ECLI:NL:RBDHA:2021:7163
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een woning na beëindiging van een samenlevingscontract
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2021 een mondelinge uitspraak gedaan over de verdeling van een woning tussen twee ex-partners, aangeduid als eiseres en gedaagde. De procedure begon met een dagvaarding op 8 juli 2020, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres een bedrag van € 6.600 heeft betaald voor de woning, maar dat partijen in hun samenlevingscontract hadden afgesproken de kosten te delen. De rechtbank oordeelde dat eiseres een gebruiksvergoeding van € 500 per maand aan gedaagde moet betalen, te rekenen vanaf 1 september 2020, tot het moment dat zij de woning verlaat.
De rechtbank heeft ook de voorwaarden voor de verdeling van de woning vastgesteld. Gedaagde moet binnen twee weken na de uitspraak een offerte van een bank of hypotheekadviseur overleggen om aan te tonen dat hij de woning kan financieren. Indien dit lukt, zal de woning aan gedaagde worden toegedeeld, mits hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Als gedaagde niet in staat is de woning te financieren, zal de woning worden verkocht aan een derde partij. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Bordes en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.