoals bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering:
  • de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 juni 2021;
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte [voorletters onderzoeksnaam] [onderzoeksnaam] , p. 94 tot en met 96;
  • proces-verbaal narcotica, p. 142 tot en met 144 en proces-verbaal narcotica, p. 145 en 146;
  • een geschrift, te weten NFI-rapportages, betreffende onderzoek verdovende middelen, p. 136 tot en met 141.
Witwassen € 44.856,11 (onderzoek [onderzoeksnaam] )
Toetsingskader witwassen
77. De rechtbank stelt met betrekking tot het bij de bewijslevering te hanteren toetsingskader het volgende voorop. De ten laste gelegde periode van witwassen is aanmerkelijk langer en gaat bovendien voor een groot deel vooraf aan de periode waarvan is bewezenverklaard dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] zich heeft beziggehouden met de handel in verdovende middelen (onderzoek [naam onderzoek] ). In het kader van het onderzoek naar geconstateerde al dan niet verdachte geldstromen, die niet in verband zijn te brengen met enig concreet strafbaar feit, dient het toetsingskader gehanteerd te worden dat ziet op het geval waarin witwassen wordt verweten, terwijl geen direct bewijs voor inkomsten uit een brondelict aanwezig is.
Het toetsingskader:
Allereerst dient de rechtbank vast te stellen of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn, dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen.
Is dat het geval, dan mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft voor de herkomst van het geld.
Zodra het door de verdachte geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de uit de verklaring van de verdachte blijkende alternatieve herkomst van het geld.
Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met een voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geld waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare herkomst kan gelden.
Als de verdachte, hoewel daarnaar gevraagd, een dergelijke verklaring niet verstrekt, dan wel als uit nader onderzoek van het openbaar ministerie is gebleken dat die verklaring niet deugdelijk is, kan sprake zijn van witwassen.
Vermoeden van witwassen
78. Onderzoek [onderzoeksnaam] is gestart op 12 december 2016 en was gericht op de handel in verdovende middelen, voorbereidingshandelingen daarvan en het witwassen van de uit de handel gegenereerde opbrengsten. Gebleken was dat een jongere broer van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] , [medeverdachte] [verdachte] (’81), afspraken had in de woning aan de [adres] in Den Haag met criminele contacten die antecedenten hebben op het gebied van verdovende middelen. Op 4 oktober 2017 is voornoemde woning doorzocht. Bij de doorzoeking werd ruim € 22.000,- aan contant geld aangetroffen dat op verschillende plekken in de woning lag verstopt. Ook werd dure merkkleding met een geschatte waarde van tussen de € 30.000,- en € 40.000,- aangetroffen. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] was een van de bewoners van de woning. Onder [eerste voornaam verdachte] [verdachte] is een bedrag van € 995,- aan contant geld, merkkleding, een [auto] en een motor in beslag genomen. [109]
79. Naar aanleiding van deze bevindingen is de politie nagegaan wat de inkomsten en de uitgaven van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] in de ten laste gelegde periode zijn. Uit informatie van de Belastingdienst blijkt dat er met uitzondering van het jaar 2013 geen loongegevens van hem bekend zijn. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] heeft meerdere voertuigen op naam (gehad) en in 2015 en 2016 heeft hij diverse money transfers gedaan. [110]
De inkomsten en uitgaven van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] zijn uitgewerkt in een eenvoudige kasopstelling. Uit deze kasopstelling blijkt dat hij een fors bedrag aan contant geld heeft uitgegeven waarvan de herkomst niet verklaarbaar is. [111]
80. De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, zijn naar het oordeel van de rechtbank van dien aard dat zij het vermoeden van witwassen rechtvaardigen. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van de raadsman dat de kasopstelling zodanig gebrekkig is dat op basis daarvan niet tot de conclusie kan worden gekomen dat sprake is van een vermoeden van witwassen. Het vermoeden van witwassen is immers op meer gebaseerd dan uitsluitend de eenvoudige kasopstelling. Nu sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor de herkomst van het geld geeft.
