Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser/verzoeker
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank stelt vast dat uit de mededeling van het OM van 16 maart 2020 volgt dat er geen sprake meer is van een strafrechtelijk onderzoek naar aanleiding van de aangifte van eiser. Het OM heeft geconcludeerd dat Nederland geen rechtsmacht toekomt en heeft besloten de zaak voortijdig te beëindigen. Om die reden is de aanwezigheid van eiser in Nederland voor het OM niet langer noodzakelijk. Alleen al daarom stelt verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor verlening van de gevraagde verblijfsvergunning. Deze voorwaarde volgt rechtstreeks uit artikel 3.48 van het Vreemdelingenbesluit 2000. Dat eiser ter zitting naar voren heeft gebracht te overwegen een klachtprocedure in te dienen bij het OM op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering maakt dit niet anders. Ook de omstandigheid dat eiser hoger beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank in de asielprocedure maakt de onderhavige beoordeling niet anders.