ECLI:NL:RBDHA:2021:8919
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenhoud
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 juli 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader en moeder van de kinderen zijn sinds 26 juli 2021 gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag. [minderjarige 1] verblijft bij zussen van de moeder, terwijl [minderjarige 2] in een pleegzorgvoorziening verblijft. De kinderrechter heeft eerder, op 19 en 22 juli 2021, voorlopige ondertoezichtstellingen en machtigingen tot uithuisplaatsing verleend, gezien de onveilige thuissituatie door huiselijk geweld en de instabiele relatie tussen de ouders.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft in het verleden niet voldaan aan veiligheidsafspraken, wat heeft geleid tot de noodzaak van een verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling en de Raad voor de Kinderbescherming om de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] te verlengen en om [minderjarige 2] voorlopig onder toezicht te stellen, toegewezen. De machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] is afgewezen, omdat de kinderrechter van oordeel is dat de hechting met de moeder niet verder verstoord mag worden.
De kinderrechter heeft de ouders gewaarschuwd dat de terugplaatsing van [minderjarige 2] bij de moeder een laatste kans is om te bewijzen dat zij zich aan de veiligheidsafspraken kunnen houden. De ouders moeten samenwerken met de jeugdbescherming en zich aan de gemaakte afspraken houden om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] verlengd tot 3 september 2022 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] verleend tot 16 oktober 2021, met de mogelijkheid om de zaak opnieuw te beoordelen voor die datum.