Kasopstelling
81. Het gebruik van een (eenvoudige) kasopstelling bij de beoordeling of er sprake is geweest van witwassen is in de jurisprudentie algemeen aanvaard. De kasopstelling heeft uitsluitend betrekking op contante geldstromen. De totale contante uitgaven worden afgezet tegen de beschikbare legale contante gelden. Van contant geld kan niet meer worden uitgegeven dan er binnenkomt. Een groot verschil tussen de contante uitgaven en het legaal verklaarbare contante inkomen, wijst op het bestaan van een onbekende contante inkomstenbron.
82. Uit het Rapport berekening wederrechtelijke verkregen voordeel kasopstelling blijkt het volgende. [112]
Beginsaldo contant geld
83. Aangezien ieder persoon kan beschikken over een bepaald bedrag in contanten is voor de kasopstelling uitgegaan van een beginsaldo van € 527,-.
Beschikbaar voor het doen van uitgaven
84. Onder [eerste voornaam verdachte] [verdachte] is € 995,- aan contant geld in beslag genomen. [113] Dit bedrag wordt in de eenvoudige kasopstelling als het eindsaldo van het totale contante vermogen van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] gerekend. Het totaalbedrag dat contant voor [eerste voornaam verdachte] [verdachte] beschikbaar was voor het doen van uitgaven komt, inclusief het beginsaldo, in de kasopstelling uit op - € 468,-.
85. De raadsman heeft naar voren gebracht dat er ten onrechte bedragen buiten beschouwing zijn gelaten bij de vaststelling van het bedrag dat beschikbaar is voor het doen van uitgaven. Zo is er geen rekening gehouden met stortingen uit Groot-Brittannië, afkomstig van de heer [achternaam v. persoon die geld stort] , voor een aantal Seats van in totaal € 26.400,- en een storting van een schade-uitkering en zorgtoeslag van in totaal ruim € 5.000,-.
86. Gebleken is dat in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 november 2017 in vier transacties een bedrag van € 26.400,- werd overgeschreven op de rekening van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] vanaf een rekening in Groot-Brittannië. Ook is in die periode een bedrag van € 957,- voor zorgtoeslag bijgeschreven en vond een schade uitkering plaats van € 4.302,11. [114] Ten aanzien van de stortingen uit Groot-Brittannië overweegt de rechtbank dat deze wel enige aanknopingspunten voor nader onderzoek bieden, zoals het nummer van de tegenrekening in Groot-Brittannië, de naam van degene van wie de transactieacties afkomstig waren, of een eventueel verblijf van de verdachte in Groot-Brittannië. De politie heeft evenwel geen nader onderzoek verricht naar aanleiding van deze stortingen.
87. Gelet op het voorgaande is de rechtbank met de raadsman van oordeel dat voornoemde bedragen ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten. Deze bedragen zullen aldus worden opgeteld bij het bedrag dat contant voor [eerste voornaam verdachte] [verdachte] beschikbaar was voor het doen van uitgaven. Dit bedrag komt daarmee uit op een totaal van € 31.191,11 (- € 468,- plus € 26.400,- plus € 957,- plus € 4.302,11).
Contante uitgaven
88. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] heeft in 2015 en 2016 diverse money transfers gedaan van in totaal
€ 5.600,-. [115] In de periode van 2015 tot en met april 2018 werd voor € 13.300,- aan contanten op zijn rekening gestort. [116] Verder blijkt dat in deze periode verschillende bedragen die [eerste voornaam verdachte] [verdachte] moest betalen, te weten € 2.220,- premie voor zijn zorgverzekering [117] , € 6.600,- premie voor motorrijtuigenbelasting [118] en € 1.100,- voor bekeuringen van het Centraal Justitieel Incassobureau [119] , betaald zijn via een rekening van [naam rekeninghouder] . Het is volgens de politie aannemelijk dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] deze bedragen ter plaatse contant heeft betaald.
89. Bij de doorzoeking van de woning aan de [adres] in Den Haag werd in de slaapkamer van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] een aankoopbon van [bedrijf] van 24 november 2018 aangetroffen. De aankopen van in totaal € 5.800,- zijn contant voldaan. Verder werd er een behoorlijke hoeveelheid dure merkkleding aangetroffen in de slaapkamer van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] . De kleding en tassen waar nog een prijslabel aan zat, hadden een waarde van in totaal € 5.679,-. [120] Bij de doorzoeking werd tevens een bon van [bedrijf] van 18 augustus 2016 op naam van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] aangetroffen. Het totaalbedrag van € 1.074,- is contant voldaan. [121] Verder is gebleken dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] voor € 1.651,42 een ticket heeft geboekt voor een retourvlucht van Amsterdam naar Paramaribo in maart 2016, die hij cash heeft betaald. [122] Tot slot heeft hij goederen naar Suriname laten verschepen door [bedrijf] . De transportkosten bedroegen € 1.353,- en ook deze zijn contant betaald. [123]
90. In totaal is volgens de kasopstelling een bedrag van € 44.388,11,- aan contante uitgaven gedaan door [eerste voornaam verdachte] [verdachte] .
