ECLI:NL:RBDHA:2021:7665
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van verzekeringsgeneeskundige beoordeling en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. D. Sarikas, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door J.H. Swart. Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd na zich op 29 juli 2016 ziek te hebben gemeld vanwege maag- en spanningsklachten. De aanvraag werd door verweerder afgewezen, waarna eiseres bezwaar maakte. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts b&b de medische situatie van eiseres zorgvuldig heeft beoordeeld. Eiseres heeft geen aanvullende medische informatie overgelegd die de beoordeling van haar lichamelijke en psychische aandoeningen in twijfel zou kunnen trekken. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts b&b op basis van de beschikbare rapporten en medische gegevens tot de conclusie kon komen dat eiseres voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de stelling dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met haar medische klachten, verworpen.
De rechtbank concludeert dat de weigering van de WIA-uitkering door verweerder terecht was en dat het beroep van eiseres ongegrond is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.