ECLI:NL:RBDHA:2021:7082
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en afwijzing vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing in een jeugdzorgzaak
Op 15 juni 2021 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is aanhangig gemaakt door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van één jaar, met een uitvoerbaar bij voorraad verzoek voor de eerste vier maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de identiteitsontwikkeling van de kinderen, die in een loyaliteitsconflict verkeren en de moeder afwijzen vanwege negatieve ervaringen uit het verleden. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling te verlengen om een onderzoek door het Kennis- en Servicecentrum voor Diagnostiek (KSCD) mogelijk te maken, dat moet helpen bij het bepalen van de behoeften van de kinderen en het contact met de moeder. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd van 16 juni 2021 tot 16 december 2021.
Daarnaast heeft de kinderrechter het verzoek van de vader om de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling te laten vervallen afgewezen. De vader had verweer gevoerd tegen de schriftelijke aanwijzing, die hem verplichtte om mee te werken aan het KSCD-onderzoek. De kinderrechter oordeelde dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is, omdat de vader zijn toestemming voor het onderzoek had ingetrokken, terwijl dit onderzoek essentieel is voor het welzijn van de kinderen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep voor de betrokken partijen.