91. Met betrekking tot de aangetroffen kleding en tassen waar nog een prijslabel aan zat, heeft de raadsman naar voren gebracht dat niet kan worden vastgesteld dat deze goederen zijn aangeschaft in de periode waarop de kasopstelling betrekking heeft. Dit verweer wordt verworpen. De rechtbank overweegt daartoe dat sprake is van een ruime ten laste gelegde periode die aanvangt op 1 januari 2015. De woning waar [eerste voornaam verdachte] [verdachte] verbleef is op 4 oktober 2017 doorzocht en tijdens die doorzoeking zijn kleding en tassen aangetroffen waar nog een prijslabel aan zat. De rechtbank acht niet aannemelijk dat deze goederen, met aangehecht prijslabel, al langer dan 2 jaar en 9 maanden in de woning lagen. Kleding en tassen zijn in het algemeen immers bedoeld voor gebruik.
Tussenconclusie
92. De conclusie die volgt uit de eenvoudige kasopstelling is dat de herkomst van een bedrag van € 13.197,- dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] contant heeft uitgegeven niet verklaarbaar is. Hiervoor wordt het totaalbedrag aan uitgaven van € 44.388,11,- afgetrokken van het beschikbare legale contante vermogen van € 31.191,11,-. Er ontstaat dan een negatief verschil van € 13.197,-.
Verklaring van de verdachte
93. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij een rekening heeft bij de Postbank en dat hij de enige is die de rekening gebruikt. Hij ontvangt geen uitkering en heeft sinds het overlijden van zijn vader niet meer gewerkt. Zijn vader heeft geld gespaard in een oude sok. Dat geld heeft hij, als oudste zoon, gekregen. Hij wil niet verklaren hoeveel geld hij van zijn vader heeft geërfd. Ten aanzien van de in zijn slaapkamer aangetroffen kleding heeft hij verklaard dat dit van hem is en dat een deel daarvan niet echt is en uit Turkije komt. Ter zitting heeft [eerste voornaam verdachte] [verdachte] verklaard – voor het eerst – dat zijn vader geld verdiende met de verkoop van zangvogels en dat dit heel lucratief was. Hij heeft zijn verklaring niet nader onderbouwd.
94. Voor zover mogelijk heeft de politie de verklaring van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] geverifieerd. Uit de door de politie opgevraagde informatie van de infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen betreffende de vader van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] , blijkt dat zijn vader geen vermogen had en dat hij niet het inkomen had om vermogend te zijn. [124] Aan getuige [personeel bedrijf] , werkzaam bij [bedrijf] , is een aantal van de aangetroffen kledingstukken getoond. Hij verklaarde dat deze kledingstukken echt waren. [125]
Conclusie
95. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] onvoldoende aannemelijk is om het vermoeden van witwassen te weerspreken. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het niet anders kan zijn dat het bedrag van
€ 13.197,- onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. [eerste voornaam verdachte] [verdachte] heeft gebruik gemaakt van dit geld en dit omgezet in luxegoederen, zoals kleding.
