ECLI:NL:RBDHA:2021:7156
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C. van den Dries
- S.B. Boekema
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg met betrekking tot een betrokkene in een zorginstelling
Op 5 juli 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1973. De officier van justitie had verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, die eerder op 7 april 2021 was afgegeven, omdat de bestaande vormen van verplichte zorg niet langer volstonden. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek telefonisch gehouden vanwege de coronamaatregelen. De arts en de officier van justitie hebben ter zitting verklaard dat insluiting en toezicht noodzakelijk zijn voor de veiligheid van de betrokkene en anderen, gezien het gedrag van de betrokkene, dat als afdelingsontwrichtend werd ervaren. De betrokkene zelf heeft aangegeven dat zij zich goed voelt, maar dat zij soms moeite heeft met het reguleren van haar emoties.
De rechtbank heeft overwogen dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging, die onder andere insluiting en toezicht omvat, noodzakelijk is om de behandeling effectief te laten verlopen. De rechtbank heeft het verzoek om het beperken van bezoek als vorm van verplichte zorg afgewezen, omdat dit inherent is aan een separatie en niet als aparte maatregel in de zorgmachtiging hoeft te worden opgenomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde wijziging voldoet aan de criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en heeft de zorgmachtiging gewijzigd tot 7 oktober 2021. De beschikking is gegeven door rechter J.C. van den Dries, bijgestaan door griffier S.B. Boekema, en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 juli 2021.