Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Den Haag in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Rodenmors B.V. en een gedaagde die handelt onder de naam Byecar. Rodenmors, houdster van het Uniemerk BYEBYE.CAR, vorderde dat de gedaagde zou stoppen met het gebruik van het teken 'byecar', omdat dit inbreuk zou maken op haar Uniemerk. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van verwarringsgevaar bij het relevante publiek, aangezien de gedaagde het teken 'byecar' gebruikte voor diensten die gelijk zijn aan die waarvoor het Uniemerk is ingeschreven. De voorzieningenrechter oordeelde dat de overeenstemming tussen het Uniemerk en het teken 'byecar' te groot was, wat leidde tot de conclusie dat de gedaagde inbreuk maakte op het Uniemerk van Rodenmors. De vordering van Rodenmors werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis elke inbreuk op het Uniemerk te staken, op straffe van een dwangsom. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Rodenmors, die op € 6.754,61 werden vastgesteld. De termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak werd vastgesteld op zes maanden na de datum van het vonnis.