96. De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat [eerste voornaam verdachte] [verdachte] een geldbedrag van € 13.197,- heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat het een onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig geldbedrag was.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van [eerste voornaam verdachte] [verdachte] bewezen dat:
parketnummer 09/842121-19:
1
hij in de periode van 1 september 2017 tot en met 26 maart 2019 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere [medeverdachte] [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1986 te Paramaribo) en [medeverdachte] [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1977 te Paramaribo) en [medeverdachte] [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1984 te Paramaribo), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet;
2
hij in de periode van 1 september 2017 tot en met 23 april 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid xtc pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de hij de Opiumwet behorende lijst I;
parketnummer 09/827188-18:
hij op 7 april 2018 te 's-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad, 112,8 gram van een materiaal (inhoud van ponypacks en witte bollen) bevattende cocaïne en/of 42,1 gram van een materiaal (blauwe pillen) bevattende MDMA, middelen zoals bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
parketnummer 09/767343-17:
1
hij in de periode van 1 januari 2015 tot en met 30 april 2018, te 's‐Gravenhage, althans in Nederland, een geldbedrag van
13.197,-euro, heeft omgezet en/of
daarvangebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat
geldbedraggeheel of gedeeltelijk ‐ onmiddellijk of middellijk ‐ afkomstig was uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
97. Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van de verdachte
98. De verdachte is eveneens strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
De strafoplegging
99. Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
100. De verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van Opiumwetdelicten. Aangenomen mag worden dat de organisatie erop uit is geweest geldelijk gewin te behalen, zonder daarbij oog te hebben voor de schade die het gebruik van harddrugs aan de volksgezondheid toebrengt. Harddrugs leveren immers, eenmaal in handen van gebruikers, grote gevaren op voor de gezondheid van die gebruikers. Omdat het gebruik van harddrugs kostbaar is en de verslaving leidt tot toenemend gebruik, nemen verslaafden vaak hun toevlucht tot criminele activiteiten om hun gebruik te bekostigen, waardoor aan de samenleving veel schade wordt toegebracht. Verder leidt de handel in verdovende middelen ook tot georganiseerde misdaad en (zeer) ernstige misdrijven.
101. De verdachte heeft binnen de organisatie verschillende rollen vervuld. Bij zijn aanhouding in 2018 leek de verdachte een meer uitvoerende rol van koerier te vervullen. In de laatste maand voor zijn aanhouding in 2019 lijkt hij een meer aansturende rol te hebben vervuld. Daarnaast blijkt zijn betrokkenheid bij de deallijn onder meer uit zijn bezoeken aan de [bedrijf] waarin zich onder meer verpakkingsmaterialen voor drugs en versnijdingsmiddelen bevonden en de omstandigheid dat de koeriers werden bevoorraad in een door hem gehuurde garage waar ook verdovende middelen en verpakkingsmaterialen voor drugs zijn aangetroffen.
102. De verdachte en zijn twee broers beheerden de (doorgeschakelde) dealtelefoon en zorgden ervoor dat de inkomende telefoontjes van gebruikers werden beantwoord. Vervolgens stuurden zij een aantal koeriers (in 2019 lijken dat er zes te zijn geweest) aan, die de drugs vervolgens afleverden bij de gebruikers. De verdachte bezorgde, zoals reeds overwogen, ook zelf drugs bij afnemers. De koeriers werkten in diensten, waarbij werd gecoördineerd wie op welke tijden werkte en wie wanneer pauze nam. Over de opzet en aansturing van de deallijn was duidelijk goed nagedacht. Gebruikers waren geïnstrueerd niet over drugs te spreken als zij met de deallijn belden, maar enkel hun locatie te noemen. Die locatie werd vervolgens door de verdachte of zijn broers met een ander telefoonnummer doorgestuurd aan een van de koeriers, die contact opnamen met de gebruiker om de exacte locatie waarop de drugs zouden worden afgeleverd af te stemmen. De auto’s van de koeriers waren op telkens eenzelfde manier voorzien van verborgen ruimtes waarin de drugs en het geld konden worden opgeborgen, waarmee de kans op ontdekking van de drugs werd geminimaliseerd.
103. Door op deze doordachte en gestructureerde manier te werk te gaan, heeft de deallijn ruim anderhalf jaar kunnen bestaan (met een onderbreking medio 2018). Gelet op het aantal betrokkenen bij de deallijn en de tijden waarop de deallijn actief was – tussen 12 uur ’s middags en 4 uur ’s nachts – moet er in deze periode veel drugs zijn afgeleverd. Ook de omstandigheid dat bij een doorzoeking van een [bedrijf] aan de ’s- [adres] 75.600 [naam ponypack] zijn aangetroffen, zegt iets over de omvang en intensiteit van de deallijn. De deallijn bezorgde in heel Den Haag, Rijswijk, Voorburg en Leidschendam.
104. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het witwassen van ruim
€ 13.000,-. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Geld dat wordt verdiend met het plegen van strafbare feiten maakt onderdeel uit van het zwartgeldcircuit en kan een ontwrichtende werking hebben op de samenleving.
105. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij deze feiten in een langere periode heeft gepleegd. Daaraan is slechts een einde gekomen doordat hij door de politie werd aangehouden.
106. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is.
107. De rechtbank houdt rekening met het feit dat de verdachte onnodig lang heeft moeten wachten op de behandeling van zijn zaak en dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De verdachte is immers aangehouden op 23 april 2019, terwijl in zijn zaak einduitspraak zal worden gedaan op 2 juli 2021.
108. De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van de verdachte van 7 juni 2021, waaruit blijkt dat de verdachte in de vijf jaren voorafgaand aan de onderhavige feiten niet is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Wel is hij in 2007 eerder veroordeeld voor Opiumwetdelicten. De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het reclasseringsadvies van 22 september 2020 van Reclassering Nederland en het voortgangsverslag van 19 oktober 2020. De reclassering heeft geadviseerd om aan de verdachte een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
109. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de vrijheidsstraf gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS. Deze gaan bij het verkopen van gebruikershoeveelheden harddrugs vanuit een pand of op straat gedurende zes tot twaalf maanden met enige regelmaat uit van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. Dit oriëntatiepunt gaat uit van een alleen opererende dader. In dit geval is strafverzwarend dat het hier gaat om de handel in cocaïne en MDMA in georganiseerd verband, in welke organisatie de verdachte in de laatste periode ook aansturende werkzaamheden heeft verricht. In dit geval is bovendien een langere periode van de handel in cocaïne en MDMA bewezen verklaard en zijn er aanwijzingen dat er aanzienlijke hoeveelheden werden verhandeld. De rechtbank zal voor het in georganiseerd verband dealen van cocaïne en MDMA een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden tot uitgangspunt nemen. De rechtbank heeft daarbij gelet op de kleinere rol die de verdachte in vergelijking met zijn broers heeft gespeeld binnen de organisatie. Hij lijkt een groot gedeelte van de ten laste gelegde periode de rol van drugskoerier te hebben vervult en lijkt pas begonnen te zijn met het aansturen van andere koeriers nadat zijn broer [medeverdachte] [verdachte] door de politie werd aangehouden eind maart 2019. Daarnaast zal een gevangenisstraf voor het witwassen worden opgelegd. Ten aanzien feit 2 van parketnummer 09/842121-19 en het feit dat is ten laste gelegd onder parketnummer 09/827188-18 is sprake van eendaadse samenloop.
110. De rechtbank zal, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 26 maanden opleggen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Daarmee legt de rechtbank een hogere straf op dan de straf die door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank is van oordeel dat de strafwaardigheid van het in een georganiseerd verband dealen van harddrugs gedurende een langere tijd onvoldoende tot uitdrukking komt in de vordering van de officier van justitie.
111. Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
112. De rechtbank zal de voorlopige hechtenis opnieuw schorsen, onder de algemene voorwaarde dat de verdachte geen strafbare feiten zal plegen. De rechtbank meent dat het recidivegevaar aldus voldoende beheerst kan worden. Het persoonlijk belang dat de verdachte heeft bij het in vrijheid afwachten van de uitkomst van een eventuele appelprocedure, weegt thans zwaarder dan het strafvorderlijk belang.
De inbeslaggenomen goederen
113. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 50 genoemde goed.
114. De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het in beslag genomen goed.
115. De rechtbank zal beslissen tot teruggave aan de verdachte van het onder 50 genoemde goed, te weten een bij de verdachte inbeslaggenomen shirt.
De toepasselijke wetsartikelen
116. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 55, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 11b van de Opiumwet en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.
De beslissing
De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde feit van parketnummer 09/842121-19 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten van parketnummer 09/842121-19, het ten laste gelegde feit van parketnummer 09/827188-18 en het ten laste gelegde feit van parketnummer 09/767343-17 heeft begaan, zoals hierboven bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van09/842121-19
1.
