ECLI:NL:RBDHA:2021:8828
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Oostenrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 augustus 2021 een mondelinge uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F.F.M. van de Kamp, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen aan Oostenrijk voordat er op zijn beroep was beslist.
De zitting vond plaats in Breda, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, J. Suleyman. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL21.9762). Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het beroep in de andere zaak ongegrond was verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.