Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben eisers, twee staatloze personen, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 1 april 2020, wees het bezwaar van eisers tegen de weigering om vrijstelling van de legesverplichting voor hun verlengingsaanvraag van de verblijfsvergunning ongegrond. Eisers, die een bijstandsuitkering ontvangen en een gezin vormen met vijf minderjarige kinderen, stelden dat zij vanwege betalingsonmacht vrijgesteld moesten worden van de leges. Ze hadden eerder een aanvraag ingediend voor de verlenging van hun verblijfsvergunning, maar de staatssecretaris had hen niet tijdig vrijstelling van de leges verleend, ondanks dat zij de leges al hadden betaald.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft aangegeven waarom eisers niet voor vrijstelling van de leges in aanmerking komen. De rechtbank verwees naar artikel 3.34 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, waarin is bepaald dat voor een verlengingsaanvraag op humanitaire gronden een legesbedrag van € 326 verschuldigd is. De rechtbank oordeelde dat de door eisers aangevoerde omstandigheden niet zo bijzonder of knellend zijn dat de legesheffing onevenredig zou zijn in verhouding tot de doelen die met de legesheffing gediend worden. Het beroep op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter werd verworpen, omdat de omstandigheden in die zaak niet vergelijkbaar waren.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, op 11 augustus 2021. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.