ECLI:NL:RBDHA:2021:8794

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
11 augustus 2021
Zaaknummer
NL21.10834
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 2 juli 2021 een asielaanvraag ingediend, maar op 28 juli 2021 heeft hij de asielopvang verlaten. De gemachtigde van eiser heeft verklaard dat hij geen contact meer heeft met eiser en dat hij geen informatie heeft over de huidige verblijfplaats van eiser. Eiser heeft ook na het verlaten van de opvang geen contact gezocht met zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld, maar eiser is niet verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank concludeert dat eiser geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep, gezien de omstandigheden dat hij de opvang heeft verlaten en geen contact meer heeft gezocht.

Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.10834
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: G. Cambier).

Procesverloop

Bij besluit van 2 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 4 augustus 2021 op zitting behandeld. Eiser is, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Uit dossierinformatie blijkt dat eiser op 28 juli 2021 de asielopvang heeft
verlaten. De gemachtigde van eiser heeft verklaard dat hij geen contact meer met eiser heeft, dat hij niet weet waar eiser thans verblijft en dat hij brieven gericht aan zijn cliënt retour heeft ontvangen. Eiser heeft na het verlaten van de opvang evenmin contact gezocht met zijn gemachtigde.
2. Uit deze feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser geen belang
meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep .
3.
Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2021 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. M.Ch. Grazell, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.