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde en vierde lid van de Opiumwet;
2.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van09/827188-18
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van09/767343-17

1.witwassen;

verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
26 (zesentwintig) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
de inbeslaggenomen goederen;
gelast de teruggave aan de verdachte van het onder 50 genoemde goed op de beslaglijst, te weten:
1
STK Shirt Kl: blauw VALENTINO shirt mt studs op schouder;
schorst de voorlopige hechtenis van de verdachte onder de algemene voorwaarden dat de verdachte:
- zal meewerken aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aanbiedt voor het vaststellen van zijn identiteit;
- geen strafbare feiten zal plegen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M. Boogers, voorzitter,
mr. J. Montijn, rechter,
mr. J. Snoeijer, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Siebrand, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juli 2021.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
parketnummer 09/842121-19
l.
hij in of omstreeks de periode van l september 2017 tot en met 23 april 2019 te 's Gravenhage, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een
samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte] [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1986 te Paramaribo) en [medeverdachte] [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1984 te Paramaribo) en [medeverdachte] [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1977 te Paramaribo), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde en vierde Opiumwet;
2.
hij in of omstreeks de periode van l september 2017 tot en met 23 april 2019 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerktenof verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid xtc-pillen, in elk geval een materiaal bevattende MDMA, zijnde cocaïne en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst l, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 31 januari 2019, te Cadolzburg (Bondsrepubliek Duitsland), een voorwerp, te weten een geldbedrag ter hoogte van 23.500 EUR, heeft omgezet en/ofvan een voorwerp, te weten een geldbedrag ter hoogte van 23.500 EUR gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
parketnummer 09/827188-18
l.
hij op of omstreeks 7 april 2018 te 's-Gravenhage opzettelijk heeft vervoerd en/of aanwezig gehad, 169 gram van een materiaal (inhoud van ponypacks en witte bollen) bevattende cocaïne en/of44,9 gram van een materiaal (blauwe pillen) bevattende MDMA en/of amfetamine, althans materia(a)l(en) bevattende een of meer anderen middelen zoals bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst l, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
parketnummer 09/767343-17
l.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van l januari 2015 tot en met 30 april 2018, te 's-Gravenhage, althans in Nederland, van een voorwerp, te weten een geldbedrag van 44.856,11 euro, de werkelijke aarden/ofde herkomst heeft verborgen en/of verhuld, en/of een voorwerp, te weten een geldbedrag van 44.856,11 euro, heeft verworven, voorhanden gehad en/of omgezet, en/ofvan een voorwerp, te weten een geldbedrag van 44.856,11 euro gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019109236 / DH2R019021 onderzoek [naam onderzoek] (doorgenummerd p. 1 tot en met 2433), het proces-verbaal met het nummer PL1500-2018090346, onderzoek [onderzoeksnaam] (doorgenummerd p. 1 tot en met 180) en het proces-verbaal met het nummer DHRAA16070 onderzoek [onderzoeksnaam] , zaaksdossier witwassen verdachte: [medeverdachte] [verdachte] (doorgenummerd p. 1 tot en met 160) van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen.
2.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 152 tot en met 154.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 168.
4.Proces-verbaal van bevindingen antecedenten, p. 1630.
5.Proces-verbaal inbeslagneming geld, p. 1641 en 1642.
6.Proces-verbaal van observatie dinsdag 26 maart 2019, p. 1009 en 1010.
7.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking Audi Q5 [kenteken] , p. 1647 tot en met 1653.
8.Proces-verbaal onderzoek Nokia telefoon, p. 1687 tot en met 1689.
9.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Sms-berichten Nokia, p. 1695 en 1696.
10.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens Nokia IMEI-nummer, p. 1698 tot en met 1704.
11.Proces-verbaal onderzoek gebruiker(s) Nokia, p. 1705 tot en met 1707.
12.Proces-verbaal bevindingen handel iPhone [medeverdachte] [verdachte] september 2019 tot en met maart 2019, p. 1725 tot en met 1733.
13.Proces-verbaal bevindingen verkrijgen telefoonnummer [telefoonnummer] mogelijke deallijn, p. 202 tot en met 205.
14.Proces-verbaal tapgesprekken bestelling verdovend middelen [telefoonnummer] , p. 215 tot en met 219.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 264.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 265.
17.Proces-verbaal van relaas, p. 26 en proces-verbaal werkwijze deallijn [telefoonnummer] , p. 239 tot en met 245.
18.Proces-verbaal beschrijving werkwijze deallijn [telefoonnummer] , p. 239 tot en met 245.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1540 en 1541.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1542 en 1543.
21.Proces-verbaal verhoor getuige, p. 1546 tot en met 1549.
