ECLI:NL:RBDHA:2021:7900

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
NL20.22020
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiseres wegens ongeloofwaardig lidmaatschap van politieke organisatie en gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiseres. De eiseres, die lid zou zijn van de politieke organisatie IPOB, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de eiseres niet overtuigend had aangetoond dat zij problemen ondervond door haar lidmaatschap van de organisatie. De rechtbank oordeelde dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van de eiseres weliswaar vastgesteld konden worden, maar dat de gestelde problemen door haar lidmaatschap ongeloofwaardig waren. De eiseres had geen originele documenten of ander bewijs overgelegd ter ondersteuning van haar claims. Tijdens de zitting op 14 januari 2021 werd duidelijk dat de verklaringen van de eiseres vaag en tegenstrijdig waren, en dat zij niet in staat was om plausibel te verklaren waarom zij in het verleden niet was gearresteerd, ondanks dat zij beweerde gezocht te worden door de autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht als ongegrond was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier B.L. Meijer. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL20.22020
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. Th.H. Meeuwis),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R. van der Zanden).

Procesverloop

Bij besluit van 21 december 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 januari 2021. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1997]
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij sinds 2016 lid is van de [organisatie] ([organisatie]) en dat zij heeft deelgenomen aan veel protesten van deze beweging. Vanwege dit lidmaatschap en de deelname aan deze protesten wordt eiseres nu voor de derde keer gezocht. Zij wordt gezocht door mensen die legeruniformen dragen. Eiseres werd eerder gezocht in 2016 en 2018. Nu wordt zij gezocht naar aanleiding van deelname aan een protest op 16 december 2019. Eiseres heeft dit gehoord van haar moeder, die haar waarschuwde om na het bezoek aan haar man in Nederland niet terug te keren naar Nigeria. Een vriendin van eiseres is naar aanleiding van het protest in december 2019 vermoord en eiseres is bang dat zij ook vermoord wordt als zij nu teruggaat naar Nigeria.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- Lidmaatschap van [organisatie], de uitgevoerde activiteiten en de daaruit voortvloeiende problemen.
4. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres gevolgd kunnen worden. Verweerder gelooft echter niet dat eiseres lid is van [organisatie] en dat zij door de gestelde activiteiten voor de beweging problemen heeft ondervonden met de Nigeriaanse autoriteiten. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
5. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte haar lidmaatschap van [organisatie] ongeloofwaardig vindt. Eiseres heeft in het nader gehoor een gedetailleerde omschrijving gegeven van haar lidmaatschapspas. Verder heeft eiseres in beroep een kopie overgelegd van een verklaring van 27 december 2020 van de ‘Coördinator unit zone’ waarin wordt aangegeven dat eiseres sinds 13 februari 2016 een geregistreerd en actief lid is van de ‘[organisatie] [A], [B]’. Verder stelt eiseres zich op het standpunt dat de vrees voor een behandeling als bedoeld in artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Nigeria reëel is en wordt ingegeven door de gestelde activiteiten en de daaruit voor haar voortvloeiende problemen. Haar vriendin [vriendin] is door deelname aan de demonstraties vermoord. Eiseres wacht hetzelfde lot bij terugkeer.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het lidmaatschap van eiseres, de door haar uitgevoerde activiteiten en de daaruit voortvloeiende problemen niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft gevonden. Voor dit oordeel is van belang dat verweerder terecht heeft opgemerkt dat eiseres geen originele, authentieke documenten of indicatief bewijs heeft overgelegd ter onderbouwing hiervan. De in beroep overgelegde verklaring geeft de rechtbank geen aanleiding voor een ander oordeel. Verweerder heeft er ter zitting terecht op gewezen dat deze verklaring een kopie betreft, en dat uit de verklaring niet duidelijk blijkt of de ondertekenaar daadwerkelijk de functie heeft van waaruit hij ondertekent (coördinator van de unit zone) en wat de rol van deze functie is bij de [organisatie] afdeling waarvan eiseres stelt deel uit te maken. Dit oordeel is mede ingegeven omdat de gemachtigde van eiseres hier tijdens de zitting desgevraagd geen antwoord op kon geven en ook niet kon aangeven wat de familie meeting inhoudt. Ook anderszins blijkt niet uit het dossier wie de ondertekenaar is en wat zijn relatie is tot eiseres. De rechtbank ziet in de verklaring dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder hier nader onderzoek naar moet doen.
7. Nu eiseres geen documenten heeft overgelegd ter staving van haar asielrelaas moet verweerder afgaan op haar verklaringen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat deze verklaringen niet overtuigen, omdat eiseres vaag en tegenstrijdig heeft verklaard over het lidmaatschap en de daaruit voortvloeiende problemen. Zo wijst verweerder er bijvoorbeeld terecht op dat eiseres vaag en tegenstrijdig verklaart over de doelstellingen van [organisatie] en haar rol binnen de organisatie. Verweerder wijst er in dit kader terecht op dat eiseres eerst heeft verklaard dat zij mensen samenbracht om deel te nemen aan demonstraties1, dat zij vervolgens verklaart dat het hoofd van de sectie bij haar thuis kwam om haar te informeren over bijeenkomsten maar dat ze niet weet hoe die
1. Pag. 5 Nader Gehoor (NG).
persoon heet2, en dat zij later verklaart dat ze via sociale media op de hoogte raakte van protesten en dat ze dat alleen informatie gaf erover als mensen daar naar vroegen.3 Ook mocht verweerder aan eiseres tegenwerpen dat zij weinig weet te vertellen over de demonstratie van 16 december 2019. Omdat eiseres stelt dat zij in verband met haar deelname aan deze demonstratie wordt gezocht door de autoriteiten mag van haar worden verwacht dat ze hier meer gedetailleerd over kan verklaren.
8. Verder is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft overwogen dat eiseres geen plausibele verklaring heeft kunnen geven voor de omstandigheid dat zij in 2016 en 2018 al zou worden gezocht door de autoriteiten, maar dat zij zich desondanks nog een jaar vrij heeft kunnen bewegen in Nigeria zonder gearresteerd te worden. De verklaring van eiseres dat zij aan de politie ontkwam omdat ze twee woonplaatsen had (ouderlijk huis en universiteit), heeft verweerder daartoe onvoldoende mogen achten. In dat kader heeft verweerder het bovendien niet ten onrechte bevreemdend gevonden dat eiseres na de demonstratie van 16 december 2019 nog twee weken in Nigeria heeft verbleven zonder ogenschijnlijke problemen, en dat zij legaal het land heeft kunnen verlaten. Dit klemt te meer omdat eiseres stelt dat haar vriendin [vriendin] is vermoord naar aanleiding van deelname aan dezelfde demonstratie. Verweerder heeft het ten slotte opmerkelijk mogen vinden dat de autoriteiten al een jaar elke dag aan de deur van het huis van haar moeder staan omdat ze eiseres zoeken, zeker gezien de bescheiden rol die eiseres naar eigen zeggen speelde binnen de [organisatie].
9. Eiseres komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
10. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. B.L. Meijer, griffier.
2 Pag. 6 NG.
3 Pag. 6 en 10 NG.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.