In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, betreft het de verdeling van de woning tussen twee ex-echtgenoten na hun echtscheiding in 2010. De man, die sinds april 2019 arbeidsongeschikt is, vordert de verdeling van de woning, die tot op heden onverdeeld is gebleven. De rechtbank heeft op 1 juli 2021 mondeling uitspraak gedaan, waarbij de verdeling van de woning is vastgesteld. De woning zal worden verkocht en de man moet binnen een week drie namen van NVM-makelaars aan de vrouw voorleggen, waaruit zij er één kan kiezen. De partijen zijn verplicht om samen met de makelaar een verkoopopdracht te verstrekken en de kosten van de makelaar en notaris worden gelijk verdeeld. De rechtbank heeft bepaald dat de man recht heeft op een bedrag van € 3.146,99 uit de verkoopopbrengst, ter compensatie van door hem betaalde eigenaarslasten sinds 2018. De vrouw is verplicht om mee te werken aan de verkoop en de verdeling van de woning, en als zij dit niet doet, treedt het vonnis in de plaats van de benodigde handtekeningen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.