22.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 548 tot en met 552, proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 558 tot en met 564 en proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 571 tot en met 580.
23.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 647 tot en met 653.
24.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 661 tot en met 672.
25.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 667.
26.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1635.
27.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1886 en 1887.
28.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 1898 tot en met 1901 en proces-verbaal van identificatie gebruiker [telefoonnummer] , p. 691.
29.Proces-verbaal van identificatie gebruiker [telefoonnummer] , p. 690 tot en met 692 en proces-verbaal van vaststellen gebruiker [telefoonnummer] , p. 693 tot en met 698.
30.Proces-verbaal van bevindingen, onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 725 tot en met 729,
31.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 728 tot en met 734.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 123 en 124.
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 94 tot en met 96.
34.Proces-verbaal analyse telecom gegevens [verdachte] , p. 157 en 158.
35.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1772 tot en met 1774.
36.Proces-verbaal bevindingen fouillering [voornaam van medeverdachte] V. [verdachte] p. 1810 en 1811 en proces-verbaal onderzoek beslag 1: [medeverdachte] [verdachte] (1986), p. 1820.
37.Proces-verbaal Onderzoek verkeersgegevens deallijn [telefoonnummer] , p. 581 tot en met 584.
38.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 643 tot en met 645.
39.Proces-verbaal onderzoek vaste gebruiker [telefoonnummer] , p. 636 tot en met 642.
40.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 608 tot en met 613.
41.Proces-verbaal vaststelling identiteit verdachte [medeverdachte] [verdachte] , p. 545 tot en met 547 en proces-verbaal bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] P, p. 513 tot en met 533.
42.Proces-verbaal van onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] /0, p. 626 tot en met 630.
43.Proces-verbaal van aanhouding, p. 2093.
44.Proces-verbaal van bevindingen, deals [achternaam medeverdachte] , p. 1121 tot en met 1123.
45.Tapgesprekken p. 1124 tot en met 1131.
46.Proces-verbaal van observatie, p. 1132 tot en met 1134.
47.Proces-verbaal p. 2198 tot en met 2200.
48.NFI-rapportage, p. 2201 en 2202.
49.Proces-verbaal van onderzoek personenauto, p. 2109 tot en met 2111.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1517 tot en met 1524.
51.Proces-verbaal van verhoor T. [achternaam medeverdachte] p. 2120 tot en met 2127.
52.Proces-verbaal van bevindingen WhatsApp gesprek tegennummer [telefoonnummer] [medeverdachte] , p. 829 tot en met 835.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1035.
54.Proces-verbaal onderzoek verkeersgegevens [telefoonnummer] , p. 864 tot en met 868.
55.Proces-verbaal van aanhouding, p. 2035.
56.Proces-verbaal van bevindingen, deals [medeverdachte] , p. 1107 tot en met 1109.
57.Tapgesprekken p. 1110 tot en met 1120.
58.Proces-verbaal van aanhouding [kopers] , p. 2157.
59.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2164 tot en met 2168.
60.Proces-verbaal van inbeslagname, p. 2177.
61.NFI-rapportage, p. 2180.
62.Proces-verbaal onderzoek personenauto [kenteken] , p. 2058 tot en met 2060.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1506 tot en met 1513.
64.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2076 tot en met 2087.
65.Proces-verbaal van bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] [medeverdachte] , p. 741 tot en met 749.
66.Proces-verbaal van onderzoek identiteit ‘ [medeverdachte] ’, p. 750 tot en met 752.
67.Proces-verbaal van aanhouding, p. 1976.
68.Proces-verbaal van observatie, p. 1182 tot en met 1885.
69.Proces-verbaal van bevindingen, deals [medeverdachte] , p. 1137 tot en met 1142.
70.Proces-verbaal onderzoek gebruiker [telefoonnummer] , p. 820 tot en met 822.
71.Tapgesprekken, p. 1143 tot en met 1181.
72.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 2209.
73.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2221.
74.NFI-rapportage, p. 2225.
75.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1999 tot en met 2001.
76.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1495 e.v.
77.Proces-verbaal overzicht forensische vervolgonderzoeken, p. 5.
78.Proces-verbaal van bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] ‘P’, p. 520.
79.Proces-verbaal van bevindingen whatsapp gesprek tegennummer [telefoonnummer] ‘P’, p. 526.
