ECLI:NL:RBDHA:2021:8305
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging aanspraak op zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) na bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Centrum Indicatiestelling Zorg (verweerder) over de beëindiging van de aanspraak op zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres had aanvankelijk een indicatie voor zorgprofiel VG06, maar verweerder heeft deze indicatie ingetrokken en de zorg beëindigd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het bezwaar is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in aanmerking komt voor zorg op basis van de Wlz. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat er geen blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24-uurs zorg is vastgesteld. De medisch adviseur van verweerder heeft in zijn rapportage uiteengezet waarom de diagnoses van eiseres niet leiden tot de grondslag VG. Eiseres heeft tijdens de zitting aangevoerd dat er medische informatie ontbreekt die haar situatie zou kunnen onderbouwen, maar deze informatie is niet overgelegd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het advies van de medisch adviseur zorgvuldig tot stand is gekomen en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de conclusie dat eiseres niet in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gedaan en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.