ECLI:NL:RBDHA:2021:8944
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en indirect refoulement in het kader van Dublinverordening en coronamaatregelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Malinese nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend op 11 februari 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat er risico's zijn op indirect refoulement bij overdracht aan Duitsland, vooral in het licht van de coronamaatregelen die de bewegingsvrijheid beperken en de mensenrechten aantasten.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de omstandigheden in Duitsland, als gevolg van de coronapandemie, niet bijzonder en individueel zijn voor eiser. De rechtbank wijst erop dat de coronamaatregelen alle Dublinclaimanten raken en dat de staatssecretaris mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat Duitsland zijn verplichtingen niet zal nakomen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.