80.Proces-verbaal whatsappgesprek tussen [voornaam van medeverdachte] [verdachte] en [voornaam van medeverdachte] [verdachte] (bedrijfsvoering), p. 296 tot en met 331.
81.Proces-verbaal van bevindingen contact [medeverdachte] en [medeverdachte] , p. 919 en 920.
82.Proces-verbaal van bevindingen, p. 909 tot en met 918.
83.Proces-verbaal van bevindingen, p. 913.
84.Proces-verbaal van bevindingen, p. 916.
85.Proces-verbaal van bevindingen, p. 917.
86.Proces-verbaal van bevindingen, p. 347.
87.Proces-verbaal van bevindingen, p. 349.
88.Proces-verbaal van bevindingen, p. 354.
89.Proces-verbaal van bevindingen, p. 361.
90.Proces-verbaal bevindingen analyse voertuigen, p. 1223 en 1224.
91.Proces-verbaal van observatie Westlandsweg 7, 23 april 2019, p. 1229.
92.Proces-verbaal bevinden aangetroffen paperassen en huurder van [adres] , p. 1261 tot en met 1266.
93.Proces-verbaal van bevindingen huurcontract [adres] , p. 1267 en 1268.
94.Proces-verbaal van bevindingen geteld geld [adres] , p. 1289 en 1290.
95.Proces-verbaal telling in beslag genomen muntgeld [adres] , p. 1291 en 1292.
96.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking [adres] , p. 1253 tot en met 1257.
97.Processen-verbaal met telkens als bijlagen verschillende NFI-rapporten, p. 1407 t/m 1462.
98.Proces-verbaal, p. 1463 tot en met 1467.
99.NFI-rapportage, p. 1468.
100.Proces-verbaal aantreffen plastic zakjes koeriers, p. 1276 tot en met 1284.
101.Proces-verbaal van bevindingen doorzoeking [adres] , p. 1285 tot en met 1288.
102.Proces-verbaal bevindingen tellen geld aangetroffen in [kenteken] , p. 1855 en 1856.
103.Proces-verbaal bevindingen doorzoeking voertuig [kenteken] ( [voornaam van medeverdachte] [verdachte] ), p. 1835 tot en met 1838.
104.Proces-verbaal van narcotica, p. 1475 tot en met 1477.
105.Rapportage NFI, p. 1485 tot en met 1491.
106.Proces-verbaal van doorzoeking te in beslagneming [adres] Den Haag ( [voornaam van medeverdachte] [verdachte] ), p. 1785 tot en met 1787.
107.Proces-verbaal van doorzoeking, p. 1301 tot en met 1318.
108.Rapportage NFI, p. 1334.
109.Proces-verbaal d.d. 25 september 2018, p. 4; Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 5 oktober 2017, p. 16-17, met bijlage, p. 18 tot en met 24.
110.Proces-verbaal van bevindingen iRVI d.d. 27 oktober 2017, p. 61-62, met bijlage, p. 63 tot en met 69.
111.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 7 september 2018, p. 125 tot en met 131.
112.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 7 september 2018, p. 125 tot en met 131.
113.Proces-verbaal d.d. 25 september 2018, p. 4.
114.Proces-verbaal van bevindingen Bankafschriften d.d. 13 november 2017, p. 85 en 86.
115.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2018, p. 110; Proces-verbaal van bevindingen iRVI d.d. 27 oktober 2017, p. 61.
116.Proces-verbaal van bevindingen bankafschriften d.d. 13 november 2017, p. 85 en 86, met bijlage, p. 87; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 juni 2018, p. 88 en 89, met bijlage, p. 90.
117.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2018, p. 115; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 7 september 2018, p. 129.
118.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juni 2018, p. 113 en 114.
119.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2018, p. 117, met bijlage, p. 118.
120.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, p. 28, met bijlage, p. 29 tot en met 34; Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling d.d. 7 september 2018, p. 130.
121.Een schriftelijk bescheid, te weten een Werkplaatsfactuur van [bedrijf] d.d. 18 augustus 2016, p. 119 en 120.
122.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2018, p. 105 en 106.
123.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 april 2018, p. 94 en 95.
124.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 maart 2018, p. 70 en 71.
125.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 januari 2018, p. 55 en 56.