ECLI:NL:RBDHA:2021:8945
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag in verband met Dublin-overdracht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 19 april 2021, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen voordat er op zijn beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechter zonder zitting uitspraak doet. De voorzieningenrechter verwees naar een eerdere uitspraak van dezelfde dag, zaaknummer NL21.5934, waarin op het beroep van verzoeker was beslist. Aangezien het beroep was afgewezen, was er geen aanleiding om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Ook werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. J. de Winter als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.