ECLI:NL:RBDHA:2021:7914

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2021
Publicatiedatum
23 juli 2021
Zaaknummer
NL21.3176
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Denemarken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de asielaanvraag van verzoekster. De asielaanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Denemarken verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 16 juli 2021 zijn verzoekster en haar gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL21.3175), waarin de rechtbank ook al had geoordeeld over het beroep van verzoekster. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.3176
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Saakjan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: J.J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 3 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen op de grond dat Denemarken verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.3175, op 16 juli 2021 op zitting behandeld. Verzoekster en haar gemachtigde zijn, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.3175, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2021 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.